ECLI:NL:RBGEL:2018:833

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 februari 2018
Publicatiedatum
23 februari 2018
Zaaknummer
05/780086-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor mensensmokkel met een gevangenisstraf van 30 maanden

Op 22 februari 2018 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, geboren in 1964 en thans gedetineerd in P.I. Arnhem, werd ervan beschuldigd samen met anderen in augustus 2017 in Lelystad en Nunspeet een aantal personen uit Irak te hebben geholpen om via Nederland naar Groot-Brittannië te smokkelen. Tijdens de terechtzittingen op 23 november 2017 en 8 februari 2018 werd vastgesteld dat de verdachte op 29 augustus 2017 een bestelbus bestuurde waarin negen illegale passagiers werden aangetroffen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wist dat deze personen illegaal in Nederland verbleven en dat hij hen hielp bij hun poging om naar Engeland te reizen.

De officier van justitie vond dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan medeplegen van mensensmokkel, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen de personen had vervoerd, maar ook onderdak had verleend, en dat hij deel uitmaakte van een keten van smokkelaars. De rechtbank achtte het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van de strafverzwarende omstandigheid van levensgevaar voor de gesmokkelde personen.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 30 maanden, waarbij werd meegewogen dat er geen eerdere veroordelingen waren en dat er geen sprake was van mensonterende omstandigheden tijdens het vervoer. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 47 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/780086-17
Datum uitspraak : 22 februari 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1964 te [geboorteplaats 1] ,
wonende [adres 1] ,
thans gedetineerd in P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid te Arnhem.
Raadsman: mr. C.A. Boeve, advocaat te Putten.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 23 november 2017 en 8 februari 2018.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Aan verdachte is na een nadere omschrijving van de tenlastelegging gedaan ter terechtzitting van 8 februari 2018 ten laste gelegd dat:
hij samen met anderen in augustus 2017 in Lelystad en Nunspeet heeft geholpen om een aantal personen uit Irak via Nederland naar Groot-Brittannië te smokkelen. Als dat niet bewezen kan worden, zou hij geprobeerd hebben te helpen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vast.
Op 29 augustus 2017 heeft de politie te Elspeet, gemeente Nunspeet, een Mercedes bestelbus met het kenteken [kenteken] een stopteken gegeven. Verdachte was de bestuurder van die bestelbus. In die bestelbus zijn negen passagiers aangetroffen. [3] De identiteit van de passagiers is in diverse systemen gecontroleerd. [4] Zij bleken illegaal in Nederland te zijn en nergens in Europa asiel te hebben aangevraagd of anderszins rechtmatig verblijf te hebben. [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van mensensmokkel. De officier is van mening dat geen sprake is geweest van levensgevaar voor de negen door verdachte vervoerde personen. Voor dat deel van de tenlastelegging dient verdachte vrijgesproken te worden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat algehele vrijspraak dient te volgen. Er is geen sprake geweest van behulpzaamheid bij het verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland. Verdachte heeft ook niet de wetenschap of het vermoeden gehad dat die personen wederrechtelijk in Nederland verbleven. Ook is geen sprake geweest van levensgevaar voor de negen door verdachte vervoerde personen. Verder is de raadsman van mening dat geen sprake is van een voltooid delict. Er heeft geen doorreis plaatsgevonden omdat tijdens het vervoer geen grensoverschrijding heeft plaats gehad.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij de personen in zijn bus was tegengekomen in het park en dat zij hem smeekten om een lift. Hij heeft uiteindelijk toegezegd dat hij ze naar Zwolle zou brengen. Hij wist niet dat ze illegaal waren noch dat ze naar Engeland wilden.
In zijn laatste verklaring bij de politie heeft hij gezegd dat het anders zat en dat [naam 1] hem gevraagd had diens broer en gezin weg te brengen. Dat kon omdat hij de beschikking had over de bus die zijn neef [naam 2] had gehuurd. Ook ter zitting heeft hij verklaard dat hij op 28 augustus 2017 een gezin, namelijk een echtpaar met twee zonen en een dochter, heeft opgehaald in Rotterdam. Dit was op verzoek van [naam 1] van wie hij geen adres of telefoonnummer kan noemen.
De rechtbank vindt de verklaring van verdachte dat hij in opdracht van éne [naam 1] een gezin moest vervoeren onaannemelijk. Verdachte is pas op het laatst met deze verklaring gekomen en heeft het bestaan van [naam 1] op geen enkele wijze onderbouwd. Verdachte heeft bovendien op een aantal andere punten onjuist verklaard. Zo verklaarde hij eerst dat hij [naam 2] naar Schiphol heeft gebracht en later dat hij niet mee naar Schiphol is geweest. Ook verklaarde hij aanvankelijk dat hij de bus op maandagavond kreeg, later dat hij hem pas op dinsdagochtend heeft meegenomen. Verder blijkt uit camerabeelden dat verdachte bij een tankstation in Gouda was op 29 januari 2017 rond 00.10 uur en dat hij op dat moment al contact had met ten minste één van de gesmokkelden, terwijl verdachte aanvankelijk ontkende daar te zijn geweest. Tot slot heeft verdachte ook steeds stellig verklaard dat er geen mensen in de laadruimte zijn vervoerd, terwijl dit zowel door getuige [naam 16] als getuige [naam 18] wel is gezien. Gelet op voorgaande zal de rechtbank voorbij gaan aan de verklaring van verdachte.
De rechtbank stelt het volgende vast.
Verdachte heeft op 28 augustus 2017 in Rotterdam vijf personen opgehaald en is met hen naar de [adres 2] in Lelystad gereden. Hij heeft de bestelbus geparkeerd in de directe omgeving van de woning van [naam 3] , die woont op het adres [adres 2] te Lelystad.
De personen hebben de nacht doorgebracht op dat adres van [naam 3] . Naast hen hebben ook nog vier andere personen de nacht in die woning doorgebracht.
[naam 3] , hoofdbewoonster van de woning, was op vakantie en was niet op de hoogte van het feit dat er iemand in de woning zou verblijven.
Verdachte is op 29 augustus 2017 weer naar Lelystad gegaan. De personen die in de woning [adres 2] hebben doorgebracht zijn vervolgens bij verdachte in de bestelbus gestapt, samen met nog vier andere personen, zowel in de cabine als in de laadruimte, en verdachte is vervolgens weggereden. [6]
Hoewel verdachte ontkent de sleutel van de woning te hebben gebruikt om de personen binnen te laten, gaat de rechtbank er vanuit dat het verdachte is geweest die over de sleutel beschikte en de deur van de woning voor die personen heeft geopend. In de eerste plaats omdat het onaannemelijk is dat de personen zelf over een sleutel zouden beschikken van de woning. In de tweede plaats omdat het onaannemelijk is dat [naam 1] bestaat en het dus ook onaannemelijk is dat deze een sleutel zou hebben gegeven aan de personen. Tot slot omdat verdachte die dag bij zijn neef [naam 2] is geweest die wél de beschikking heeft over de sleutel van de woning van [naam 3] , en die verklaart dat hij verdachte – op de dag dat hij de bus huurde – een sleutelbos heeft gegeven waaraan ook de sleutel van de woning van [naam 3] zat. [7] Voormelde gang van zaken past ook in het tijdbestek van 44 minuten die verdachte (en de bus) daar heeft verbleven, voordat hij naar Almere is vertrokken en de 54 minuten die verdachte (en de bus) na aankomst op 29 augustus 2017 in die omgeving heeft verbleven.
De negen personen die bij verdachte in de bestelbus zijn aangetroffen gaven allen aan afkomstig te zijn uit Irak en via Nederland door te willen reizen naar Engeland om daar verblijfrecht aan te vragen. Zij vertelden dat het de afspraak was dat de man die de auto bestuurde hen naar Engeland zou brengen. [8] Een aantal van hen is gehoord als getuige. Verklaard werd onder meer dat hun identiteitsbewijs een aantal dagen eerder was afgepakt door een mensensmokkelaar. Dat zij vanuit landen als Frankrijk, Griekenland, Italië en Turkije zijn gereisd, in etappes en met verschillende vrachtwagens. Verschillende smokkelaars hebben hen begeleid. Elke keer als ze ergens aankwamen moesten zij bellen. Zij zouden naar Engeland gaan en hebben veel geld voor de reis betaald. [9]
Er is onderzoek gedaan naar een onder verdachte in beslaggenomen mobiele telefoon van het merk HTC. Het laatste telefoonverkeer heeft plaatsgevonden voor en na de aanhouding van verdachte op 29 augustus 2017. Daaruit blijkt dat verdachte op 29 augustus 2017 om 09.27 uur contact heeft gezocht met het telefoonnummer [telefoonnummer]
(rechtbank: 44 is landnummer van Groot Brittannië), dat hij om 10.33 uur een contact met datzelfde nummer heeft gemist en dat hij om 11.00 uur en 11.47 uur telkens weer contact heeft gezocht en gehad met dat telefoonnummer. Om 11.58 uur, dus na verdachtes aanhouding, heeft hij een oproep van dat telefoonnummer gemist. [10]
Op grond van al deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte wist dat de personen die hij heeft vervoerd en waaraan hij onderdak heeft verleend, en zo dus langere tijd onder zijn hoede heeft gehad, illegaal in Nederland verbleven en met zijn hulp op illegale wijze naar Engeland zouden doorreizen.
De rechtbank stelt vast dat de behulpzaamheidshandelingen van verdachte hebben bestaan uit het onderhouden van contacten over de wijze van smokkel en het vervoeren van en het verschaffen van onderdak aan de in de tenlastelegging genoemde personen.
Uit de bewijsmiddelen blijkt ook dat die personen uit Irak zijn vertrokken, met behulp van smokkelaars via omwegen zijn vervoerd in vrachtwagens en in Nederland terechtgekomen met als doel dat zij naar Engeland zouden doorreizen. Zij werden telkens ergens afgezet en werden vervolgens na telefonisch contact door een volgende smokkelaar opgehaald en verder vervoerd. De betrokken personen zijn op deze wijze met verdachte in contact gekomen en vervolgens door hem vervoerd. Uit dit alles blijkt dat verdachte deel heeft uitgemaakt van een keten van smokkelaars/vervoerders die de gesmokkelden vanaf Irak naar Nederland hebben vervoerd, met als eindbestemming Groot Brittannië. Dat deze gesmokkelde personen nog niet op de beoogde eindbestemming waren gearriveerd, doet niet af aan het behulpzaam zijn bij het verblijven in Nederland en het doorreizen naar Groot Brittannië. Door het behulpzaam zijn maakt men zich schuldig aan het plegen dan wel medeplegen van mensensmokkel. Mensensmokkel is een voortdurend delict en is reeds voltooid op het moment dat de illegale doorreis een aanvang heeft gemaakt. Er is dus sprake van een voltooide mensensmokkel, zoals primair aan verdachte ten laste is gelegd.
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat er op enig moment sprake is geweest van levensgevaar voor de negen vervoerde personen. Verdachte zal van deze strafverzwarende omstandigheid vrijgesproken worden.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in
of omstreeksde periode van 28 augustus 2017 tot en met 29 augustus 2017 te Lelystad en/of Nunspeet en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer andere perso(o)n(en),
althans alleen, een ander ofanderen, te weten:
- [naam 4] of [naam 5] (geb [geboortedatum 2] 1983 te [geboorteplaats 2] , Irak) en
- [naam 6] of [naam 7]
(geb [geboortedatum 3] 1980 te [geboorteplaats 3] , Irak) en
/of
- [naam 8] (geb [geboortedatum 4] 2014 te [geboorteplaats 2] , Irak) en
/of
- [naam 9] (geb [geboortedatum 5] 2001 te [geboorteplaats 3] , Irak) en
/of
- [naam 10] of [naam 11]
(geb [geboortedatum 6] 1975 te [geboorteplaats 3] , Irak) en
/of
- [naam 12] (geb [geboortedatum 7] 1999 te [geboorteplaats 3] , Irak) en
/of
- [naam 13] (geb [geboortedatum 8] 1985 te [geboorteplaats 4] , Irak) en
/of
- [naam 14] (geb [geboortedatum 9] 1983 te [geboorteplaats 5] , Irak) en
/of
- [naam 15] (geb [geboortedatum 8] 1987 te [geboorteplaats 2] , Irak),
behulpzaam is
/zijngeweest bij de
het zich verschaffen van toegang tot ofdoorreis door Nederland met de bestemming Groot-Brittannië,
of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,terwijl hij, verdachte
en/of zijn mededader(s), wist
(en) of ernstige redenen had(den) te vermoedendat
die toegang ofdie doorreis wederrechtelijk was,
hebbende hij, verdachte
, en/of zijn mededader(s):
- contacten onderhouden
en/of instructies opgevolgdover de wijze van smokkel
van bovengenoemde perso
(o
)n
(en
)en
/of
- een voertuig (bestelbus) naar een afgesproken plek gereden om voornoemde
perso
(o)n
(en
)in dit voertuig te laten plaatsnemen en
/of deze/die perso
(o)n
(en
)naar een
tijdelijke verblijfplaats (voor overnachting) vervoerd en
/ofaan die perso
(o)n
(en
) die/een
tijdelijke verblijfplaats (overnachtingsplaats)
en/of voedsel en/of drinkenter beschikking
gesteld en
/of
- een voertuig (bestelbus) naar een afgesproken plek gereden om voornoemde perso
(o)n
(en
)
in dit voertuig te laten plaats nemen
en/of zich te verschansen in de laadruimte van dit
voertuig en/of
- de deuren van dit voertuig niet op slot gedaan waardoor bovengenoemde personen in dit voertuig konden klimmen en/of zich in de laadruimte konden verschansen,
door welk feit levensgevaar te duchten was voor een of meer van bovengenoemde
gesmokkelde personen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van mensensmokkel

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit in geval van veroordeling hooguit een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden aan verdachte op te leggen, al dan niet gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf en/of een werkstraf.
Beoordeling door de rechtbank
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Bij mensensmokkel worden mensen die, om wat voor reden dan ook, hun land willen verlaten op illegale wijze naar een ander - veelal westers - land vervoerd. De smokkelaars maken daarbij misbruik van de afhankelijkheid van deze personen, door voor het transport uit winstbejag (veel) geld te vragen. Verdachte heeft vervoer en onderdak verzorgd voor in totaal negen personen die op doorreis naar Groot Brittannië waren. De internationale georganiseerde smokkel van vreemdelingen is een fenomeen dat afbreuk doet aan de waardigheid van de mens omdat de mens daarbij slechts als handelswaar wordt gezien, waarmee geld te verdienen valt. Het vervoer vindt vaak onder mensonterende en gevaarlijke omstandigheden plaats. De verdachte heeft bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit en dus aan onwenselijke activiteiten.
In het voordeel van verdachte laat de rechtbank meewegen dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit met politie en justitie in aanraking is geweest. Ook laat zij meewegen dat niet is gebleken dat er tijdens het door verdachte verzorgde vervoer en verschafte onderdak sprake zou zijn geweest van mensonterende en gevaarlijke omstandigheden.
Alles overwegende komt de rechtbank tot oplegging van een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is gevorderd.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 47 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van
30 (dertig) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.S.M. Bak (voorzitter), mr. M.G.J. Post en mr. T.C. Henniphof, rechters, in tegenwoordigheid van A.B.M. Jansen , griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 februari 2018.
Bijlage I
hij in of omstreeks de periode van 28 augustus 2017 tot en met 29 augustus 2017 te Lelystad en/of Nunspeet en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer andere perso(o)n(en), althans alleen, een ander of anderen, te weten:
- [naam 4] of [naam 5] (geb [geboortedatum 2] 1983 te [geboorteplaats 2] , Irak)
- [naam 6] of [naam 7]
(geb [geboortedatum 3] 1980 te [geboorteplaats 3] , Irak) en/of
- [naam 8] (geb [geboortedatum 4] 2014 te [geboorteplaats 2] , Irak) en/of
- [naam 9] (geb [geboortedatum 5] 2001 te [geboorteplaats 3] , Irak) en/of
- [naam 10] of [naam 11]
(geb [geboortedatum 6] 1975 te [geboorteplaats 3] , Irak) en/of
- [naam 12] (geb [geboortedatum 7] 1999 te [geboorteplaats 3] , Irak) en/of
- [naam 13] (geb [geboortedatum 8] 1985 te [geboorteplaats 4] , Irak) en/of
- [naam 14] (geb [geboortedatum 9] 1983 te [geboorteplaats 5] , Irak) en/of
- [naam 15] (geb [geboortedatum 8] 1987 te [geboorteplaats 2] , Irak),
behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland met de bestemming Groot-Brittannië, of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- contacten onderhouden en/of instructies opgevolgd over de wijze van smokkel
van bovengenoemde perso(o)n(en) en/of
- een voertuig (bestelbus) naar een afgesproken plek gereden om voornoemde
perso(o)n(en) in dit voertuig te laten plaatsnemen en/of deze/die
perso(o)n(en) naar een tijdelijke verblijfplaats (voor overnachting)
vervoerd en/of aan die perso(o)n(en) die/een tijdelijke verblijfplaats
(overnachtingsplaats) en/of voedsel en/of drinken ter beschikking gesteld
en/of
- een voertuig (bestelbus) naar een afgesproken plek gereden om voornoemde
perso(o)n(en) in dit voertuig te laten plaats nemen en/of
zich te verschansen in de laadruimte van dit voertuig en/of
- de deuren van dit voertuig niet op slot gedaan waardoor bovengenoemde
personen in dit voertuig konden klimmen en/of zich in de laadruimte
konden verschansen,
door welk feit levensgevaar te duchten was voor een of meer van bovengenoemde
gesmokkelde personen ;
art 197a lid 5 Wetboek van Strafrecht
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 28 augustus 2017 tot en met 29 augustus 2017 te Lelystad en/of Nunspeet en/of elders in Nederland ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer andere perso(o)n(en), althans alleen
een ander of anderen, te weten :
- [naam 4] of [naam 5] (geb [geboortedatum 2] 1983 te [geboorteplaats 2] , Irak)
- [naam 6] of [naam 7]
(geb [geboortedatum 3] 1980 te [geboorteplaats 3] , Irak) en/of
- [naam 8] (geb [geboortedatum 4] 2014 te [geboorteplaats 2] , Irak) en/of
- [naam 9] (geb [geboortedatum 5] 2001 te [geboorteplaats 3] , Irak) en/of
- [naam 10] of [naam 11]
(geb [geboortedatum 6] 1975 te [geboorteplaats 3] , Irak) en/of
- [naam 12] (geb [geboortedatum 7] 1999 te [geboorteplaats 3] , Irak) en/of
- [naam 13] (geb [geboortedatum 8] 1985 te [geboorteplaats 4] , Irak) en/of
- [naam 14] (geb [geboortedatum 9] 1983 te [geboorteplaats 5] , Irak) en/of
- [naam 15] (geb [geboortedatum 8] 1987 te [geboorteplaats 2] , Irak),
behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland met de bestemming Groot-Brittanië, of hem/haar/hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s),
- contacten onderhouden en/of instructies opgevolgd over de wijze van smokkel
van bovengenoemde perso(o)n(en) en/of
- een voertuig (bestelbus) naar een afgesproken plek gereden om voornoemde
perso(o)n(en) in dit voertuig te laten plaatsnemen en/of deze/die
perso(o)n(en) naar een tijdelijke verblijfplaats (voor overnachting)
vervoerd en/of aan die perso(o)n(en) die/een tijdelijke verblijfplaats
(overnachtingsplaats) en/of voedsel en/of drinken aan die perso(o)n(en) ter
beschikking gesteld en/of
- een voertuig (bestelbus) naar een afgesproken plek gereden om voornoemde
perso(o)n(en) in dit voertuig te laten plaats nemen en/of
zich te verschansen in de laadruimte van dit voertuig en/of
- de deuren van dit voertuig niet op slot gedaan waardoor bovengenoemde
personen in dit voertuig konden klimmen en/of zich in de laadruimte
konden verschansen,
door welk feit levensgevaar te duchten was voor een of meer van bovengenoemde
te smokkelen perso(o)n(en),
terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Voetnoten

1.De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door van de politie Oost Nederland, Team Migratiecriminaliteit en Mensenhandeldistrict, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 20171212.1050, gesloten op 12 december 2017, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 27
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 36
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 34-35
6.Proces-verbaal methodieken, p. 14-15, proces-verbaal van verhoor van [naam 16] , p. 78-81 en verklaring verdachte ter terechtzitting.
7.Getuigenverklaring van [naam 17] , p. 69
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 34-35
9.Proces-verbaal van verhoor van [naam 10] , p. 38-42, [naam 14] , p. 43-46, [naam 4] , p. 47-50
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 361-368