Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- dat hij langs het ziekenhuis in Zevenaar kwam en een raam heeft ingegooid met een
baksteen;
- dat hij met zijn blote handen het glas uit het raam heeft getrokken en daarbij zijn
rechterhand heeft verwond;
- dat hij in de keuken een paar slokken soep heeft genomen en water heeft gedronken.
3.Bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 14 oktober 2017 tot en met 15 oktober 2017 te Zevenaar met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit [slachtoffer 1] heeft weggenomen etenswaren en
/ofdrank,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten deletoebehorende aan een ander ( [slachtoffer 1] ),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of die etenswaren en/of drank onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
en/of verbrekingen
/ofinklimming;
of omstreeksde periode van 14 oktober 2017 tot en met 15 oktober 2017, te Zevenaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning op of aan de [adres 2] heeft weggenomen een (hand)tas,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen (hand)tas onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel; (parketnummer 05/841130-17);
of omstreeksde periode van 14 oktober 2017 tot en met 15 oktober 2017, te Zevenaar, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een tuinhuis/tuinhuisje (op of aan een perceel aan [straat] ) weg te nemen
geld en/of etenswaren en/ofdrank
en/of (een) goed(eren) van zijn, verdachte's, gading, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 3] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachteen zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen
en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) van zijn, verdachte's gading onder
verbreking, inklimming en/of een valse sleutel,
een of meerglaslat
(ten
)van de deur en/of het/een raam van dat tuinhuis/tuinhuisje heeft vernield
en/of verbroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(parketnummer 05/841130-17);
of omstreeksde periode van 14 oktober 2017 tot en met 15 oktober 2017, te Zevenaar, opzettelijk en wederrechtelijk een schutting en/althans
een of meerschuttingde
(e)l
(en
),
een of meertuinpa
(a)l
(en
), een opblaaszwembad, een strandsetje
en/of een fiets, in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander, te weten aan [slachtoffer 4] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt
en/of weggemaakt; (parketnummer 05/841130-17).
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- het reclasseringsadvies van Iriszorg van 16 oktober 2017;
- het reclasseringsadvies van GGZ ERW Novadic-Kentron van 15 november 2017;
- het reclasseringsadvies van GGZ ERW Novadic-Kentron van 25 januari 2018.
8. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer 4]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 4 ten laste gelegde bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 230,00, te verhogen met de wettelijke rente.
9.De beoordeling van de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
- veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
- bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot 180 (honderdtachtig) dagen
- stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- zich uiterlijk binnen twee dagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij de verslavingsreclassering Vincent van Gogh te Venray en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich laat opnemen in de [naam 2] of een soortgelijke zorginstelling en zich daar ambulant zal laten behandelen, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de huisregels en aan de aanwijzingen die in het kader van die behandeling door of namens de behandelaars van die instelling zullen worden gegeven. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. De opname duurt zo lang als de reclassering noodzakelijk acht. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zal meewerken aan klinische opname ter detoxificatie voor de duur van maximaal 7 weken, indien de reclassering dit noodzakelijk acht;
- beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 4 tot betaling van
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 29 januari 2018, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van deze rechtbank van 19 juli 2017 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek van het voorarrest; - wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 29 januari 2018, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van deze rechtbank van 6 september 2017 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 3 weken met aftrek van het voorarrest; - wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 29 januari 2018, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van deze rechtbank van 16 augustus 2017 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 42 dagen;
heft ophet - geschorste - bevel tot
voorlopige hechtenis.
mr. G.J.M. van Wijk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 februari 2018.