In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 april 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, die als werkgever werd beschuldigd van overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) na een dodelijk bedrijfsongeval met een Kooiaap. Het ongeval vond plaats op 21 mei 2015, toen een werknemer, [slachtoffer], tijdens het uitvoeren van werkzaamheden met een Kooiaap omviel en onder het voertuig terechtkwam, wat leidde tot zijn overlijden. De officier van justitie stelde dat de verdachte niet had voldaan aan de verplichtingen uit de Arbowet, omdat de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) het werken met de Kooiaap niet had opgenomen en werknemers niet adequaat waren geïnformeerd over de risico's en veiligheidsmaatregelen.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte voldoende maatregelen had genomen om de risico's te beperken. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de omissie in de RI&E en dat de veiligheidsinstructies adequaat waren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat er sprake was van overtredingen van de Arbowet. De rechtbank benadrukte dat de enkele omstandigheid dat het werken met de Kooiaap niet in de RI&E was opgenomen, niet automatisch leidde tot de conclusie dat er levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van werknemers te duchten was, gezien de genomen risico beperkende maatregelen.