Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[belanghebbende sub 1],
[belanghebbende sub 2],
Rechtbank Gelderland
Op 8 april 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een beschikking gegeven in de zaak van de naamloze vennootschap DE VOLKSBANK N.V., verzoekster, en belanghebbenden sub 1 en 2. Het verzoekschrift strekte tot het verkrijgen van verlof voor de onderhandse verkoop van een onroerende zaak en de goedkeuring van de bijbehorende koopovereenkomst. Geen van de belanghebbenden heeft bezwaar geuit tegen de goedkeuring van de koopovereenkomst, waardoor het verzoek werd toegewezen.
Daarnaast werd verzocht om voor recht te verklaren dat de hypotheekgevers, belanghebbenden sub 1 en 2, na levering aan de koper tot ontruiming kunnen worden genoodzaakt. De voorzieningenrechter oordeelde dat de ontruiming niet kan plaatsvinden voordat de eigendom is overgedragen aan de koper, zoals bepaald in artikel 3:89 BW. De rechter benadrukte dat de hypotheekhouder, indien hij de onroerende zaak onderhands verkoopt, niet automatisch het recht heeft om de hypotheekgevers tot ontruiming te dwingen voordat de eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk bepaald dat de verkoop van het woonhuis onderhands zal plaatsvinden volgens de goedgekeurde koopovereenkomst en dat de hypotheekgevers na inschrijving op de voet van artikel 3:89 BW tot ontruiming kunnen worden genoodzaakt, zoals bedoeld in artikel 525 lid 3 Rv. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.