ECLI:NL:RBGEL:2018:935

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 maart 2018
Publicatiedatum
1 maart 2018
Zaaknummer
05/780078-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een Ierse mensensmokkelaar tot een gevangenisstraf van 56 maanden

Op 1 maart 2018 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een Ierse vrachtwagenchauffeur, die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte werd ervan beschuldigd op 18 augustus 2017 in Apeldoorn en op 3 augustus 2017 in Barneveld, samen met anderen, een aantal Albanese mannen te hebben geholpen om via Nederland naar Groot-Brittannië te smokkelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, als vrachtwagenchauffeur, opzettelijk de deuren van zijn koeltrailer niet op slot had gedaan, waardoor de gesmokkelde personen konden instappen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wist dat de toegang tot Groot-Brittannië wederrechtelijk was en dat er levensgevaar te duchten was voor de gesmokkelde personen, aangezien zij in een afgesloten koeltrailer moesten verblijven zonder visum.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van 6 jaar geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 56 maanden op. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensensmokkel, waarbij hij in vereniging met anderen handelde. De rechtbank weegt mee dat de verdachte eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten in Frankrijk. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de strafverzwarende omstandigheid dat er levensgevaar te duchten was, omdat niet kon worden vastgesteld dat de omstandigheden in de koeltrailer daadwerkelijk levensbedreigend waren. De uitspraak benadrukt de ernst van mensensmokkel en de gevolgen voor de betrokkenen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/780078-17
Datum uitspraak : 1 maart 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag 1] 1971 te [geboorteplaats 1] , wonende te [geboorteplaats 1]
op dit moment gedetineerd te P.I. HvB Grave (Unit A + B) te Grave.
Raadsvrouw: mr. H.H. Jansen, advocaat te Putten.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 februari 2018.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Aan verdachte is kortgezegd ten laste gelegd dat:
hij, tijdens zijn werk, samen met anderen, op 18 augustus 2017 in Apeldoorn (feit 1) en op 3 augustus 2017 in Barneveld (feit 2), heeft geholpen om een aantal personen via Nederland naar Groot-Brittannië te smokkelen, terwijl die personen daarbij levensgevaar liepen.
Als dat niet bewezen kan worden, zou hij gepoogd hebben te helpen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Ten aanzien van feit 1
Op 18 augustus 2017 zagen verbalisanten op het industrieterrein Ecofactory (7325 WC) in Apeldoorn zes personen achterin de aan de vrachtwagen van verdachte gekoppelde trailer klimmen. Verdachte heeft de deur aan de buitenkant van de trailer afgesloten en is weggereden met de vrachtwagen. Verdachte is vervolgens aangehouden. [3]
Een verbalisant heeft de trailer geopend. Hij zag dat het een koeltrailer was. Er lagen zes mannen bovenop de lading. [4] De mannen waren alle van Albanese nationaliteit. De mannen verklaarden te zijn ingestapt omdat ze naar Engeland wilden reizen. De mannen waren niet in het bezit van een visum, terwijl Albanezen wel visumplichtig zijn voor Groot-Brittannië. [5]
Het betrof de volgende personen:
  • [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 1988 te [geboorteplaats 2] , Albanië;
  • [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 1996 te [geboorteplaats 3] , Albanië;
  • [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 4] 1993 te [geboorteplaats 4] , Albanië;
  • [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedag 5] 1974 te [geboorteplaats 5] , Albanië;
  • [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedag 6] 1990 te [geboorteplaats 6] , Albanië en
  • [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedag 7] 1994 te [geboorteplaats 7] , Albanië.
Ten aanzien van feit 2
Op 3 augustus 2017 werden op de [straat] (3771 MT) in Barneveld door verbalisanten acht personen aangetroffen in de trailer gekoppeld aan de vrachtauto waar verdachte in reed. [7] Naderhand heeft verdachte toegegeven dat hij hiervan op de hoogte was. [8] De acht mannen waren van Albanese nationaliteit. [9] Het betrof de volgende personen:
  • [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedag 8] 1994 te [geboorteplaats 13] , Albanië;
  • [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedag 9] 1993 te [geboorteplaats 14] , Albanië;
  • [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedag 10] 1998 te [geboorteplaats 15] , Albanië;
  • [slachtoffer 10] , geboren op [geboortedag 11] 1995 te [geboorteplaats 8] , Albanië;
  • [slachtoffer 11] , geboren op [geboortedag 12] 1997 te [geboorteplaats 9] , Albanië;
  • [slachtoffer 12] geboren op [geboortedag 13] 1980 te [geboorteplaats 10] , Albanië;
  • [slachtoffer 13] , geboren op [geboortedag 14] 1999 te [geboorteplaats 11] , Albanië en
  • [slachtoffer 14] , geboren op [geboortedag 15] 2000 te [geboorteplaats 12] , Albanië.
Ten aanzien van beide feiten
Verdachte is werkzaam als internationaal vrachtwagenchauffeur en is door zijn werkgever, [naam 1] , gevraagd om mensen te smokkelen vanuit Europa naar Groot- Brittanië. [11] Zijn werkgever gaf hem de locaties in Apeldoorn en Barneveld telefonisch door. Verdachte heeft deze locaties opgezocht en zijn vrachtwagen op de door zijn werkgever genoemde locaties geparkeerd. Verdachte heeft de deuren van zijn trailer niet op slot gedaan zodat de deuren vanaf buiten open konden worden gemaakt en de te smokkelen personen in de vrachtauto konden klimmen. [12] Verdachte zou vanaf Hoek van Holland de boot naar Harwich (Groot-Brittannië) nemen. Daar zouden de personen uitstappen. [13]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 en 2 primair tenlastegelegde. Volgens de officier van justitie is sprake van een voltooid delict. Alle handelingen zijn naar de uiterlijke verschijningsvorm reeds een voltooiing van het ‘behulpzaam zijn.’ Het is niet noodzakelijk dat de landsgrens daadwerkelijk is gepasseerd. Ook is er levensgevaar te duchten geweest voor de vreemdelingen. Bij feit 1 zouden de vreemdelingen in totaal 12 uur in de koeltrailer moet verblijven en bij feit 2 circa 13 uur. Inherent aan een koeltrailer is dat deze luchtdicht kan worden afgesloten. Daarnaast hadden de vreemdelingen geen mogelijkheid om de koeltrailer van binnenuit te openen. Gelet hierop was het levensgevaar naar algemene ervaringsregels voorzienbaar.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft voor beide feiten vrijspraak bepleit. De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat verdachte niet wist, of redelijkerwijs moest vermoeden, dat de vreemdelingen Nederland zouden verlaten. Ook wist hij niet of ze al dan niet illegaal in Nederland verbleven. Omtrent het te duchten levensgevaar heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat de vreemdelingen voor maximaal vijf uur aan een stuk in de vrachtwagen zouden verblijven omdat verdachte de deuren van de vrachtauto op de veerboot naar Groot-Brittannië wilde openen. Omdat geen sprake was van een luchtdichte vrachtauto en ook omdat het koelsysteem was uitgeschakeld, zou er geen levensbedreigende situatie zijn ontstaan.
Ook heeft de raadsvrouw bepleit dat van een voltooid delict geen sprake is, omdat er geen grensoverschrijding heeft plaatsgevonden. Ten slotte heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat er geen sprake is geweest van medeplegen omdat de bijdrage van verdachte van onvoldoende gewicht is geweest. Hij heeft slechts opdrachten uitgevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
Op basis van de verklaringen die verdachte zowel bij de politie als tijdens de terechtzitting heeft afgelegd staat vast dat verdachte, in zijn beroep als vrachtwagenchauffeur, de personen in zijn koeltrailer heeft laten klimmen en dat hij deze naar Groot-Brittannië wilde vervoeren. [14]
De rechtbank moet vervolgens de vragen beantwoorden of de doorreis door Nederland en toegang tot Groot-Brittannië wederrechtelijk is, of verdachte dit wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden, of er sprake is van poging tot of van een voltooide mensensmokkel, of er sprake is van medeplegen en of er levensgevaar te duchten is geweest voor de personen.
Wederrechtelijkheid
De personen die op 18 augustus 2017 in de koeltrailer zijn geklommen waren niet in het bezit van een visum voor Groot-Brittannië. Uit het dossier blijkt niet of de personen die op 3 augustus 2017 in de koeltrailer van verdachte zijn geklommen in het bezit waren van een visum voor Groot-Brittannië. Omdat deze personen in een koeltrailer de grens wilden passeren gaat de rechtbank er vanuit dat ook zij niet in het bezit waren van het vereiste visum.
Verdachte wist, zo blijkt uit zijn verklaring, zowel op 18 als op 3 augustus 2017 dat de toegang van de personen tot Groot-Brittannië wederrechtelijk was. [15] Het verweer van de raadsvrouw dat verdachte niet wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de personen Groot-Brittannië niet legaal konden binnenkomen treft daarom geen doel.
De rechtbank moet daarnaast de vraag beantwoorden of ook de doorreis door Nederland wederrechtelijk was. Rechtmatig verblijf in Nederland sluit op zichzelf wederrechtelijke doorreis in de zin van artikel 197a Wetboek van Strafrecht niet uit. De handelswijze van verdachte was er immers op gericht om het de Nederlandse autoriteiten onmogelijk te maken te controleren wie het land door- en uitreisde. De omstandigheid dat de personen niet in het bezit waren van een visum voor Groot-Brittannië maakt, ook in de gevallen waarin de personen op zichzelf rechtmatig in Nederland verbleven, die doorreis wederrechtelijk. De strekking van artikel 197a Wetboek van Strafrecht is immers het tegengaan van illegale grensoverschrijding. Dat verdachte niet wist of de vreemdelingen al dan niet illegaal in Nederland verbleven, zoals de raadsvrouw naar voren heeft gebracht, doet daar niet aan af.
Poging of voltooide mensensmokkel
Artikel 197a Wetboek van Strafrecht bevat een zelfstandig strafbaar gestelde medeplichtigheid. Het is een voortdurend delict en is reeds voltooid op het moment dat de illegale doorreis een aanvang heeft genomen. Door alle handelingen die verdachte heeft verricht, is voldaan aan het bestanddeel ‘behulpzaam zijn’ bij de doorreis door Nederland met bestemming Groot-Brittannië. Verdachte heeft zijn vrachtwagen geparkeerd op een afgesproken locatie en heeft de achterdeuren van zijn koeltrailer niet op slot gedaan met de bedoeling dat de vreemdelingen in de koeltrailer konden klimmen. Bij feit 1 heeft hij de deuren ook afgesloten voordat hij is gaan rijden. Deze handelingen van verdachte zijn naar de uiterlijke verschijningsvorm reeds een voltooiing van het bestanddeel ‘behulpzaam zijn’. Dat de vrachtwagen bij feit 1 nog maar kort onderweg was en bij feit 2 nog niet was weggereden doet niet af aan het behulpzaam zijn bij de illegale doorreis. Het behulpzaam zijn vangt aan op het moment dat de vrachtauto wordt gereden naar de afgesproken parkeerplaats en het instappen wordt mogelijk gemaakt. Ook is het volgens vaste rechtspraak niet noodzakelijk dat de landsgrens daadwerkelijk is gepasseerd.
Naar het oordeel van de rechtbank is er derhalve sprake van voltooide mensensmokkel.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat verdachte de mensensmokkel in vereniging heeft gepleegd. Verdachte heeft telefonische instructies gekregen van zijn werkgever met betrekking tot de plek waar hij de vreemdelingen op moest halen. Daarnaast hebben de vreemdelingen hulp gehad van anderen met betrekking tot het reizen naar en het vinden van de locatie van de vrachtwagen van verdachte.
Bij feit 1 is een aantal vreemdelingen op het industrieterrein afgezet door een bestuurder van een [auto] . [16] Ook is gebleken dat getuige [getuige] van 2 telefoonnummers met een Deense landcode berichten heeft ontvangen met daarin ‘ [deel kenteken] ’. [17] De rechtbank ziet hierin een verband met het kenteken van de vrachtwagen van verdachte, dat is namelijk ‘ [kenteken] ’. [18] Bovendien zijn in de koeltrailer van verdachte in totaal veertien (beide feiten) personen aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat verdachte deze omvangrijke mensensmokkel met anderen heeft uitgevoerd. Ook is de rechtbank van oordeel dat, anders dan de raadsvrouw naar voren heeft gebracht, de rol van verdachte van voldoende gewicht is geweest om van medeplegen te kunnen spreken. Hij was immers verantwoordelijk voor het daadwerkelijke transport van de vreemdelingen van Nederland naar Groot-Brittannië, dit is een essentieel onderdeel en een onmisbare schakel in de uitvoering van de mensensmokkel.
Levensgevaar te duchten
Om het levensgevaar voor een ander als vaststaand te kunnen aannemen is in algemene zin vereist dat uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen volgt dat dat levensgevaar daadwerkelijk te duchten was. Dit betekent dat het levensgevaar ten tijde van het behulpzaam zijn bij de doorreis door Nederland met bestemming Groot-Brittannië, gelet op de omstandigheden waaronder die doorreis plaatsvond, naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest. Verdachte heeft verklaard dat de koeltrailer niet luchtdicht afgesloten kon worden. De rubbers om de deuren waren versleten en daardoor zijn er luchtgaten ontstaan. Er is geen onderzoek gedaan naar de koeltrailer in verband met genoemde beweringen van verdachte. Ook ontbreekt in het dossier informatie omtrent de temperatuur en/of de ventilatie van de koeltrailer in samenhang met het verblijf van zes tot acht volwassen personen in de koeltrailer. Gelet hierop kan de rechtbank niet toetsen of levensgevaar bij langdurig verblijf in de koeltrailer voorzienbaar was. De verdachte dient daarom vrij te worden gesproken van de strafverzwarende omstandigheid dat levensgevaar te duchten was.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks18 augustus 2017 te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, 6,
althans een of meerpersonen met een Albanese nationaliteit, te weten de personen bekend als [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[getuige] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 6] , behulpzaam is
/zijngeweest bij
het zich verschaffen van toegang tot ofdoorreis door Nederland
en/of Groot-Brittannië (zijnde een
lidstaat van de Europese Unie), of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij, verdachte en
/ofdiens mededader
(s
), wist
(en
)of ernstige redenen had
(den
)te vermoeden dat die
toegang of diedoorreis wederrechtelijk was,
door:
-contacten te onderhouden met de medeverdachte
(n
)over de wijze van smokkel van bovengenoemde personen en
/of
-vervolgens de instructies van de medeverdachte
(n
)op te volgen en zijn vrachtwagen te rijden naar de afgesproken plek te Apeldoorn (7325 WC), te weten de [naam 2] aan het industrieterrein te Apeldoorn en
/of
-vervolgens de deuren van zijn koeltrailer niet op slot te doen waardoor bovengenoemde personen in de vrachtwagen konden klimmen en
/ofzich konden verschansen tussen de lading en
/of
-vervolgens zijn koeltrailer van buiten af te sluiten en met zijn vrachtwagen te gaan rijden richting Hoek van Holland om (vervolgens) de boot naar Groot-Brittannië te nemen (en aldus) het transport naar Groot-Brittannië en de doorreis door Nederland van die bovengenoemde pers
(o
)n
(en
) georganiseerd en/of gecoördineerd en/ofgefaciliteerd,
en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep van vrachtwagenchauffeur,
door welk feit levensgevaar te duchten was voor bovengenoemde gesmokkelde(n)/te smokkelen personen,
2.
hij op
of omstreeks3 augustus 2017 te Barneveld,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, 8,
althans een of meerpersonen met een Albanese nationaliteit, te weten de personen bekend als [slachtoffer 7] en
/of[slachtoffer 8]
en/of [slachtoffer 9] en
/of[slachtoffer 10] en
/of[slachtoffer 11] en
/of[slachtoffer 12] en
/of[slachtoffer 13] en
/of[slachtoffer 14] , behulpzaam is
/zijngeweest bij
het zich verschaffen van toegang tot ofdoorreis door Nederland
en/of Groot-Brittannië, (zijnde een lidstaat van de Europese Unie) of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,terwijl hij, verdachte en
/ofdiens mededader
(s
), wist
(en
)of ernstige redenen had
(den
)te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door:
-contacten te onderhouden met de medeverdachte
(n
)over de wijze van smokkel van bovengenoemde personen en
/of
-vervolgens de instructies van de medeverdachten op te volgen en zijn vrachtwagen te rijden naar de afgesproken plek te Barneveld (3771 MT), te weten de [straat] te Barneveld en
/of
-vervolgens de deuren van zijn koeltrailer niet op slot te doen waardoor bovengenoemde personen in de vrachtwagen konden klimmen en
/ofzich konden verschansen tussen de lading, (en aldus) het transport naar Groot-Brittannië en de doorreis door Nederland van die bovengenoemde pers
(o
)n
(en
) georganiseerd en/of gecoördineerd en/ofgefaciliteerd,
en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep van vrachtwagenchauffeur,
door welk feit levensgevaar te duchten was voor bovengenoemde gesmokkelde(n)/te smokkelen personen,
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 en 2:
mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan in de uitoefening van enig ambt of beroep en in vereniging door meerdere personen, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder feit 1 en 2 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om de verdachte onmiddellijk in vrijheid te stellen. Mocht verdachte toch strafbaar hebben gehandeld dan stelt de raadsvrouw zich op het standpunt dat aan hem, gelet op zijn geringe bijdrage, hooguit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf kan worden opgelegd voor de duur van 18 maanden al dan niet in combinatie met een verbod op het uitvoeren van transportwerkzaamheden.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Mensensmokkel is een verwerpelijk delict waarbij mensen als handelswaar worden gezien, waarmee geld te verdienen valt. Mensensmokkelaars zoals verdachte maken misbruik van de kwetsbare positie waarin de vreemdelingen zich bevinden. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit.
Verdachte is tot twee keer toe behulpzaam geweest bij het vervoeren van een groep Albanese mannen in een volgeladen koeltrailer vanuit Nederland naar Groot-Brittannië. De mannen zouden lang in de koeltrailer moeten verblijven, wat mogelijk een gevaarlijke situatie voor hen zou hebben opgeleverd. Verbalisanten spraken daarnaast van een mensonterende situatie in de trailer, gelet op de kleine ruimte die de mannen tot hun beschikking hadden. Verdachte heeft verklaard door zijn werkgever te zijn overgehaald tot het plegen van mensensmokkel. Dat verdachte kennelijk zo lichtvaardig bereid is gebleken om op een volstrekt onverantwoorde wijze personen te vervoeren rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Tevens weegt de rechtbank mee dat verdachte, blijkens het uittreksel van het Europese strafblad van 6 september 2017, in Frankrijk reeds eerder is veroordeeld voor hulp bij illegale binnenkomst en illegaal verblijf.
Nu de rechtbank niet bewezen heeft verklaard dat er levensgevaar te duchten was voor de vreemdelingen komt de rechtbank tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank zal per vreemdeling een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden opleggen. Dit komt neer op een gevangenisstraf van in totaal van 56 maanden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 47, 57 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
gevangenisstrafvoor de duur van
56 (zesenvijftig)maanden;
- beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.S.M. Bak (voorzitter), mr. Y.M.J.I. Baauw en mr. T.C. Henniphof (rechters) in tegenwoordigheid van mr. E. Bruinsma-Visscher (griffier) en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 maart 2018.
mr. Henniphof is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen
Bijlage 1:
Verdachte wordt – na wijziging van de tenlastelegging – verweten dat:
1.
hij op of omstreeks 18 augustus 2017 te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, 6, althans een of meer personen met een Albanese nationaliteit, te weten de personen bekend als [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] en/of [getuige] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 6] , behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Groot-Brittannië (zijnde een
lidstaat van de Europese Unie), of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij, verdachte en/of diens mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
door:
-contacten te onderhouden met de medeverdachte(n) over de wijze van smokkel van bovengenoemde personen en/of
-vervolgens de instructies van de medeverdachte(n) op te volgen en zijn vrachtwagen te rijden naar de afgesproken plek te Apeldoorn (7325 WC), te weten de [naam 2] aan het industrieterrein te Apeldoorn en/of
-vervolgens de deuren van zijn koeltrailer niet op slot te doen waardoor bovengenoemde personen in de vrachtwagen konden klimmen en/of zich konden verschansen tussen de lading en/of
-vervolgens zijn koeltrailer van buiten af te sluiten en met zijn vrachtwagen te gaan rijden richting Hoek van Holland om (vervolgens) de boot naar Groot-Brittannië te nemen (en aldus) het transport naar Groot-Brittannië en de doorreis door Nederland van die bovengenoemde pers(o)n(en) georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd,
en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep van vrachtwagenchauffeur,
door welk feit levensgevaar te duchten was voor bovengenoemde gesmokkelde(n)/te smokkelen personen,
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt,
dat hij op of omstreeks 18 augustus 2017 te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om 6, althans een of meer personen met een Albanese nationaliteit, te weten de personen bekend als [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] en/of [getuige] en/of
[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 6] , behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Groot-Brittannië, (zijnde een lidstaat van de Europese Unie), of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, terwijl hij, verdachte en/of diens mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
-contacten heeft onderhouden met de medeverdachte(n) over de wijze van smokkel van bovengenoemde personen en/of
-vervolgens de instructies van de medeverdachte(n) heeft opgevolgd en zijn vrachtwagen heeft gereden naar de afgesproken plek te Apeldoorn (7325 WC), te weten de [naam 2] aan het industrieterrein te Apeldoorn en/of
-vervolgens de deuren van zijn koeltrailer niet op slot heeft gedaan waardoor bovengenoemde personen in de vrachtwagen konden klimmen en/of zich konden verschansen tussen de lading en/of
-vervolgens zijn koeltrailer van buiten af te sluiten en met zijn vrachtwagen te gaan rijden richting Hoek van Holland, om (vervolgens) de boot naar Groot-Brittannië te nemen (en aldus) het transport naar Groot-Brittannië en de doorreis door Nederland van die bovengenoemde pers(o)n(en) georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd,
en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep van vrachtwagenchauffeur,
door welk feit levensgevaar te duchten was voor bovengenoemde gesmokkelde(n)/te smokkelen personen;
2.
hij op of omstreeks 3 augustus 2017 te Barneveld, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, 8, althans een of meer personen met een Albanese nationaliteit, te weten de personen bekend als [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] , behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Groot-Brittannië, (zijnde een lidstaat van de Europese Unie) of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij, verdachte en/of diens mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door:
-contacten te onderhouden met de medeverdachte(n) over de wijze van smokkel van bovengenoemde personen en/of
-vervolgens de instructies van de medeverdachten op te volgen en zijn vrachtwagen te rijden naar de afgesproken plek te Barneveld (3771 MT), te weten de [straat] te Barneveld en/of
-vervolgens de deuren van zijn koeltrailer niet op slot te doen waardoor bovengenoemde personen in de vrachtwagen konden klimmen en/of zich konden verschansen tussen de lading, (en aldus) het transport naar Groot-Brittannië en de doorreis door Nederland van die bovengenoemde pers(o)n(en) georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd,
en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep van vrachtwagenchauffeur,
door welk feit levensgevaar te duchten was voor bovengenoemde gesmokkelde(n)/te smokkelen personen,
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt,
dat hij op of omstreeks 3 augustus 2017 te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om 8, althans een of meer personen met een Albanese nationaliteit, te weten, [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11]
en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] , behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Groot-Brittannië (zijnde een lidstaat van de Europese Unie), of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, terwijl hij, verdachte en/of diens mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
-contacten heeft onderhouden met de medeverdachte(n) over de wijze van smokkel van bovengenoemde personen en/of
-de instructies van de medeverdachten heeft opgevolgd en zijn vrachtwagen heeft gereden naar de afgesproken plek te Barneveld (3771 MT), te weten de [straat] te Barneveld en/of
-de deuren van zijn koeltrailer niet op slot heeft gedaan waardoor bovengenoemde personen in de vrachtwagen konden klimmen en/of zich konden verschansen tussen de lading, (en aldus) het transport naar Groot-Brittannië en de doorreis door Nederland van die bovengenoemde pers(o)n(en) georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd,
en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep van vrachtwagenchauffeur,
door welk feit levensgevaar te duchten was voor bovengenoemde gesmokkelde(n)/te smokkelen personen.

Voetnoten

1.De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, Brigade Recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 171006.0900.0724 (27NALKAIN), gesloten op 1 november 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 236 - 237 en proces-verbaal observeren, p. 238 - 240.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 245.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 343.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 106.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 514.
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte p. 430
9.Mutatie-rapport, p. 457.
10.Mutatie-rapport, p. 457.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 162.
12.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 154 en verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting.
14.Zie onder noot 8, 11, 12, en 13.
15.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting.
16.Proces-verbaal van observeren, p 239.
17.Proces-verbaal uitlezen telefoon, p. 382.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 383.