ECLI:NL:RBGEL:2019:1817
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Tj. Gerbranda
- Rechtspraak.nl
Woningurgentie en woonnoodsituatie van alleenstaande moeder met minderjarig kind
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan over de aanvraag van een woonnoodurgentieverklaring door een alleenstaande moeder. Verzoekster, die in een crisisopvang verblijft, had eerder een urgentieaanvraag ingediend die door de urgentiecommissie was afgewezen. De gemeente Arnhem verklaarde het bezwaar van verzoekster ongegrond, waarop zij beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 11 april 2019 werd duidelijk dat verzoekster's minderjarige dochter tijdelijk bij haar vader verblijft, wat de gemeente ertoe bracht verzoekster als alleenstaande aan te merken en haar te adviseren om zelf naar een kamer te zoeken.
De voorzieningenrechter oordeelde echter dat verzoekster ten onrechte als alleenstaande was aangemerkt, aangezien zij gezamenlijk gezag over haar dochter heeft en altijd voor haar heeft gezorgd. De rechter concludeerde dat de situatie van verzoekster als een woonnoodsituatie moet worden beschouwd en dat zij recht heeft op een urgentieverklaring. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van de gemeente en verleende verzoekster met terugwerkende kracht een woonnoodurgentieverklaring. Tevens werd de gemeente veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan verzoekster.