ECLI:NL:RBGEL:2018:5763
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake de vereffening van een huwelijksvermogen naar Turks recht met betrekking tot de verdeling van vermogensbestanddelen en schulden
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 31 oktober 2018 een vonnis gewezen over de vereffening van een huwelijksvermogen tussen twee partijen, waarbij het Turkse huwelijksvermogensrecht van toepassing is. De eiser in conventie, wonende te Doesburg, en de gedaagde in conventie, wonende te Zevenaar, hebben beiden een advocaat ingeschakeld. De rechtbank heeft eerder op 16 mei 2018 een tussenvonnis gewezen waarin werd vastgesteld dat het huwelijksvermogensregime tussen partijen wordt beheerst door Turks recht. De rechtbank heeft de systematiek van het Turkse huwelijksvermogensrecht in detail besproken, inclusief de overgang van een algehele scheiding van goederen naar een regime van verwervingsdeelneming per 1 januari 2002.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen huwelijksgoederengemeenschap bestaat voor de periode tot 1 januari 2002, en dat de woning die partijen gezamenlijk bezitten, geen deel uitmaakt van de huwelijksgoederengemeenschap. De partijen hebben ter zitting overeenstemming bereikt over de verkoop van de woning en de benoeming van een taxateur. De rechtbank heeft de vorderingen van de vrouw in reconventie, waaronder een machtiging tot verkoop van de woning, afgewezen, omdat de verkoop al in gang was gezet.
De rechtbank heeft ook de verdeling van de vermogensbestanddelen en schulden beoordeeld, waarbij de peildatum voor de omvang van het huwelijksvermogen is vastgesteld op 3 oktober 2013. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de schulden niet voor verdeling vatbaar zijn en dat de vorderingen van de man met betrekking tot de betaling van de helft van de schulden door de vrouw zijn afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.