ECLI:NL:RBGEL:2019:1316

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 maart 2019
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
05/880714-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor schending ambtsgeheim, computervredebreuk en corruptie door politieambtenaar

Op 26 maart 2019 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte, geboren in 1997, die als aspirant politieambtenaar werkzaam was bij de politie eenheid [plaatsnaam]. De verdachte is beschuldigd van het schenden van het ambtsgeheim, computervredebreuk en corruptie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk vertrouwelijke informatie uit politiesystemen heeft bevraagd en deze informatie heeft gedeeld met derden, waaronder personen uit het criminele milieu. Dit gebeurde gedurende een periode van meer dan een jaar, van 1 december 2017 tot en met 20 november 2018. De verdachte heeft in totaal 645 keno-codes, 270 kentekens en 5.500 mutaties bevraagd en heeft zelfs een soort 'spreekuur' gehouden om informatie te delen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zijn ambtsgeheim ernstig heeft geschonden en dat zijn handelen de opsporing van strafbare feiten heeft verstoord. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 45 maanden en ontzetting van het recht om een publiek ambt te bekleden voor 8 jaar. De verdediging pleitte voor een lagere straf, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten een zware straf rechtvaardigde. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 45 maanden en ontzet van het recht om een ambt te bekleden voor 8 jaar. Daarnaast zijn er verbeurdverklaringen gedaan voor in beslag genomen geld en een auto.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880714-18
Datum uitspraak : 26 maart 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te P.I. Overijssel - HvB Zwolle te Zwolle,
raadsman: mr. V.P.J. Tuma, advocaat te Amersfoort.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5 maart 2019 en 12 maart 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2017 tot en met
20 november 2018 te Tiel en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland (telkens)opzettelijk een geheim, waarvan hij, verdachte, wist dat hij uit hoofde van zijn ambt (aspirant van politie eenheid [plaatsnaam] , werkzaam als medewerker arrestantenzorg)) en/of wettelijk voorschrift (namelijk artikel 3 Wet Politiegegevens en/of artikel 7 Wet Politiegegevens) verplicht was het te
bewaren, heeft geschonden door (telkens) opzettelijk in een of meer politiesystemen (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes (F44 en/of F45 en/of kentekens) te bevragen en/of (vervolgens) (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens) uit een of meer politiesystemen aan daartoe niet-gerechtigde personen /derden te verstrekken en/of te openbaren;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2017 tot en met 20 november 2018 te Tiel en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer (delen van) geautomatiseerde werken, namelijk in een of meer (delen van) servers van de politie, te weten Basis Voorziening Integrale Bevragingen (BVI-B) en/of Basis Voorziening Handhaving (BVH) en/of Bluespot Monitor (BSM) is binnengedrongen met behulp van een of meer valse sleutels en/of signalen
en/of door het aannemen van een of meer valse hoedanigheden, namelijk door
onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of door zich met een gebruikersnaam en/of wachtwoord voor de applicatie Meer Effectief op Straat (MEOS) en/of voor een of meer andere applicaties toegang te verschaffen tot (delen van de) servers van de politie, te weten Basis Voorziening Integrale Bevragingen (BVI-B) en/of Basis Voorziening Handhaving (BVH) en/of Bluespot Monitor (BSM), waarop informatie was geplaatst met een ander doel dan waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter beschikking stonden en/of waarvoor hem die toegang was toegestaan en/of (vervolgens) gegevens die waren opgeslagen en/of verwerkt en/of overgedragen door middel van (delen van) die/dat geautomatiseerde werk(en) waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf en/of (een) ander(en) over te nemen en/of af te tappen en/of op te nemen en/of (vervolgens) aan daartoe niet-gerechtigde personen/derden te verstrekken en/of te openbaren;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2017 tot en met
20 november 2018 te Tiel en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland telkens als (politie) ambtenaar (aspirant van politie, werkzaam bij de politie eenheid [plaatsnaam] als medewerker arrestantenzorg) een of meer geldbedragen als een gift en/of een belofte heeft aangenomen
waarvan hij telkens wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze hem gedaan
en/of verleend en/of aangeboden werd(en)
- teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen te weten het bevragen van (vertrouwelijke) informatie ( omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens) uit een of meer politiesystemen en/of voornoemde (vertrouwelijke) informatie te verstrekken en/of te openbaren aan een of meer derden en/of
- ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem in zijn huidige bediening is gedaan
te weten bevraging van (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens) uit een of meer politiesystemen en/of verstrekking en/of openbaring van voornoemde (vertrouwelijke) informatie aan een of meer derden
en/of
een of meer geldbedragen als een gift en/of als een belofte heeft gevraagd
- teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen te weten het bevragen van (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens) uit een of meer politiesystemen en/of voornoemde (vertrouwelijke) informatie te verstrekken en/of te openbaren aan een of meer derden en/of
- ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem in zijn huidige bediening is gedaan,
te weten bevraging van (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens) uit een of meer politiesystemen en/of verstrekking en/of openbaring van voornoemde (vertrouwelijke) informatie aan een of meer derden
immers heeft hij, verdachte, (telkens) (vertrouwelijke) informatie uit een of meer politiesystemen met betrekking tot en/of afkomstig uit en/of ten behoeve van een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens bevraagd en/of verstrekt en/of geopenbaard aan een of meer daartoe niet-gerechtigde personen/derden.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal algemeen dossier, p. 12;
- het proces-verbaal van bevindingen, betreffende de bevragingen [naam 1] ,
p. 111-118;
- het proces-verbaal van bevindingen, onderzoek relatie [naam 2] en [naam 3] , p. 226;
- het proces-verbaal van bevindingen, relatie telefonische contacten met [naam 4] en verdachte bevragingen, p. 207-221;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 165-167;
- het proces-verbaal van bevindingen OVC gesprekken, p. 442-447;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 maart 2019.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de ten laste gelegde periode dient te worden ingekort, in die zin dat deze aanvangt op 1 december 2017.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 december 2017 tot en met
20 november 2018 te Tiel en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk een geheim, waarvan hij, verdachte, wist dat hij uit hoofde van zijn ambt (aspirant van politie eenheid [plaatsnaam] , werkzaam als medewerker arrestantenzorg) en
/ofwettelijk voorschrift (namelijk artikel 3 Wet Politiegegevens en/of artikel 7 Wet Politiegegevens) verplicht was het te
bewaren, heeft geschonden door (telkens) opzettelijk in een of meer politiesystemen (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes (F44 en/of F45 en/of kentekens) te bevragen en
/of(vervolgens) (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens) uit een of meer politiesystemen aan daartoe niet-gerechtigde personen/derden te verstrekken en/of te openbaren;
2.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 december 2017 tot en met
20 november 2018 te Tiel en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer (delen van) geautomatiseerde werken, namelijk in een of meer (delen van) servers van de politie, te weten Basis Voorziening Integrale Bevragingen (BVI-B) en/of Basis Voorziening Handhaving (BVH) en/of Bluespot Monitor (BSM) is binnengedrongen met behulp van een of meer valse sleutels
en/of signalen
en/of door het aannemen van een of meer valse hoedanigheden, namelijk door
onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en
/ofwachtwoord en/of door zich met een gebruikersnaam en
/ofwachtwoord voor de applicatie Meer Effectief op Straat (MEOS) en/of voor een of meer andere applicaties toegang te verschaffen tot (delen van de) servers van de politie, te weten Basis Voorziening Integrale Bevragingen (BVI-B) en/of Basis Voorziening Handhaving (BVH) en/of Bluespot Monitor (BSM), waarop informatie was geplaatst met een ander doel dan waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en
/ofdat wachtwoord ter beschikking stonden en
/ofwaarvoor hem die toegang was toegestaan en
/of(vervolgens) gegevens die waren opgeslagen en/of verwerkt en/of overgedragen door middel van (delen van) die/dat geautomatiseerde werk(en) waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf en/of (een) ander(en) over te nemen
en/of af te tappen en/of op te nemenen/of (vervolgens) aan daartoe niet-gerechtigde personen/derden te verstrekken en/of te openbaren;
3.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 december 2017 tot en met
20 november 2018 te Tiel en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland telkens als (politie) ambtenaar (aspirant van politie, werkzaam bij de politie eenheid [plaatsnaam] als medewerker arrestantenzorg) een of meer geldbedragen als een gift en/of een belofte heeft aangenomen
waarvan hij telkens wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze hem gedaan
en/of verleend en/of aangeboden werd(en)
- teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen
te weten het bevragen van (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens) uit een of meer politiesystemen en/of voornoemde (vertrouwelijke) informatie te verstrekken en/of te openbaren aan een of meer derden en/of
- ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem in zijn huidige bediening is gedaan,
te weten bevraging van (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens) uit een of meer politiesystemen en/of verstrekking en/of openbaring van voornoemde (vertrouwelijke) informatie aan een of meer derden
en
/of
een of meer geldbedragen als een gift en/of als een belofte heeft gevraagd
- teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen te
weten het bevragen van (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens) uit een of meer politiesystemen en/of voornoemde (vertrouwelijke) informatie te verstrekken en/of te openbaren aan een of meer derden en/of
- ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem in zijn huidige bediening is gedaan,
te weten bevraging van (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens) uit een of meer politiesystemen en/of verstrekking en/of openbaring van voornoemde (vertrouwelijke) informatie aan een of meer derden
immers heeft hij, verdachte, (telkens) (vertrouwelijke) informatie uit een of meer politiesystemen met betrekking tot en/of afkomstig uit en/of ten behoeve van een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of incidentcodes F44 en/of F45 en/of kentekens bevraagd en/of verstrekt en/of geopenbaard aan een of meer daartoe niet-gerechtigde personen/derden.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Enig geheim waarvan hij weet dat hij uit hoofde van zijn ambt of wettelijk voorschrift verplicht is het te bewaren, opzettelijk schenden, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
Computervredebreuk, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3:
Als ambtenaar een gift of belofte aannemen, wetende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen, meermalen gepleegd
en
Als ambtenaar een gift of belofte vragen, teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 45 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie geëist dat verdachte voor de duur van 8 jaren wordt ontzet van het recht om enig publiek ambt te bekleden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De verdediging heeft daartoe aangevoerd dat verdachte is bedreigd door [naam 3] , zijnde een persoon uit het criminele circuit. Verdachte was erg bang en heeft daarom de informatie gedeeld. Voordat hij het wist, is hij het wereldje binnen gerold. Verdachte heeft altijd gehandeld met deze bedreigingen in zijn achterhoofd. Verdachte was ook nog erg jong (21 jaar) en onervaren toen hij begon aan de opleiding. Daarnaast heeft verdachte openheid van zaken gegeven, erkend dat hij foute keuzes heeft gemaakt en een grote les geleerd. Hij zal zijn baan verliezen. Ontslag is echter niet het ergste, wel de te verwachten problemen rondom het verkrijgen van een Verklaring Omtrent het Gedrag. Bovendien moet verdachte hierna zijn leven weer opbouwen. Hoe langer de gevangenisstraf, hoe moeilijker dit zal zijn.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 21 januari 2019;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 25 februari 2019.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte is in januari 2017 begonnen met werken bij de politie. Binnen een jaar nadat hij in dienst is getreden, is verdachte begonnen met het opzoeken van informatie in de politiesystemen over specifieke personen. Verdachte heeft deze informatie vervolgens aan de betreffende personen doorgespeeld. Hierdoor heeft verdachte zijn ambtsgeheim geschonden en computervredebreuk gepleegd. Het ging om informatie over specifieke personen uit het criminele milieu die verdachte voor die informatie geld boden of aan wie verdachte daarvoor geld heeft gevraagd. Zo heeft verdachte aan bepaalde personen informatie verstrekt over een lopend strafrechtelijk onderzoek, waarna dit onderzoek is stukgelopen. Ook heeft hij informatie verstrekt over de mogelijke aanwezigheid van hennepkwekerijen in bedrijfspanden, waarbij hij wist dat die informatie werd gevraagd met het oog op het rippen van deze kwekerijen. Verder heeft verdachte informatie verstrekt aan een motorclub over een gesprek dat een lid van die motorclub met de politie had gehad. Hiermee heeft hij de veiligheid van de betrokken personen in gevaar gebracht.
Het doorspelen van informatie gebeurde zeer vaak. In totaal heeft verdachte 645 keno-codes, 270 kentekens en 5.500 mutaties bevraagd. Verdachte hield zelfs een soort “spreekuur”, waarbij hij met meerdere mensen in zijn auto zat en steeds op afroep informatie opzocht en deelde met die mensen. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij geheime informatie kennelijk met groot gemak doorspeelde, zonder ook maar enig moment stil te staan bij de gevolgen die dit zou kunnen hebben voor de veiligheid van personen en de veiligheid van de samenleving.
Verdachte heeft, terwijl hij net was begonnen met zijn opleiding, ernstig misbruik gemaakt van zijn bijzondere positie als politieambtenaar. Verdachte vervult als politieambtenaar een voorbeeldfunctie in de samenleving en van hem wordt absolute integriteit verwacht. In plaats daarvan heeft verdachte het in hem gestelde vertrouwen ernstig geschonden en daarnaast de opsporing van strafbare feiten verstoord. De rechtbank neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij dit heeft gedaan, enkel met het doel om geld te verdienen en anderen te voorzien van geheime informatie. Overdag werkte verdachte samen met zijn collega’s om de veiligheid van de maatschappij te bewaken, terwijl hij op andere momenten de opsporing grote schade toebracht door informatie door te spelen naar personen uit het criminele circuit. Verdachte heeft hiermee de rechtstaat ondermijnd en ernstige schade toegebracht aan het vertrouwen dat in de politieorganisatie gesteld moet kunnen worden. De samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat ambtenaren hun bevoegdheden en gezag niet misbruiken enkel voor hun eigen belang, zoals verdachte heeft gedaan.
Verdachte heeft verklaard dat hij is bedreigd door [naam 3] en dat hij daarom voor hem informatie heeft opgezocht. In het dossier bevinden zich telefoongesprekken over het verdienen van geld aan het opzoeken van informatie over personen en het vragen van meer geld per naam. Daarnaast volgt uit die gesprekken en uit de verklaring van verdachte dat verdachte ook voor anderen dan [naam 3] informatie heeft opgezocht. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij bedreigd is, dan ook niet aannemelijk. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat, indien verdachte al zou zijn bedreigd, hij anders had moeten handelen door dit te melden bij zijn leidinggevende.
Bij de rechtbank is eerder de indruk ontstaan dat verdachte geen weerstand heeft kunnen bieden aan de verleiding om op een gemakkelijke en snelle manier veel geld te verdienen. Verdachte had namelijk geldproblemen door zijn gokverslaving.
Het over een langere periode en zeer frequent schenden van het ambtsgeheim, plegen van computervredebreuk en corruptie, rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank een gevangenisstraf van lange duur. De rechtbank acht daarom de eis van de officier van justitie passend en zal aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van
45 maanden. Dit is een forse straf. De ernst van de bewezenverklaarde feiten en de schade die verdachte daarmee heeft berokkend, onder meer aan het imago van de politieorganisatie, maken echter ook dat een forse straf op zijn plaats is. De rechtbank heeft zich hierbij ook laten leiden door de straffen die in vergelijkbare zaken plegen te worden opgelegd. Een lagere straf, zoals is bepleit door de verdediging, doet naar het oordeel van de rechtbank absoluut geen recht aan de ernst van de feiten.
Daarnaast zal de rechtbank bepalen dat verdachte voor de duur van 8 jaar zal worden ontzet van het recht om een ambt te bekleden. De oplegging van deze bijkomende straf, en de duur daarvan, worden naar het oordeel van de rechtbank gerechtvaardigd door de ernstige mate waarin verdachte het in hem gestelde vertrouwen heeft geschonden.
Beslag
De officier van justitie heeft gevorderd dat van het in beslag genomen geld een bedrag van
€ 500,00 verbeurd wordt verklaard en dat ook de auto ( [merk] ) verbeurd wordt verklaard. De officier van justitie heeft gevorderd dat het (resterende) bedrag van € 8.000,00 wordt teruggegeven aan verdachte.
De verdediging heeft zich ten aanzien van het beslag aangesloten bij de officier van justitie.
Het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 500,00 is een voorwerp dat is verkregen door middel van de strafbare feiten en de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven auto ( [merk] ) is een voorwerp met behulp waarvan de feiten zijn begaan. De rechtbank zal deze voorwerpen dan ook verbeurd verklaren.
De rechtbank is van oordeel dat het in beslag genomen en nog niet teruggegeven bedrag van € 8.000,00 toebehoort aan verdachte en aan hem moet worden teruggegeven, nu niet is komen vast te staan dat het bedrag verdiensten uit de bewezenverklaarde feiten betreft.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 29, 31, 33, 33a, 57, 138ab, 272 en 363 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 45 (vijfenveertig) maanden.
Beveeltovereenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ontzetde veroordeelde van het recht een ambt te bekleden voor de duur van 8 (acht) jaren.
Verklaart verbeurdde inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • auto ( [merk] );
  • geldbedrag van 500 euro.
Beveelt de teruggavevan het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een geldbedrag van 8.000 euro, aan de veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.A.M. van Hoof (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en
mr. S. Boot, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.G.A. Luijckx, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 maart 2019.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Rijksrecherche opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [nummer] (onderzoek [naam 5] ), gesloten op 1 februari 2019, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.