ECLI:NL:RBGEL:2019:1308

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 maart 2019
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
05/740304-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het vervoeren van grote hoeveelheden heroïne en het bezit van vuurwapens

Op 22 maart 2019 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 37-jarige Rotterdammer en een 48-jarige man uit Bulgarije. De rechtbank heeft de Rotterdammer veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf en de Bulgaar tot 5 jaar, wegens het vervoeren van meer dan 130 kilo heroïne en het bezit van twaalf vuurwapens met munitie. De verdachten werden op 10 juli 2017 aangehouden tijdens een verkeerscontrole op de A12, waar de politie in een verborgen ruimte van hun voertuig de drugs en wapens aantrof. De rechtbank oordeelde dat de combinatie van grote hoeveelheden harddrugs en vuurwapens wijst op professionele criminaliteit en dat het bezit van deze wapens een groot gevaar voor de volksgezondheid en de samenleving met zich meebrengt. De rechtbank legde beide verdachten een lagere straf op dan geëist, omdat de oriëntatiepunten van de rechtspraak afwijken van de richtlijnen van het openbaar ministerie. De Rotterdammer had een strafblad voor drugstransport, wat leidde tot een hogere straf dan voor de Bulgaar.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/740304-17
Datum uitspraak : 22 maart 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende aan de [woonplaats] .
Raadsman: mr. P.J. Silvis, advocaat te Schiedam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 maart 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 10 tot en met 11 juli 2017 in de gemeente Ede en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een (zeer grote) hoeveelheid van (een materiaal bevattende) heroïne (te weten ongeveer 130 kg), zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 10 tot en met 11 juli 2017 in de gemeente Ede en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans voorhanden heeft gehad twaalf, althans een of meerdere vuurwapen(s) van categorie II en/of III, te weten:
  • vier, althans een of meerdere pisto(o)l(en), merk/type PEG PA63, kaliber 9 mm Makarov en/of
  • een pistool, merk/type Beretta 70, kaliber 7.65 browning en/of
  • een pistool, merk/type Ekol Tuna, kaliber 6.35 mm browning en/of
  • een pistool, merk/type Remington/870 Express, kaliber 12 hagel en/of
  • een pistool, merk/type Glock 17, kaliber 9x19 mm en/of
  • een pistool, merk/type IMI/Uzi Pistol, kaliber 9 mm para en/of
  • een pistool, merk/type Geco/P225, kaliber 9x19 mm en/of
  • een revolver, merk/type Smith & WEsson/686-2, kaliber .357 magnum en/of
  • een pistoolmitrailleur, merk/type onbekend, kaliber 9x19 mm
en/of
een of meer onderdelen en/of hulpstukken van (een) vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 2 van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 15, althans een of meerdere patroonmagazijn(en);
en/of
munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten (in totaal 264) (kogel)patronen;
3.
hij in of omstreeks de periode van 10 tot en met 11 juli 2017 in de gemeente Ede en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 categorie I onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten 3, althans een of meerdere geluiddemper(s) voor (een) vuurwapen(s), voorhanden heeft gehad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Aanleiding onderzoek
Op 10 juli 2017 werd op de rijksweg A12 op het knooppunt Maanderbroek, richting de A30, een Mercedes Vito met kenteken [kenteken] staande gehouden in het kader van een verkeerscontrole.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en daartoe – kort en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd. Verdachte was met [naam 1] en [medeverdachte] in Arnhem, waar zij [naam 2] hebben ontmoet. Afgesproken werd dat [medeverdachte] , nadat zij in Amsterdam waren geweest, verdachte naar Rotterdam zou brengen. Verdachte was niet op de hoogte van de (inhoud van de) verborgen ruimte. Het was voor verdachte en de bestuurder [medeverdachte] onmogelijk om de verborgen ruimte te openen, nu hiervoor een technische handeling noodzakelijk was. Bij verdachte hadden daarom ook niet alle alarmbellen hoeven afgaan. Verder heeft de raadsman aangevoerd dat het onduidelijk is wat voor soort DNA-spoor is aangetroffen. Bovendien is het een mengspoor en is het spoor transferabel. Dat verdachte een strafblad heeft, geeft geen connectie met deze zaak.
Beoordeling door de rechtbank
Op 10 juli 2017 werd door verbalisanten [naam 3] en [naam 4] op de rijksweg A12 op het knooppunt Maanderbroek, richting de A30, een Mercedes Vito met kenteken [kenteken] staande gehouden in het kader van een verkeerscontrole. De bestuurder bleek medeverdachte [medeverdachte] te zijn. [2] Medeverdachte [medeverdachte] zei dat hij uit België kwam en naar Amsterdam ging. De bijrijder, naar later bleek verdachte, verklaarde dat ze uit Arnhem kwamen en op weg waren naar Rotterdam. [naam 4] vond het vreemd dat beide heren een totaal andere verklaring gaven. [naam 3] heeft een onderzoek ingesteld naar de technische staat van de Mercedes. Het viel hem op dat de laadruimte erg klein was. Hij zag dat tussen de achterbank en de laadruimte ongeveer 50 centimeter miste. Toen de verbalisanten de rugleuning van de achterbank een stukje naar voren trokken, zagen ze een vakje dat naar voren stond. Ze schenen met hun zaklampen in de aanwezige spleet en zagen grijze zakken in een ruimte achter de achterbank liggen. Hierop hebben zij de hele rugleuning van de achterbank omhoog bewogen en zagen duidelijk een vak dat open kon. Zij openden het vak en zagen meerdere vuilniszakken in een kleine ruimte liggen. [naam 3] opende een vuilniszak en zag daarin diverse in cellofaan gewikkelde pakketten met een bruin poeder zitten. [3]
In de verborgen ruimte bleken dertien vuilniszakken te liggen. [4] Van de inhoud van elke vuilniszak is een monster bruin poeder ingestuurd ten behoeve van onderzoek. De door het Nederlands Forensisch Instituut onderzochte monsters bevatten heroïne. [5] Het totaalgewicht heroïne uit de aangetroffen vuilniszakken bedraagt 131,64 kilogram. [6]
De knoop van vuilniszak 2 is bemonsterd en voorzien van [nummer 1] . [7] Dit nummer is door onderzoeker omgenummerd naar [nummer 2] , omdat het niet mogelijk was om dit nummer in BVH te zetten. [nummer 4] heeft een relatie met [nummer 2] . [8] De bemonstering [nummer 3] bevat DNA van drie personen. De hypothese dat de bemonstering DNA bevat van [verdachte] en twee willekeurige onbekende personen is volgens het NFI meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dan dat de bemonstering DNA bevat van drie willekeurige onbekende personen. [9]
Verder zijn in de verborgen ruimte in de Mercedes Vito meerdere vuurwapens met bijbehorende munitie, magazijnen en geluiddempers aangetroffen. [10] De vier pistolen Feg/PA63, het pistool Beretta/70, het pistool Ekol Tuna, het geweer Remington/870 express, het pistool Glock 17, het pistool IMI/Uzi Pistol, het pistool Geco P225, de revolver Smith & Wesson en de pistoolmitrailleur zijn vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. [11]
De drie zwarte geluiddempers zijn bestemd of geschikt om bevestigd te worden op onder meer een pistool van het merk FEG, model PA63. Dit voorwerp is een wapen in de zin van artikel 2 lid 1 categorie I onder 3 van de Wet wapens en munitie. [12]
De twee magazijnen Beretta 70, het magazijn 7.65 mm browning, de magazijnen Ekol Tuna en Geko P225, het magazijn Glock 17, het magazijn Uzi Pistol 9mm para, de drie magazijnen FEG PA63, de twee magazijnen onbekend 9x19 mm en de drie magazijnen 9x19 en 9 mm Luger, zijn onderdelen die vallen onder de bepalingen betreffende wapens, in de zin van artikel 1, onder 3 gelet op artikel 2, lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie. [13]
De 52 patronen van diverse merken en kalibers, de 32 kogelpatronen, de 30 patronen Prvi Partizan/9mm Makarov, de 23 patronen Geco, de 6 patronen .357 magnum, de 14 patronen 6.35 mm Browning, 9 mm luger en 9x19 mm en de 107 kogelpatronen is munitie in de zin van artikel 1, onder 4, gelet op artikel 2, lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie. Ingevolge artikel 26, lid 1 van de Wet wapens en munitie is het verboden een wapen of munitie van de categorieën II en III voorhanden te hebben. [14]
De rechtbank overweegt dat in de Mercedes Vito een heel grote hoeveelheid drugs, meerdere wapens met toebehoren en munitie zijn aangetroffen. De drugs vertegenwoordigen een enorme economische waarde, terwijl de wapens een grote criminele waarde vertegenwoordigen. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zaten als bijrijder respectievelijk als bestuurder in die Mercedes.
De rechtbank overweegt allereerst dat het scenario dat een grote hoeveelheid heroïne met een enorme straatwaarde aan twee personen wordt meegegeven zonder dat deze personen op de hoogte zijn van deze drugs en wapens, een groot veiligheidsrisico met zich brengt. De rechtbank acht dit scenario, namelijk dat deze personen niet op de hoogte zijn van de aanwezigheid van de drugs en wapens, in het algemeen dan ook hoogst onwaarschijnlijk.
De rechtbank stelt verder vast dat verdachten onderling tegenstrijdig hebben verklaard over waar ze vandaan kwamen en waar ze naartoe gingen en over of ze elkaar kenden. Verdachte verklaarde immers bij staandehouding dat ze uit Arnhem kwamen en op weg naar Rotterdam waren. Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat ze uit België kwamen en op weg naar Amsterdam waren. Hoe hij aan de auto kwam, heeft medeverdachte [medeverdachte] niet willen zegen. Verdachte heeft verklaard dat hij medeverdachte [medeverdachte] al kende via [naam 1] . [15] Medeverdachte [medeverdachte] heeft juist verklaard dat hij verdachte niet kende [16] .
Verdachte heeft verder geen concrete en dus verifieerbare gegevens verstrekt over [naam 1] en/of [naam 2] die kennelijk volgens de verdediging verantwoordelijk gehouden moeten worden voor de drugs en wapens. Verdachte is overigens niet zo zeer zelf maar hoofdzakelijk bij monde van zijn raadsman en pas na kennisneming van het dossier met een alternatieve lezing over de toedracht gekomen.
Van belang is eveneens dat de verborgen ruimte reeds door de politie bij het op straat uitgevoerde en na betrekkelijk eenvoudig onderzoek is opgemerkt. Tegen de achtergrond dat verdachte en de medeverdachte botsende verklaringen hebben afgelegd over of zij elkaar kennen, wat de bestemming van de Mercedes was, wat de bedoeling van hun reis was en gezien de omstandigheid dat celmateriaal van verdachte op de knoop van een vuilniszak met daarin harddrugs is aangetroffen en het gegeven dat deze zakken met drugs samen met de wapens en munitie in het vak lagen, gaat de rechtbank uit van vol opzet op het vervoer van de drugs en wapens.
Ten aanzien van de wapens en munitie staat immers vast dat deze samen met de zakken drugs in hetzelfde vak zijn aangetroffen. Daaruit volgt reeds dat verdachten ook daar wetenschap van hebben gehad.
De rechtbank ziet haar overwegingen ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte bij de strafbare feiten bevestigd door de uitkomst van het DNA-onderzoek. Gelet op het feit dat verdachte is aangetroffen in hetzelfde voertuig als waarin de hiervoor beschreven bemonsterde vuilniszak met drugs lag, is de rechtbank van oordeel dat verdachtes celmateriaal heeft bijgedragen aan het betreffende spoor. Vanwege de plaats waar het spoor is aangetroffen, namelijk de knoop van de vuilniszak waarin drugs zaten, is de rechtbank bovendien van oordeel dat sprake is van een delictgerelateerd spoor.
Geconfronteerd met deze informatie heeft verdachte geen verklaring afgelegd anders dan de stelling dat hij in de Mercedes mogelijk spullen vanaf de voorstoel naar de achterbank heeft gegooid en dat daar mogelijk een rol vuilniszakken tussen heeft gezeten. Zeker weten doet hij dat echter niet. De rechtbank heeft gelet op de plaats van bemonstering en de overige inhoud van het dossier geen reden om aan te nemen dat dit celmateriaal door secundaire overdracht op de knoop van de vuilniszak terecht is gekomen, zoals de verdediging nauwelijks gemotiveerd heeft aangevoerd.
Wil een alternatief scenario kans van slagen hebben, dan moet het concreet, verifieerbaar en niet op het eerste oog ongeloofwaardig zijn. De rechtbank acht hetgeen door en namens verdachte is aangevoerd niet concreet en verifieerbaar en op het eerste oog ongeloofwaardig. Het gevoerde verweer wordt daarom verworpen.
Verdachten zaten samen in de Mercedes toen deze door de politie werd staande gehouden en toen de verborgen ruimte werd ontdekt. Onder alle eerder besproken omstandigheden is de rechtbank bovendien van oordeel dat sprake is van medeplegen.
Concluderend acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en de medeverdachte tezamen en in vereniging de drugs hebben vervoerd en de wapens, toebehoren en munitie voorhanden hebben gehad. Gelet op voorgaande conclusies ziet de rechtbank geen aanleiding om terug te komen op haar ter zitting reeds genomen beslissing (afwijzing) om medeverdachte [medeverdachte] als getuige te horen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 10 tot en met 11 juli 2017 in de gemeente Ede
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opzettelijk heeft
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/ofvervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een (zeer grote) hoeveelheid
van (een materiaal bevattende)heroïne (te weten ongeveer 130 kg), zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 10 tot en met 11 juli 2017 in de gemeente Ede
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, voorhanden heeft gehad twaalf,
althans een of meerderevuurwapen
(s
)van categorie II en/of III, te weten:
  • vier,
  • een pistool, merk/type Beretta 70, kaliber 7.65 browning en
  • een pistool, merk/type Ekol Tuna, kaliber 6.35 mm browning en
  • een pistool, merk/type Remington/870 Express, kaliber 12 hagel en
  • een pistool, merk/type Glock 17, kaliber 9x19 mm en
  • een pistool, merk/type IMI/Uzi Pistol, kaliber 9 mm para en
  • een pistool, merk/type Geco/P225, kaliber 9x19 mm en
  • een revolver, merk/type Smith & Wesson/686-2, kaliber .357 magnum en
  • een pistoolmitrailleur, merk/type onbekend, kaliber 9x19 mm
en
/of
een of meeronderdelen
en/of hulpstukkenvan
(een)vuurwapen
(s
)in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 2 van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 15,
althans een of meerderepatroonmagazijn
(en
);
en
/of
munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
(in totaal 264
)(kogel)patronen;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 10 tot en met 11 juli 2017 in de gemeente Ede
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 categorie I onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten 3,
althans een of meerderegeluiddemper
(s
)voor
(een)vuurwapen
(s
), voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 10, lid 1 van de Opiumwet;
Ten aanzien van feit 2:
Het medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 1 van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 3:
Het medeplegen van het handelen in strijd met artikel 13 lid 1 van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 1 van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren met aftrek.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 16 januari 2019 en een voorlichtingsrapportage van de reclassering, gedateerd 7 maart 2018.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat in een Mercedes, waarvan verdachte de bijrijder was, in een verborgen ruimte twaalf wapens, waaronder een mitrailleur, 264 stuks munitie, patroonhouders, geluidsdempers en ongeveer 130 kilo heroïne is aangetroffen. Verdachte wordt, ondanks zijn ontkenning, hiervoor mede verantwoordelijk gehouden. Harddrugs vormen een gevaar voor de volksgezondheid en voor de samenleving, onder andere vanwege de criminaliteit die daarbij komt. Het bezit van harddrugs dient dan ook te worden bestreden. Het voorhanden hebben van (automatische) vuurwapens is verboden en extreem gevaarzettend. Algemeen bekend is dat in de wereld van de drugshandel vuurwapengeweld niet geschuwd wordt, ook niet als daarbij toevallige passanten geraakt kunnen worden. De combinatie van grote hoeveelheden wapens en harddrugs in deze zaak is bovendien een signaal dat hier sprake is van professionele criminaliteit.
De rechtbank heeft verder in aanmerking genomen dat verdachte zich voor wat betreft het vervoeren van harddrugs blijkens zijn justitiële documentatie in het verleden eveneens schuldig heeft gemaakt aan (soortgelijke) strafbare feiten. De forse vrijheidsstraf die verdachte destijds is opgelegd is kennelijk voor hem een onvoldoende prikkel geweest om herhaling te voorkomen.
Uit het rapport van de reclassering van 7 maart 2018 komt naar voren dat het recidiverisico niet is in te schatten, gelet op de ontkennende houding van verdachte. De reclassering onthoudt zich van een strafadvies, maar mocht het komen tot een bewezenverklaring, dan adviseert de reclassering geen interventies of bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf aansluiting gezocht bij de Oriëntatiepunten van het Landelijk overleg van voorzitters van strafsectoren (LOVS). Voor het bezit van een vuurwapen is een oriëntatiepunt van drie maanden gevangenisstraf per wapen opgenomen. Voor het vervoeren van 20 kilo heroïne is een gevangenisstraf van 50 maanden opgenomen. Strafverzwarend is dat sprake is van medeplegen en dat verdachte eerder met justitie in aanraking is geweest. De feiten zijn vanwege de aangetroffen hoeveelheden zo ernstig dat alleen volstaan kan worden met oplegging van en langdurige gevangenisstraf, ook al leidt dit (mogelijk) tot verlies van woning en werk. Gelet op de genoemde oriëntatiepunten zal de rechtbank aan verdachte een enigszins lagere straf opleggen dan door de officier van justitie geëist.
De rechtbank is concluderend van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren met aftrek van voorarrest passend en geboden is. Gelet op het rapport van de reclassering, zal de rechtbank aan verdachte geen bijzondere voorwaarden opleggen. Vanwege het feit dat aan verdachte een zeer langdurige vrijheidsstraf wordt opgelegd, zal de rechtbank ook de opheffing van de schorsing van het bevel voorlopige hechtenis bevelen. Die hechtenis was in maart 2018 geschorst omdat op dat moment nog geen zicht bestond op een inhoudelijke behandeling binnen redelijke termijn.
7a. In beslag genomen voorwerpen
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, met betrekking tot welk het onder feit 2 en 3 bewezenverklaarde is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet:
  • 1 pistool FEG/PA63 9 mm loop is voorzien van schroefdraad tbv demper;
  • 1 geluiddemper FEG/63 9 mm Makarov;
  • 1 magazijn tbv vuurwapen;
  • 1 patroon;
  • 3x magazijn + munitie;
  • 1 magazijn en 3 patronen;
  • 1 magazijn/houder leeg;
  • 1 pistool Pietro Beretta kaliber 7.65 mm;
  • 1 vestzakpistool Zastava kaliber 6.35 mm;
  • 3 x magazijn;
  • 14 patronen;
  • 1 geweer shotgun Remington 870 express kaliber 12;
  • 1 pistool Glock 17 voorzien van vuurregelaar 9 mm;
  • 1 magazijn uit Glock pistool;
  • 1 pistool Uzi fabrikant IMI serienummer 940254;
  • 1 magazijn;
  • 1 pistool FEG/PA63 9 mm loop is voorzien van schroefdraad;
  • 1 pistool Geco P225 kaliber 9x19 mm;
  • 1 magazijn Geco met 10 patronen;
  • 1 pistool FEG/PA63 9 mm, loop is voorzien van schroefdraad;
  • 1 geluiddemper voor vuurwapen FEG/63 9 mm Makarov;
  • 1 magazijn;
  • 1 pistool FEG/PA63 9 mm, loop is voorzien van schroefdraad;
  • 1 magazijn;
  • 1 geluiddemper voor vuurwapen FEG/63 9 mm Makarov;
  • 1 revolver Smith & Wesson kaliber .357 magnum;
  • Munitie (patroon) kaliber .357 magnum;
  • 1 revolver Smith & Wesson kaliber .357 magnum;
  • 1 doosje munitie;
  • 1 magazijn plus patronen in zakje;
  • Patronen in een zakje en twee patronen los;
  • Munitie plus 1 patroon los;
  • 1 machinepistool 9mm voorzien van red dot kijker;
  • Munitie kaliber 9 mm Makarov;
  • 4 kogelpatronen.
Nu de in beslag genomen middelen, zoals hieronder vermeld, middelen zijn als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, dienen deze op grond van artikel 13a van de Opiumwet te worden onttrokken aan het verkeer, te weten:
  • 1 gram hashish;
  • Plastic zakje met bruine bolletjes;
  • Plastic zakje met witte brokjes;
  • AH tas met 2 zakjes bruine waar;
  • Weegschaal grijs.
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde is begaan, te weten een Mercedes Vito met kenteken [kenteken] .

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • heft op de schorsingvan het bevel voorlopige hechtenis;
  • beveelt de
  • 1 geluiddemper FEG/63 9 mm Makarov;
  • 1 magazijn tbv vuurwapen;
  • 1 patroon;
  • 3x magazijn + munitie;
  • 1 magazijn en 3 patronen;
  • 1 magazijn/houder leeg;
  • 1 pistool Pietro Beretta kaliber 7.65 mm;
  • 1 vestzakpistool Zastava kaliber 6.35 mm;
  • 3 x magazijn;
  • 14 patronen;
  • 1 geweer shotgun Remington 870 express kaliber 12;
  • 1 pistool Glock 17 voorzien van vuurregelaar 9 mm;
  • 1 magazijn uit Glock pistool;
  • 1 pistool Uzi fabrikant IMI serienummer 940254;
  • 1 magazijn;
  • 1 pistool FEG/PA63 9 mm loop is voorzien van schroefdraad;
  • 1 pistool Geco P225 kaliber 9x19 mm;
  • 1 magazijn Geco met 10 patronen;
  • 1 pistool FEG/PA63 9 mm, loop is voorzien van schroefdraad;
  • 1 geluiddemper voor vuurwapen FEG/63 9 mm Makarov;
  • 1 magazijn;
  • 1 pistool FEG/PA63 9 mm, loop is voorzien van schroefdraad;
  • 1 magazijn;
  • 1 geluiddemper voor vuurwapen FEG/63 9 mm Makarov;
  • 1 revolver Smith & Wesson kaliber .357 magnum;
  • munitie (patroon) kaliber .357 magnum;
  • 1 revolver Smith & Wesson kaliber .357 magnum;
  • 1 doosje munitie;
  • 1 magazijn plus patronen in zakje;
  • patronen in een zakje en twee patronen los;
  • munitie plus 1 patroon los;
  • 1 machinepistool 9mm voorzien van red dot kijker;
  • munitie kaliber 9 mm Makarov;
  • 4 kogelpatronen;
  • 1 gram hashish;
  • plastic zakje met bruine bolletjes;
  • plastic zakje met witte brokjes;
  • AH tas met 2 zakjes bruine waar;
  • weegschaal grijs;

verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven Mercedes Vito met kenteken [kenteken] .
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Mei (voorzitter), mr. P.J.C. Cremers en mr. B.F. Schuver, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P. Hoesstee-ter Haar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 maart 2019.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [naam 5] , hoofdagent van de Landelijke Eenheid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer LEFCF17001-160, onderzoek 26Superior/LEFCF17001, gesloten op 29 november 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8.
5.Rapport identificatie van veel voorkomende drugs d.d. 6 maart 2019, ongenummerd.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 56.
7.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 24.
8.Proces-verbaal biologisch vooronderzoek, p. 95.
9.Rapport vergelijkend DNA-onderzoek naar aanleiding van een overtreding van de Opiumwet d.d. 10 juli 2018, ongenummerd.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8.
11.Proces-verbaal van onderzoek wapens, onderdelen en munitie, p. 162, 164, 165, 166, 167 en 169.
12.Proces-verbaal van onderzoek wapens, onderdelen en munitie, p. 163, 170 en 171.
13.Proces-verbaal van onderzoek wapens, onderdelen en munitie, p. 163, 164, 166, 169, 170, 171 en 172.
14.Proces-verbaal van onderzoek wapens, onderdelen en munitie, p. 173, 174 en 175.
15.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 maart 2019.
16.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] , p. 43.