Op 22 februari 2018 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, geboren op 18 december 1980 te Mogadishu, Somalië, een verzoekschrift heeft ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoekster heeft de rechtbank verzocht om de gemeente Arnhem, als weigerende schuldeiser, te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. De gemeente Arnhem heeft aangegeven wel te willen instemmen, maar dit niet te kunnen doen op grond van artikel 60c van de Participatiewet, die hen verbiedt om medewerking te verlenen aan een schuldregeling bij overtreding van informatieverplichtingen.
De rechtbank heeft de feiten en standpunten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Verzoekster heeft een totale schuldenlast van € 17.472,78, waarvan de gemeente Arnhem een vordering heeft van € 3.473,08. De rechtbank heeft vastgesteld dat het voorstel voor de schuldregeling goed en betrouwbaar is gedocumenteerd en dat het aanbod het uiterste is waartoe verzoekster financieel in staat is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de gemeente Arnhem in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, gezien de onevenredigheid tussen het belang van de gemeente en dat van verzoekster en de overige schuldeisers.
De rechtbank heeft daarom het verzoek van verzoekster toegewezen en de gemeente Arnhem bevolen in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.S.W. Lucassen en is uitvoerbaar bij voorraad. Tegen deze uitspraak kan door de schuldeiser(s) hoger beroep worden ingesteld binnen acht dagen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.