Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
en
C/05/340087 / FA RK 18-2184 (beëindiging gezag)
Raad voor de Kinderbescherming (nader te noemen: de Raad),
Het verloop van de procedure
De feiten
Het standpunt van de Raad
Het standpunt van de GI
Het standpunt van de moeder
De beoordeling
Op grond van het tweede lid van deze bepaling moeten de staten die partij zijn het kind verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn, rekening houdend met de rechten en plichten van zijn of haar ouders en nemen zij hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen.
verbonden is. Dit onderzoek is door de moeder geweigerd zodat een ander of genuanceerder beeld over de capaciteiten van de moeder ook niet voorhanden is.