Subsidieverordening Kwaliteitsimpuls natuur en landschap Gelderland
In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:
(…);
n. landbouwgrond: binnen de provincie gelegen stuk grond waarop een landbouwactiviteit wordt uitgevoerd, niet zijnde:
- gronden als bedoeld in onderdeel r [natuurbeheertype: in bijlage 1, tweede kolom, van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Gelderland 2009 opgenomen soort natuur zoals nader beschreven in de Index natuur en landschap];
- gronden als bedoeld in artikel 5a van de Beleidsregels Regeling GLB-inkomenssteun 2006 van de minister van Economische Zaken [
het perceel i. kent een recreatieve functie; ii. kent hoofdzakelijk een verkeerskundige of infrastructurele functie; of iii. heeft een bovenlaag in Nederland voor landbouw onbruikbaar is];
- andere gronden met als hoofdfunctie natuur.
t. natuurterrein: binnen de provincie gelegen grond met als hoofdfunctie natuur:
- die ingevolge artikel 2.1, tweede lid, onderdeel a, van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Gelderland 2009 [
als onderdeel van het natuurbeheerplan stellen Gedeputeerde Staten in elk geval een elektronische kaart met een topografische ondergrond vast, waarop is aangeduid voor welke natuurterreinen een subsidie natuurbeheer kan worden verstrekt en welk natuurbeheertype op deze natuurterreinen in stand kan worden gehouden] is begrensd; alsmede
- waarvoor een subsidie functieverandering als bedoeld in artikel 15 van de onderhavige regeling is verstrekt;
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag een investeringssubsidie verstrekken voor éénmalige investeringen in een natuurterrein die, door middel van éénmalige inrichtingsmaatregelen, rechtstreeks de fysieke condities of kenmerken van het desbetreffende natuurterrein wijzigen met als doel:
a. de realisatie van een natuurbeheertype op grond die een functieverandering heeft ondergaan;
b. de realisatie en bescherming van een landschapselement op grond die een functieverandering heeft ondergaan;
c. de verhoging van de natuurkwaliteit van het bestaande natuurbeheertype;
d. de verhoging van de natuurkwaliteit van het bestaande landschapselement;
e. de omzetting van een natuurterrein met een bestaand natuurbeheertype in een natuurterrein met een overeenkomstig de ambitiekaart gewenst natuurbeheertype te realiseren; of
f. de realisatie of verhoging van de natuurkwaliteit van een habitattype.
Een investeringssubsidie kan worden verleend indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. de betreffende maatregelen in het investeringsplan, onderscheidenlijk het programma, dragen naar het oordeel van Gedeputeerde Staten bij aan de realisatie van het op basis van artikel 10, eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk artikel 10, vijfde lid, onderdeel c, omschreven en in artikel 8 bedoelde investeringsdoel;
b. het op basis van artikel 10, eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk artikel 10, vijfde lid, onderdeel c, omschreven en in artikel 8 bedoelde investeringsdoel is in overeenstemming met het natuurbeheerplan of beheerplan zoals dat op de datum van aanvraag van de betreffende subsidie gold;
c. de maatregelen die het investeringsplan, onderscheidenlijk het programma, beschrijft realiseren deze omzetting, verhoging van de kwaliteit, realisatie of aanleg als vermeld in onderdeel a efficiënt en effectief;
d. er is geen aanvang gemaakt met de uitvoering van de inrichtingsmaatregelen vóórdat:
i. de taxatie, bedoeld in artikel 20, derde lid, door de DLG is uitgevoerd, indien de aanvraag voor een investeringssubsidie vergezeld gaat van een aanvraag voor een subsidie functieverandering als bedoeld in artikel 15, dan wel
ii. de ontvangst van de aanvraag voor investeringssubsidie door of namens Gedeputeerde Staten is bevestigd, voor zover het andere gevallen dan onder i. betreft;
e. de inrichtingsmaatregelen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a tot en met e leiden tot:
i. een natuurbeheertype dat voldoet aan de betreffende eisen zoals opgenomen in de Index natuur en landschap;
ii. een agrarisch beheerpakket, beheerpakket landschap of landschapselement dat voldoet aan de betreffende instapeisen zoals opgenomen in de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Gelderland.
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor de waardedaling van grond ten gevolge van:
a. de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein; of
b. de omzetting van landbouwgrond ten behoeve van de daaropvolgende aanleg van een landschapselement of realisatie van een beheerpakket landschap.
1. Een subsidie functieverandering kan worden verstrekt indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. de subsidie is bedoeld voor de omzetting van landbouwgrond als bedoeld in artikel 15;
b. de functieverandering dient niet tot uitvoering van wettelijke verplichtingen of een bestaand(e) (publiekrechtelijk) convenant, regeling of afspraak;
c. de functieverandering is in overeenstemming met het natuurbeheerplan zoals dat op de datum van aanvraag van de subsidie functieverandering gold;
d. de in het realisatieplan beschreven wijze van ontwikkeling en beheer van het natuurterrein, het landschapselement of het beheerpakket landschap draagt naar het oordeel van Gedeputeerde Staten voldoende bij aan de doelstellingen zoals opgenomen in het natuurbeheerplan.
2. Een subsidie functieverandering wordt niet verstrekt indien:
a. de aanvraag voor de subsidie functieverandering vergezeld gaat van een aanvraag voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a of b, of het derde lid van dat artikel, én
b. de aanvraag voor die investeringssubsidie wordt afgewezen omdat niet voldaan is aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 11, doch slechts
c. voor zover die investeringssubsidie betrekking had op de landbouwgrond waarvoor de subsidie functieverandering is aangevraagd.