Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- SBI-code 29202: Vervaardigen van aanhangwagens en opleggers;
- SBI-code 2511: Vervaardiging van metalen constructiewerken en delen daarvan. Het vervaardigen, repareren en verhuren van transportmiddelen en de verkoop daarvan; het vervaardigen en monteren van constructiewerken, apparaten, machines en aanverwante producten van de metaalnijverheid en de verkoop daarvan; de groothandel in vorenbedoelde zaken het vertegenwoordigen van binnen- en buitenlandse ondernemingen en al hetgeen met een en ander verband houdt, daaronder begrepen het deelnemen in of op andere wijze belang nemen bij ondernemingen ter bevordering van of samenhangende met haar eigen bedrijf.
Bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico’s de arbeid voor de werknemers met zich brengt. Deze risico-inventarisatie en -evaluatie bevat tevens een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen en de risico’s voor bijzondere categorieën van werknemers.
De risico-inventarisatie en -evaluatie wordt aangepast zo dikwijls als de daarmee opgedane ervaring, gewijzigde werkmethoden of werkomstandigheden of de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening daartoe aanleiding geven.
Artikel 3.5c Arbobesluit:
De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, zijn afgestemd op de aard van de activiteiten, waaronder begrepen opslag, behandeling en scheiding van onverenigbare gevaarlijke stoffen, en deze maatregelen beschermen de werknemers tegen de gevaren van fysisch-chemische eigenschappen van gevaarlijke stoffen.
(…).
- het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon;
- de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon;
- de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf;
- de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard. Onder bedoeld aanvaarden is ook begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging.
- K01 Aanwezig in mengruimte tbv Cabine 1 op 8 mei;
- K02 Kon voorkomen in Mengruimte tbv cabine 1.
- F3216 Hardener
- F3969 HB PU Primer
- TE 10 thinner
* aarding van apparatuur, voorwerpen en vaten;
* aerosolvorming te vermijden bij het hanteren van de thinner;
* antistatische kleding, handschoenen en laarzen/schoenen te dragen;
* gebruik te maken van explosieveilige elektrische apparatuur (verlichting, ventilatie e.d.)
* vonkvrij gereedschap gebruiken. [49]
08 01 11*. De inhoud van de 200-liter vaten en de kleinere vaten in de spuitcabines/ spuitstraten bij [verdachte rechtspersoon] is aan te merken als afvalstof als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, Wm. Dat geldt ook voor de inhoud van de 200 liter vaten die naar de opslag buiten zijn gebracht in afwachting van afvoer. [58]
3.Bewezenverklaring
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2015 t/m 8 mei 2015 in de gemeente Wijchen, aan of nabij de [adres] te Wijchen, als werkgever zoals daaronder wordt verstaan in de 'Arbeidsomstandighedenwet',
al dan nietopzettelijk handelingen heeft verricht en/of heeft nagelaten in strijd met de 'Arbeidsomstandighedenwet' en
/ofde daarop berustende bepalingen in het 'Arbeidsomstandighedenbesluit', door haar werknemer dhr. [betrokkene 1] en
/of een of meerandere werknemers spuit
- en/of conserveringswerkzaamheden te laten verrichten, in/op
een of meerarbeidsplaatsen (spuitcabines aangeduid als C1 t/m C5), zijnde ruimtes met gevaar voor een explosieve atmosfeer als bedoeld in artikel 3.1 sub c van het 'Arbeidsomstandighedenbesluit' en
/ofwaarbij de werknemers werden of konden worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen als bedoeld in hoofdstuk 4 van het 'Arbeidsomstandighedenbesluit', zulks terwijl
/ofhet aanbrengen van of verrichten van aanpassingen aan installaties (Graco XP 70 en
/ofverlichtingsarmaturen) binnen deze ruimtes en
/ofde aanwezigheid van verschillende open emmers en vaten gevuld met thinner en/of oplosmiddelhoudende (verf)stoffen en
/ofslangen waarin zich oplosmiddelhoudende producten bevonden en
/ofde mogelijkheid tot ontsteking door statische elektriciteit niet doorgevoerd in het actuele Explosieveiligheidsdocument (EVD d.d. 9 oktober 2006);
/of
(en
)te voorkomen, althans - terwijl het voorkomen van het ontstaan van een explosieve atmosfeer, gezien de aard van het werk niet mogelijk was - geen, althans onvoldoende maatregelen waren genomen om de ontsteking van explosieve atmosferen te voorkomen en/of de schadelijke gevolgen van een explosie te beperken,
geen, althansonvoldoende rekening gehouden met elektrostatische ontladingen die van
werknemer(s) en/ofde arbeidsplaats
(en
)als ladingsdrager of ladingsproducent konden uitgaan, aangezien in die cabine
(s
)
kleding werd gedragen, en/of
een ofmeer vaten, gevuld met verf- en/of oplosmiddelen, aanwezig waren die niet (doelmatig)
/of
/of
/of
(s
)geen ontbrandingsbronnen aanwezig waren die brand en explosies konden veroorzaken, of om ongunstige omstandigheden te vermijden die ertoe konden leiden dat chemisch onstabiele stoffen of mengsels van stoffen ongelukken met ernstige fysieke gevolgen veroorzaken, aangezien thinner en
/ofverf(afval)stoffen, zijnde - licht ontvlambare/brandbare - gevaarlijke (afval)stoffen, in die cabine
(s
)werden opgeslagen/bewaard in zogenaamde 200-liter vaten, niet zijnde in een ruimte of geschikte kluis die voldeed aan de PGS-15 normen;
wist ofredelijkerwijs moest weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van genoemde in spuitcabine C1 werkzame werknemer [betrokkene 1] (die bij een ontstane explosie/brand 2e- en 3e-graads brandwonden over het gehele lichaam opliep) en
/of een of meerandere werknemers ontstond of te verwachten was;
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2014 t/m 8 mei 2015 in de gemeente Wijchen,
althans in of omstreeks de maand mei 2015,als degene die aan of nabij de [adres] te Wijchen een inrichting voor het vervaardigen, onderhouden, repareren, behandelen van de oppervlakte, keuren, reinigen, verhandelen, verhuren en/of proefdraaien van motorvoertuigen als bedoeld in bijlage I onderdeel C categorie 13.1 van het 'Besluit omgevingsrecht' dreef, zijnde een inrichting type B als gedefinieerd in artikel 1.2 van het 'Activiteitenbesluit milieubeheer',
al dan nietopzettelijk, aldaar in de buitenlucht buiten gebouw 3 in een aantal niet (leesbaar) geëtiketteerde zogenaamde 200-liter vaten gevaarlijke
(afval
)stoffen, bestaande uit restanten thinner, primer, harder en
/ofverf, heeft opgeslagen gehouden op een ondergrond van (open) straatklinkers,
/ofde opslag van die gevaarlijke stoffen
en/of CMR stoffen in verpakking, ten behoeve van het voorkomen van risico's voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel voor zover dat niet mogelijk was het zoveel mogelijk beperken van de risico's voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich voordeden en de gevolgen hiervan, niet
voldeed/voldeden aan de bij artikel 4.1 en/of artikel 4.10 en/of artikel 4.3 van de 'Activiteitenregeling milieubeheer' in samenhang met voorschrift 3.1.1 en/of 3.11.2 van PGS 15:2011 versie 1.1 gestelde eisen dat: (zakelijk weergegeven)
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- [verdachte rechtspersoon] zal binnen drie maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis op haar kosten een EVD en een RI&E laten opstellen door een door het Openbaar Ministerie aan te wijzen veiligheidsdeskundige;
- [verdachte rechtspersoon] zal binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis de in het EVD en RI&E aanbevolen maatregelen doorvoeren in haar bedrijfsproces;
- [verdachte rechtspersoon] legt binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis het EVD, de RI&E en een bewijs van de getroffen maatregelen over aan het Openbaar Ministerie.
8.In beslag genomen voorwerpen
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
- 14a, 14b, 14c, 23, 24, 51 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1, 1a, 2, 6 van de Wet op de Economische Delicten;
- 5 en 32 van de Arbeidsomstandighedenwet;
- 3.5c, 3.5d en 4.6 van het Arbeidsomstandighedenbesluit;
- 8.40 van de Wet milieubeheer;
- 4.1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
- 4.1, 4.3 en 4.10 van de Activiteitenregeling milieubeheer.
10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft gedaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
- verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
- veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
- bepaalt, dat een gedeelte van de geldboete groot
- stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- gelast de
mr. T. Bertens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 maart 2019.