Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
beschikking gezag
Raad voor de Kinderbescherming (nader te noemen: de Raad),
Het verloop van de procedure
De feiten
Het verzoek
Het standpunt van de ouders
De beoordeling
Op grond van het tweede lid van deze bepaling moeten de staten die partij zijn het kind verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn, rekening houdend met de rechten en plichten van zijn of haar ouders en nemen zij hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen.
De vader is meegegaan omdat de moeder op dat moment in een rolstoel zat. Daarmee heeft de moeder haar eigen wens om te roken voorrang gegeven op het belang om van haar pasgeboren baby om bij haar te zijn. De vader is hierin meegegaan; hij heeft zich laten leiden door de wens/behoefte van de moeder en niet door het belang van zijn dochter. Later kwam de moeder niet voor de voeding van [minderjarige] van 8:15 uur, omdat zij zelf eerst wilde ontbijten. Toen hierover discussie ontstond met het verplegend personeel, heeft de moeder ongepaste termen gebruikt en uitte zij zich dreigend naar hen. De moeder heeft dit ter zitting ontkend, maar de rechtbank ziet geen aanleiding om aan de meldingen van het ziekenhuis hierover te twijfelen. Na de plaatsing van [minderjarige] bij de zus van de vader en diens partner, is de ouders de mogelijkheid geboden om haar te bezoeken. Er bestaat enige onduidelijkheid over de vraag hoe dit is verlopen en wie een aansturende rol heeft gespeeld bij de frequentie en duur van de bezoeken. Het lijkt erop dat de regievoering van een gezinsvoogd of drangmedewerker hierbij node werd gemist. Het staat evenwel vast dat de moeder [minderjarige] (te) weinig bezocht heeft. Tijdens de zitting heeft de moeder aangegeven dat zij [minderjarige] nu twee maanden niet heeft gezien. Het is te begrijpen dat de moeder het moeilijk vindt om te zien dat een pleegmoeder (naar haar mening) doet alsof zij de moeder van [minderjarige] is. Toch had wel van haar kunnen worden verwacht dat zij, bijvoorbeeld in overleg met de vader of met andere betrokkenen/hulpverleners, de mogelijkheden had onderzocht om het bezoek op een andere manier vorm te geen. Dit heeft de moeder niet gedaan, waaruit opnieuw naar voren komt dat zij haar eigen emoties/belangen volgt en hierbij het belang van [minderjarige] (te weten: om een band met haar moeder te creëren) niet voorop kan stellen.