ECLI:NL:RBGEL:2018:5813

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 december 2018
Publicatiedatum
12 april 2022
Zaaknummer
05/780117-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan hennepteelt in Deventer met illegale elektriciteitsafname

Op 10 december 2018 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen [verdachte], geboren in 1964 in Turkije, die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden op. De zaak kwam voort uit een onderzoek naar een hennepkwekerij in Deventer, waar in de periode van 1 april 2012 tot en met 17 maart 2015 hennepplanten werden geteeld. De verdachte was eigenaar van het pand dat werd gebruikt voor de kwekerij, en zijn zoon was de directeur van het bedrijf dat het pand huurde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte was van de activiteiten in het pand en dat hij het pand ter beschikking had gesteld voor de hennepteelt. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde feit, maar achtte de medeplichtigheid bewezen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 6 maanden geëist, maar de rechtbank legde een lichtere straf op, rekening houdend met de rol van de verdachte in vergelijking met andere betrokkenen. De rechtbank overwoog dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor overtredingen van de Opiumwet en dat er geen omstandigheden waren die een strafvermindering rechtvaardigden. De uitspraak is gedaan in het kader van het onderzoek 'Fiorino', dat zich richtte op een criminele organisatie die zich bezighield met hennepteelt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/780117-16
Datum uitspraak : 10 december 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [1964] te [geboorteplaats] (Turkije),
wonende te [adres 1] ,
raadsman: mr. L. de Leon, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 11 juli (+ 25 juli 2017), 24 oktober 2018 en 10 december 2018.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het samen met één of meer anderen dan wel alleen in de periode van 1 april 2012 tot en met 17 maart 2015 telkens opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken dan wel aanwezig hebben van hennep(planten/stekken) in een pand aan de [adres 2] in Deventer. Als dit niet kan worden bewezen, wordt hem de medeplichtigheid hieraan verweten.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 17 maart 2015 is in het bedrijfspand aan de [adres 2] in Deventer een reeds geoogste hennepkwekerij aangetroffen. In kweekruimte 1 zijn 1585 plantenpotten gevuld met aarde gevonden. Er waren geen hennepplanten aanwezig. Er zijn wel plantenresten van hennepplanten aangetroffen. In kweekruimte 2 zijn 1555 plantenpotten gevuld met aarde gevonden. Hier waren eveneens geen hennepplanten aanwezig, maar zijn wel plantenresten van hennepplanten aangetroffen. In de overige ruimtes zijn onder andere cannacutters en 94 droogrekken aangetroffen. In ruimte D1 (stekkerij) zijn 1950 plantenpotten gevuld met aarde gevonden. Er waren geen hennepplanten aanwezig. De verbalisant heeft in de ruimte wel diverse plantdelen van hennep gezien. De verbalisant heeft op grond van zijn kennis en ervaring geconstateerd dat het ging om hennepplanten. [3] De elektriciteit voor de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. [4]
In de kantoorruimte in het pand is een map met aankoopbewijzen van bouwmarkten aangetroffen. De aankoopbewijzen dateren van april 2012 tot en met juli 2012. [5] Een aantal van de goederen genoemd op de aankoopbewijzen is door de verbalisanten herleid naar de kwekerij. [6] Ook is een visitekaartje aangetroffen met daarop [naam BV 1] B.V., Naam: [medeverdachte 1] . [7]
In kweekruimte 1 is een peuk aangetroffen met daarop DNA-sporen die matchen met het DNA-profiel van [medeverdachte 2] . De matchkans met een willekeurig ander persoon is kleiner dan één op één miljard. [8]
[getuige 1] is werkzaam voor [naam BV 2] B.V. Dit bedrijf is de eigenaar van het perceel [adres 2] in Deventer. [getuige 1] heeft verklaard dat het pand wordt gehuurd door [naam BV 1] uit Velp. Op 1 mei 2014 is het huurcontract opgesteld, maar de huurder mocht al eerder in het pand. De datum waarop het energiecontract is ingegaan, is de datum waarop de huurder het pand in mocht. [9] [verdachte] heeft als directeur namens [naam BV 1] B.V. op 2 april 2012 de overeenkomst aansluiting en transport van elektriciteit met [naam BV 3] ondertekend. De aansluiting is met ingang van 5 april 2012 ter beschikking gesteld. [10] In september 2012 heeft er een opvallende daling in het energieverbruik plaatsgevonden, durende tot en met maart 2015. [11]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte vrijgesproken moet worden als medepleger, maar dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte als medeplichtige betrokken is geweest bij de hennepkwekerij aan de [adres 2] in Deventer.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat uit het dossier onvoldoende naar voren komt dat verdachte als medepleger of medeplichtige bij de kwekerij betrokken is geweest. Verdachte moet dan ook worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Door de verdediging wordt niet betwist en uit het dossier volgt ook dat er aan de [adres 2] in Deventer in de periode van 1 april 2012 tot en met 17 maart 2015 hennep is geteeld. De vraag die voorligt, is of verdachte als medepleger van het telen van hennep in dit pand kan worden aangemerkt.
Was er sprake van het medeplegen van hennepteelt?
Medeplegen is slechts bewijsbaar indien sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde - intellectuele of materiële - bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is.
De rechtbank overweegt hierover het volgende.
In het pand aan de [adres 2] in Deventer was een loods met aan de linkerkant een kantoorruimte gevestigd. Langs de rechterkant stonden pallets met onder andere luiers voor de ramen opgesteld. Voor het grootste deel stond de loods leeg. Over de gehele breedte van de loods was een wand geplaatst door middel van groene damwandplaten. In de afgesloten ruimte daarachter stond een heftruck geplaatst precies voor de zaagsneden in een wand. Achter die wand was de koelcel en daarachter is in een afgesloten ruimte de hennepkwekerij aangetroffen. [12]
Uit een op [naam 5] op 2 januari 2014 opgenomen gesprek volgt dat [medeverdachte 3] met [medeverdachte 1] heeft gesproken over financiën. [medeverdachte 1] heeft financiële steun gevraagd aan [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] zegt daarop dat hij al vier dagen zit te wachten,
“kutzooi is nog steeds niet gelukt/volgroeid.. als dat zo is, dan mats ik je wel”. In dat gesprek wordt verder onder andere de schuld van de vader van [medeverdachte 1] ( [verdachte] ) besproken, waarbij wordt aangegeven dat diens vermogen ook het vermogen van [medeverdachte 1] is. Uit het gesprek volgt dat [medeverdachte 3] al eens financiële steun heeft gegeven. [medeverdachte 3] zegt dat als het met hem goed gaat, het ook met [medeverdachte 1] goed gaat:
“Als ik dan straks .. ntv .. heb, .. ntv .. bepaalde .. ntv .. en dat gaat sowieso binnenkort gebeuren .. ntv .. Dan krijg je het ruim van mij! ...” [13]
Op 28 mei 2014 omstreeks 12.43 uur is er op [naam 5] een gesprek opgenomen tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] over de betaling van huur:
“ [medeverdachte 1] : Laat ik nu ..ntv.. geven, laat ik die 25 nog houden en de ander 25 zal ik deze week..ntv.. brengen..
[medeverdachte 3] : Heb je dit hier geteld?
[medeverdachte 1] : Tel het, tel het nog een keer ... ntv..
(je hoort het tellen van geldbriefjes)
[medeverdachte 1] : Akkoord.. 3400
(tellen van geld)
[medeverdachte 1] : Klopt het?
[medeverdachte 3] : Klopt.
[medeverdachte 1] : ..ntv.. Maandag zullen we de huur betalen?
[medeverdachte 3] : Laatst ook niet gestort/betaald, sinds twee maanden
[medeverdachte 1] : ..ntv..
[medeverdachte 3] : Maar hij geeft het op tijd..
[medeverdachte 1] : Nee klopt maar mijn vader heeft nog steeds die dinges niet geregeld. Als nu vader die huur via de bank overmaakt.. dan kan [naam 1] alles zien weet je.. mijn vader zal nu bij de bank het systeem veranderen..
[medeverdachte 3] : Ja.
[medeverdachte 1] : Snap je die wachtwoord allemaal, dan kan er niet meer dan 1 inkomen en zo.. daar is hij mee bezig
[medeverdachte 3] : Ja..
[medeverdachte 1] : Dit allemaal zal dus vandaag of morgen weetje.. daarom. Nu is het zo dat alleen mijn tante, mijn vader en ik het mogen zien.. Verder mag niemand het zien, maar bij ons bank[rekening] is het zo dat 5, 6 personen erin kunnen, snap je.. en als je het over de huur hebt, we hebben niet de middelen om de huur te betalen.. hoe moet je het doen?
[stilte]
[medeverdachte 1] : ..ntv.. is van [naam 2] , dat gaat niet omlaag en ook niet omhoog, 570 lira (lees euro) elke maand..
[medeverdachte 3] : (papier geritsel) ....ntv..
[medeverdachte 1] : De een is volgens mij de waterrekening en de andere is de stroom en het andere is het gas rekening.. alles komt apart..
[stilte]
[medeverdachte 3] : .. ntv ..
[medeverdachte 1] : ..ntv.. ..ntv.. daarom aan jou ..ntv.. en het andere is 900 lira ..ntv.. [stilte].. als jullie zeggen volgende week.. dan heb ik geld.. dan zal het betaald worden, het moet ook betaald worden er is geen andere keus.. Dit kan niet tegen haperingen weet je.. Dat we de 6de maand met een schone lei ingaan
[medeverdachte 3] : ..ntv.. Dit hier is 5 duizend.. de huur aan de man.. ntv.. van je eigen rekening overmaken
[medeverdachte 1] : ..ntv..
[medeverdachte 3] : Nee van je eigen bankrekening ..
[medeverdachte 1] : Ja maar bedoel je van mijn privé rekening?
[medeverdachte 3] : Dan ziet niemand het ..
[medeverdachte 1] : Wil ik wel doen maar?
[medeverdachte 3] : Dan ziet niemand het!
[medeverdachte 1] : Stel dat er shit is! .. Ntv ..” [14]
Op dezelfde dag omstreeks 15.56 uur volgt er een gesprek op [naam 5] tussen [medeverdachte 3] en [naam 3] , afkomstig uit Apeldoorn. [naam 3] vraagt hoeveel maanden huur hij nou heeft betaald, waarop [medeverdachte 3] zegt dat hij het twee keer heeft gegeven en dat hij hem net vijfduizend heeft gegeven. [naam 3] geeft aan dat ‘hij’ (rechtbank: [medeverdachte 1] ) het nog niet heeft overgemaakt. Hij zou het afgelopen maandag doen. [naam 3] heeft hem hierover gebeld en aangegeven dat ze iets hebben afgesproken en dat ze nu twee maanden achter lopen. [15]
Door de politie zijn de bankmutaties van de [bank] bankrekening van [naam BV 1] B.V. opgevraagd. Daaruit volgt dat, na bovengenoemde gesprekken, op 18 juni 2014 € 2.520,83 van de bankrekening van [naam BV 1] B.V. is overgemaakt aan [naam BV 2] , de eigenaar van het perceel [adres 2] in Deventer. [16]
Op 5 augustus 2014 is in [naam 5] een gesprek opgenomen tussen [medeverdachte 5] (G) en [medeverdachte 1] (V):
“(…)
G: Hee je moet wel wat spullen terugzetten. In ieder geval als de deur open staat.. Het gaat mij er om dat als de deur open staat dat er een rij spullen staan zeg maar.
V: Ja
G: De hal hoeft niet vol te staan, maar als ik de voordeur open gooi en er staat niks..
V: Ja ik zeg dan.. Mijn vader heeft met [naam 3] al gesproken.. Wij zitten hier ook in wat andere situaties
G: Ja okee, maar dan had hij beter even langs kunnen komen want zo ga je echt onnodig risico nemen snap je?
V: Dat snap ik ook wel, maar ja, ik heb...
G: Wij doen de deur open... Als je chauffeur even naar binnen kijkt.. wij komen daar regelmatig, dan denk je: die wordt ook nog niet ntv! Er staat niks. Dat moet je zien te voorkomen. Je mag wel de goedkoopste van de goedkoopste neerzetten, aller goedkoopste wat je hebt.. als er maar wat staat. De enigste plekken die gevaarlijk zijn is voor als jij de deur zo open doet, daar moet ook wat staan toch?
toch?
V: Daar aan die raamgedeelte gewoon.
G: Die raamgedeelte, en ook wel langs de kant eh…
(…)
V:Ja, die ijzeren deur.
G: Daar moet wat staan, en dan en nog drie palletjes tegen de achterwand aan… graag (…)
G: ntv bestel je het aller goedkoopste wat ze in hun assortiment hebben, bestel jij ntv
V: Ja maar wat is het goedkoopst? Wat goedkoop is, is water bijvoorbeeld. Water. Container kost vijfduizend euro. En dan macaroni. Container kost 13 duizend euro. Maar ja, we hebben ook schulden aan hem, snap je?
(…)
G: Maar dan moet je dat even komen overleggen en niet zomaar die hal leeg trekken! (…)”. [17]
[verdachte] heeft verklaard dat hij zelf met de eigenaar van het pand aan de [adres 2] in Deventer heeft gesproken over de huur. Zijn zoon heeft de sleutels van het pand. De administratie van zijn bedrijf wordt geregeld door zijn zusje. [naam 3] is een vriend van hem. [18]
[getuige 2] heeft verklaard dat de zoon van [naam BV 1] (rechtbank: [medeverdachte 1] ) wel eens pallets kwam ophalen op [naam 5] en dat hij heeft gezien dat die zoon dan af en toe geld mee nam wat hij kreeg van [medeverdachte 3] . [19]
Volgens [medeverdachte 2] was het hok in Deventer, die met die koelcellen, van [naam 3] uit Apeldoorn en van [naam 5] . [medeverdachte 2] heeft verklaard dat het hok al drie jaar voor de inval draaide. [naam 3] heeft hem verteld dat ze vanaf het tweede jaar echt gingen verdienen. Per oogst ging het om 100 kilo en er werd elke vier weken geoogst. [medeverdachte 2] weet dit, omdat hij er zelf heeft geknipt. [20] [medeverdachte 2] heeft [naam 3] herkend op een aan hem getoonde foto van [naam 3] . [21] Waar hij [medeverdachte 2] spreekt over [naam 3] bedoelt hij dus [naam 3] .
[getuige 3] heeft verklaard dat hij in de Harderwijkerstraat in Deventer een meting heeft verricht om te kijken hoeveel stroom er nodig was. Vervolgens heeft hij een bord gemaakt voor die capaciteit. [getuige 3] heeft van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] zelf gehoord dat die kwekerij van hen was. Er zijn veel problemen geweest met de aansluiting op het lichtnet. [naam 6] heeft de elektra aangelegd. [naam 6] kreeg het echter niet voor elkaar om de kabels aan elkaar te koppelen. Hij heeft daarover meerdere keren contact gehad met [getuige 3] . [getuige 3] heeft uiteindelijk voor [naam 6] speciale freesklemmen besteld. [getuige 3] denkt dat ze wel een week of twee met de problemen met de stroomvoorziening bezig zijn geweest. Alles is daarvan afhankelijk, omdat de lampen pas kunnen gaan branden op het moment dat er stroom is. [naam 6] heeft hem zelf verteld dat hij uren op de locatie Deventer bezig is geweest om de aansluiting voor elkaar te krijgen. In deze kwekerij hingen twee keer negentig lampen van elk 1000 watt. [getuige 3] stond erbij toen [medeverdachte 5] de lampen bestelde. [medeverdachte 2] is in deze kwekerij in ieder geval twee keer geweest om te oogsten en heeft de leidingen voor de airconditioning aangelegd. [22]
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich als medeplichtige heeft schuldig gemaakt aan het telen van hennep in het pand aan de [adres 2] in Deventer.
Uit de bewijsmiddelen volgt immers dat in ieder geval [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] , [getuige 3] , [medeverdachte 2] , [naam 6] , [medeverdachte 1] , [verdachte] en [naam 3] betrokken waren bij deze kwekerij. Het pand is gehuurd door [naam BV 1] B.V., waarvan [verdachte] de eigenaar is en zijn zoon, [medeverdachte 1] , de directeur. De rechtbank is van oordeel dat dit bedrijf is gebruikt als dekmantel om de werkelijke activiteiten in het pand, de hennepkwekerij, te verbloemen. De kwekerij is gestart door [naam 5] , waarbij [getuige 3] degene is geweest die elektriciteitsmetingen heeft verricht en vervolgens een schakelbord heeft gemaakt voor de gemeten capaciteit. [naam 6] heeft de elektra aangelegd, maar liep tegen problemen aan, waarbij [getuige 3] hem heeft geholpen. Pas op het moment dat deze problemen waren verholpen, konden de lampen in de kwekerij gaan branden. [medeverdachte 2] is meermalen in deze kwekerij geweest. Hij heeft de leidingen voor de airconditioning aangelegd en heeft meerdere keren geknipt. [medeverdachte 3] heeft zich met de betaling van de huur van het pand bemoeid. Hij heeft contante bedragen meegegeven aan [medeverdachte 1] en besprak met hem op welke wijze de huur moest worden betaald. Ook [naam 3] heeft hierover gesprekken gevoerd, zowel met [medeverdachte 3] als met [medeverdachte 1] en zaken met betrekking tot de huur geregeld. [medeverdachte 1] heeft in mei 2014 aangegeven dat op dat moment de betaling nog niet kon lopen via de bankrekening van [naam BV 1] B.V., omdat daar meerdere mensen op mee konden kijken en vanwege de financiën van het bedrijf dan niet verklaard kon worden hoe die huur wel kon worden betaald. Zijn vader, [verdachte] , zou dat gaan regelen. Dat [verdachte] dit heeft geregeld, concludeert de rechtbank uit de omstandigheid dat op 18 juni 2014 wél de huur vanaf de bankrekening van [naam BV 1] B.V. is overgemaakt naar de eigenaar van het perceel [adres 2] in Deventer, [naam BV 2] Tot slot volgt uit het gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] dat [medeverdachte 5] op de hoogte is van de kwekerij en advies heeft gegeven over de inrichting van het pand om het te laten lijken op een goedlopend - legaal - bedrijf. De tijdens de doorzoeking aangetroffen situatie komt overeen met het advies dat door [medeverdachte 5] is gegeven.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte [verdachte] ervan op de hoogte was dat het door hem onderverhuurde pand werd gebruikt voor het telen van de hennep. De rechtbank acht met de officier van justitie en de verdediging deze rol van verdachte onvoldoende voor een kwalificatie als medepleger. Zij zal verdachte dan ook van het primair tenlastegelegde vrijspreken. Op grond van al het voorgaande acht zij echter wel de medeplichtigheid bij de hennepteelt in deze kwekerij bewezen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is bewezen dat de verdachte het volgende, subsidiair tenlastegelegde, feit heeft begaan, te weten dat:
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5]
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 april 2012 tot en met 17 maart 2015, te Deventer, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, (telkens
)opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad(in een pand aan [adres 2] )
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 3140,
althans een groot aantalhennepplanten en
/of1950 hennepstekken en/of delen daarvan,
in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in
of omstreeksde periode van 1 april 2012 tot en met 17 maart 2015, te Deventer
en/of te Velp, gemeente Rheden, in elk geval in Nederland,meermalen,
althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens
)opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan/voor bovengenoemde persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten en/of hennepstekken te verhuren en
/ofter beschikking te stellen en
/ofde elektriciteitsaansluiting aan te vragen en/of te regelen en
/ofde elektriciteitsrekening te betalen.
(zakendossier 2).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert subsidiair op:
Medeplichtigheid aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet, gegeven verbod, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
7. Overwegingen ten aanzien van de straf
Het standpunt van de officier van justitieDe officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Het standpunt van de verdediging
Door de raadsman van verdachte is geen strafmaatverweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het volgende.
Verdachte was betrokken bij een criminele organisatie die zich gedurende een aanzienlijke periode, vanuit growshop [naam 5] , bezig heeft gehouden met hennepteelt. Er werd gehandeld in duizenden hennepstekken en honderden kilo’s hennep. Het knippen en het drogen van de hennep werd vanuit [naam 5] georganiseerd, maar deze bewerking vond plaats in hennepkwekerijen of drogerijen die elders waren gevestigd. De hennepkwekerijen werden vanuit [naam 5] opgezet, aangestuurd en onderhouden. Er was sprake van een professionele organisatie waar veel geld in omging.
De elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij werd op illegale wijze afgenomen, wat aanzienlijke benadeling van de energieleverancier(s) meebrengt. Daarbij komt dat hennepkwekerijen waarbij op illegale wijze elektriciteit wordt onttrokken aan het net en de elektrische installatie vaak ondeskundig wordt aangelegd, (brand)gevaar opleveren voor de omgeving.
Verdachte is als medeplichtige betrokken geweest bij één hennepkwekerij van [naam 5] door onder andere zijn pand ter beschikking te stellen. Hennep is een softdrug die bij langdurig gebruik kan leiden tot schade aan de gezondheid. De handel in softdrugs is al sinds lange tijd grotendeels in handen van criminelen en/of criminele organisaties. Met de hennepteelt worden grote winsten gemaakt, winsten die zowel in als buiten de reguliere en legale economie worden geïnvesteerd. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat deze handel gepaard kan gaan met allerlei andere vormen van criminaliteit, waaronder geweldsmisdrijven.
De rechtbank stelt ambtshalve vast dat de strafzaak van verdachte onderdeel uitmaakt van het onderzoek ‘Fiorino’, zijnde een zeer omvangrijk onderzoek, waarin na ontvangst van het volledige (ook zeer omvangrijke) dossier, door de verdediging van de diverse verdachten veel onderzoekswensen zijn gedaan en (voor een groot deel) ook zijn gehonoreerd. De rechtbank is van oordeel dat de lange duur van het strafproces door deze omstandigheden, en door de proceshouding van verdachte en/of zijn medeverdachten, wordt gerechtvaardigd. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een schending van de redelijke termijn. Dit neemt echter niet weg dat sprake is van een fors tijdsverloop sinds het plegen van de feiten, waarmee door de rechtbank rekening zal worden gehouden.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op de inhoud van het uittreksel uit de justitiële documentatie, d.d. 13 september 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet.
Verdachte is niet naar de zitting gekomen. De rechtbank heeft dan ook maar een beperkt beeld gekregen van de persoon van verdachte en van de beweegredenen van zijn handelen. De persoonlijke omstandigheden van verdachte bieden naar het oordeel van de rechtbank geen ruimte voor enige strafvermindering.
Gelet op de ernst van het feit en de rol van verdachte daarin acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar passend en geboden. De rechtbank wijkt daarmee af van de eis van de officier van justitie nu zij de rol van verdachte anders weegt in vergelijking met de andere verdachten in het Fiorino-onderzoek.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 48 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het primair tenlastegelegde feit.
 verklaart bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde feit, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
 bepaalt, dat deze gevangenisstraf,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
 dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. Jansen-van Leeuwen (voorzitter), mr. J.J.H. van Laethem en mr. K.A.M. van Hoof, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. M.S. Verhagen en D.T.P.J. Damen, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 december 2018.
BIJLAGE
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2012 tot en met 17 maart 2015, te Deventer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal)
ongeveer 3140, althans een groot aantal hennepplanten en/of 1950 hennepstekken en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
subsidiair
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2012 tot en met 17 maart 2015, te Deventer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2] )
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 3140, althans een groot aantal hennepplanten en/of 1950 hennepstekken en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2012 tot en met 17 maart 2015, te Deventer en/of te Velp, gemeente Rheden, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan/voor bovengenoemde persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten en/of hennepstekken te huren en/of ter beschikking te stellen en/of de electriciteitsaansluiting aan te vragen en/of te regelen en/of de electriciteitsrekening te betalen;
(zakendossier 2)

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is in de bijlage te vinden.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Eenheid Oost Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek 07DZW11001 (Fiorino), gesloten op 1 februari 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de volgende afkortingen: AD (algemeen dossier), ZD (zaaksdossier), PD (persoonsdossier) en BD (beslagdossier).
3.PV aantreffen hennepkwekerij, ZD 2, p. 9179-9183, met bijlagen.
4.Aangifte namens [naam BV 3] B.V., ZD 2, p. 9195-9197, met bijlagen.
5.PV van bevindingen, ZD 2, p. 9216-9217, met bijlagen.
6.PV van bevindingen, ZD 2, p. 9228-9229, met bijlagen.
7.PV van bevindingen, ZD 2, p. 9216-9217, met bijlagen.
8.PV bevindingen inbeslaggenomen goed, ZD 2, p. 9280-9281, rapport van het Nederlands Forensisch instituut, ZD 2, p. 9273, met bijlage, en het aanvullend rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, ZD 2, p. 9276-9277, met bijlage.
9.PV verhoor getuige [getuige 1] , ZD 2, p. 9241-9243 en p. 9244-9246.
10.PV bevindingen uitlevering van bescheiden gegevens, ZD 2, p. 9284-9285, met bijlagen.
11.PV dossier: (V) [adres 2] Deventer, ZD 2, p. 9143, en het PV van bevindingen van 12 september 2018.
12.PV aantreffen hennepkwekerij, ZD 2, p. 9179-9180.
13.[naam 5] , PD [medeverdachte 1] , p. 105-106.
14.[naam 5] , PD [medeverdachte 1] , p. 58-59.
15.[naam 5] , ZD 2, p. 9305-9306.
16.PV dossier: (V) [adres 2] Deventer, p. 9140-9141.
17.[naam 5] , ZD 2, p. 9307-9308.
18.PV van verhoor verdachte [verdachte] , ZD 2, p. 9349, p. 9353 e.v. en p. 9411.
19.PV van verhoor verdachte [getuige 2] , eerste en derde verhoor, PD [getuige 2] , p. 44, p. 62 en p. 67.
20.PV van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , PD [medeverdachte 2] , p. 163 en p. 192, en PV, PD [naam 3] , p. 4.
21.Aanvullend pv, ZD 2, p. 29 en 101.
22.PV getuigenverhoor [getuige 3] bij de rechter-commissaris op 16 en 17 april 2018.