ECLI:NL:RBGEL:2019:1025

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 maart 2019
Publicatiedatum
12 maart 2019
Zaaknummer
AWB - 18 _ 5425
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning hoog persoonlijk kilometer budget op basis van medische beperkingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometer budget (hoog pkb) door de directie van FMMU Advies B.V. Eiseres, die lijdt aan chronische medische beperkingen, had haar aanvraag ingediend, maar deze was op 11 juni 2018 afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 13 september 2018 ongegrond verklaard, waarna eiseres beroep instelde. Tijdens de zitting op 6 maart 2019 werd eiseres vertegenwoordigd door haar echtgenoot en haar gemachtigde, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door mr. E.S. Träger.

De rechtbank oordeelde dat de argumentatie van de arts/medisch adviseur van verweerder, die stelde dat eiseres met een vertrouwelijke begeleider zou kunnen reizen, niet relevant was. Het relevante criterium voor de toekenning van een hoog pkb is of iemand in staat is om met een begeleider met de trein te reizen, en niet of iemand met een vertrouwde begeleider kan reizen. De rechtbank concludeerde dat verweerder een strenger criterium hanteerde dan in het beleid was vastgelegd, en dat dit niet gerechtvaardigd was.

De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herstelde het primaire besluit, waarbij werd bepaald dat eiseres recht heeft op een hoog pkb. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die in totaal € 1.360,75 bedroegen. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: 18/5425

proces-verbaal van de enkelvoudige kamer van 6 maart 2019

in de zaak tussen

[naam] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. C.W.J. de Bont),
en

de directie van FMMU Advies B.V., te Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 11 juni 2018 heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een hoog persoonlijk kilometer budget (hoog pkb) afgewezen.
Bij besluit van 13 september 2018 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 maart 2019. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar echtgenoot, die is bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. E.S. Träger.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 13 september 2018;
- herroept het primaire besluit van 11 juni 2018 en bepaalt dat eiseres recht heeft op een hoog pkb met ingang van de datum van deze uitspraak;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit van 13 september 2018;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht groot € 46,- aan haar vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 1.360,75.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. In geschil is of eiseres door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard medisch gezien niet in staat is om met de trein te reizen, ook niet met behulp van een duwrolstoel en met begeleiding. Uit de door eiseres in beroep ingebrachte verklaring van 10 februari 2019 van onafhankelijke specialist ouderengeneeskunde J.R. van Baalen leidt de rechtbank af dat eiseres verminderd in staat is om prikkels te verwerken en dat zij snel overprikkeld raakt. Ook uit de aanwezige medische informatie van de behandelend sector blijkt dat eiseres overgevoelig is voor prikkels. De rechtbank is met Van Baalen van oordeel dat reizen met de trein gepaard gaat met veel prikkels. Bij een treinreis moet eiseres onder meer meerdere keren overstappen van vervoersmiddel, komt zij in aanraking met meerdere personen die assistentie verlenen en bevindt zij zich per definitie in een niet vertrouwde en veelal drukke en lawaaierige omgeving op de stations en perrons. Dit vraagt een adequate prikkelverwerking en daartoe is eiseres volgens Van Baalen niet in staat door haar overgevoeligheid. De rechtbank volgt niet het argument van verweerder dat die prikkels opgevangen kunnen worden door de begeleider van eiseres. S.D. Moekoet, arts/medisch adviseur van verweerder, heeft dat in zijn reactie van 25 februari 2019 niet onderbouwd. De argumentatie van Moekoet dat als eiseres met een vertrouweling als begeleider reist, er zijns inziens geen sprake is van overprikkeling van eiseres, acht de rechtbank, wat daar verder ook van zij, niet relevant. Het relevante criterium voor een hoog pkb is of iemand in staat is om met een begeleider met de trein te reizen én niet of iemand met een
vertrouwdebegeleider met de trein kan reizen. Moekoet gaat naar het oordeel van de rechtbank dus uit van een strenger criterium dan in het beleid van verweerder is neergelegd. Verweerder mag dit criterium niet aanscherpen.
3. Dit betekent dat verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat niet is gebleken dat eiseres op grond van objectieve medische redenen niet in staat is om met begeleiding met de trein te reizen. De aanvraag om een hoog pkb heeft verweerder op deze grond dan ook niet kunnen afwijzen. Het beroep is dus gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit.
4. De rechtbank ziet aanleiding zelf in de zaak te voorzien, omdat nader onderzoek geen toegevoegde waarde heeft. De onafhankelijke verklaring van Van Baalen is helder en eenduidig. Op basis daarvan staat naar het oordeel van de rechtbank voldoende vast dat eiseres door haar overgevoeligheid voor prikkels niet in staat om een treinreis te maken, ook niet met begeleiding. Het primaire besluit waarbij de aanvraag van eiseres om een hoog pkb is afgewezen, zal worden herroepen. De rechtbank bepaalt dat eiseres recht heeft op een hoog pkb en gelast verweerder hier uitvoering aan te geven.
5. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
6. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.024,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 512,- en een wegingsfactor 1). Voor de kosten van de ingebrachte medische verklaringen van de artsen is het totale factuurbedrag van € 336,75,- toewijsbaar. Dit leidt ertoe dat verweerder, nu van overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten niet is gebleken, in totaal dient te vergoeden een bedrag van € 1.360,75 aan proceskosten.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A. van Schagen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. H. Siragedik, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 6 maart 2019.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.