Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
stekjesvan hennepplanten betreft overweegt de rechtbank dat ook hennepstekken vallen onder het begrip hennepplanten. Een stek van een hennepplant valt daarmee onder hennep als bedoeld in de Opiumwet.
3.Bewezenverklaring
of omstreeksde periode 1 oktober 2018 tot en met 4 december 2018,
in ieder geval in of omstreeks de periode 3 december 2018 tot en met 4 december 2018, te Zutphen,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of opzettelijkaanwezig heeft gehad
(in totaal
)ongeveer 608,28 gram hennep
/of
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of opzettelijk aanwezig heeft gehadeen hoeveelheid van
(in totaal
)119 hennepplanten
en/of delen daarvan,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet
of omstreeks3 december 2018, te Zutphen,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,van een
voorwerp, te weten eengeldbedrag van
(in totaal
)14.450 euro,
althans enig geldbedrag,de vindplaats heeft verborgen en
/ofverhuld door
(een)geldbedrag
(en
)van
(in totaal
)14.450 euro,
althans enig geldbedrag,in een diepvries en
/ofin een pan op een keukenkastje en
/ofin een mand in een keukenkastje te plaatsen, terwijl hij en
/ofzijn mededader
(s)wist
(en
)dat dat
voorwerpgeldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde voorwaarden, namelijk meldplicht en het volgen van de CoVa-training;
- verbeurd verklaring van een geldbedrag van € 14.450,--.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
1 (één) maand,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op
drie jarenwordt bepaald;
verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven geldbedrag weten: € 14.450,-- (veertienduizendvierhonderdvijftig euro).
gelast de teruggaveaan de rechthebbende (verdachte) van het overige bedrag, te weten:
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling
met een termijn van