ECLI:NL:RBGEL:2018:5607

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 december 2018
Publicatiedatum
21 december 2018
Zaaknummer
05/740041-18 + 16/661449-15 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor (voorbereiden van) amfetamineproductie, het vormen van een criminele organisatie en dumping van drugsafval

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 20 december 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de productie van amfetamine en het vormen van een criminele organisatie. De verdachte, geboren in 1985 en woonachtig in Nijmegen, werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie die zich richtte op de productie van amfetaminen en het dumpen van drugsafval. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 23 augustus 2017 tot en met 23 januari 2018 op verschillende locaties in Nederland heeft deelgenomen aan deze organisatie, samen met medeverdachten. De rechtbank heeft ook bewijs gevonden van de productie van amfetamine in een drugslaboratorium dat op 23 januari 2018 werd ontdekt in Milsbeek. De verdachte was verantwoordelijk voor het ophalen van afval en het schoonmaken van het laboratorium. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het voorbereiden en bevorderen van de amfetamineproductie, evenals aan de dumping van drugsafval op 15 januari 2018. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met inachtneming van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van een in beslag genomen telefoontoestel bevolen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/740041-18 + 16/661449-15 (tul)
Datum uitspraak : 20 december 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1985 te [geboorteplaats] , wonende te Leuvensbroek 1528, 6546 XW Nijmegen
thans gedetineerd te HvB Ooyerhoekseweg - Zutphen te Zutphen
raadsman: mr. G.R. Stolk, advocaat te Schiedam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 9 mei 2018, 25 juli 2018, 2 oktober 2018, 3 december 2018 en 6 december 2018.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Aan verdachte is -kort gezegd- ten laste gelegd dat:
feit 1
hij in de periode van 23 augustus 2017 tot en met 23 januari 2018 op verschillende plekken in Nederland heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die als doel had het produceren van amfetaminen, samen met medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] ;
feit 2
hij in de periode van januari 2017 tot en met 23 januari 2018 in Milsbeek samen met anderen amfetaminen heeft geproduceerd;
feit 3
hij in de periode van januari 2017 tot en met 23 januari 2018 op verschillende plekken in Nederland samen met anderen voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en gelden voorhanden heeft gehad om het produceren van amfetaminen voor te bereiden en/of te bevorderen,
of, indien dat niet kan worden bewezen, dat hij daaraan medeplichtig is geweest door het huren van bussen, het schoonmaken van een loods en het vervoeren van stoffen;
feit 4
hij op 15 januari 2018 te Aalst en/of Kesteren samen met anderen twee 220-litervaten met daarin drugsafval buiten heeft achtergelaten nabij een wegkruising.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
ten aanzien van feit 2 en feit 3
Op 23 januari 2018 wordt in de loods gelegen aan de [adres 2] te Milsbeek een drugslaboratorium aangetroffen. Dit laboratorium wordt onderzocht door de LFO. In de loods worden vier ruimtes aangetroffen: een laboratoriumruimte, een kristallisatieruimte, een opslagruimte en de loods op zich.
In de laboratoriumruimte worden onder andere de volgende stoffen en voorwerpen aangetroffen:
  • meerdere zakken met daarin naar APAA(N) geurend poeder;
  • (dop)vaten, jerrycans en emmers gevuld met vloeistoffen/vaste stoffen/residu naar BMK, amfetamine of zuren geurend;
  • rondbodemkolven, een verwarmingsmantel, koelers, een scheitrechter en maatbekers;
  • stellage van een verwarmingsmantel en industriële rondbodemkolf met daarin sterk zure (rokende) vloeistof / residu;
  • 2 glazen koelers in reflux-opstelling, die verbonden waren met een IBC/gaswasser;
  • destillatieopstelling, waarin een bruine olieachtige vloeistof en waaronder een maatbeker met daar weer in een restant gele olieachtige vloeistof geurend naar amfetamine.
In de kristallisatieruimte worden onder andere de volgende stoffen en voorwerpen aangetroffen:
  • 37 zakken met in totaal 925 kilogram caustic soda;
  • 1 kilogram witte brokken in een plastic tas bevattende BMK-glycidezuur;
  • een vriezer met daarin emmers waarin 120 gram pastavormige substantie bevattende amfetamine;
  • een koelbox met daarin een zakje met roze pasta en een zakje met wit poeder, beide bevattende amfetamine;
  • jerrycans en flessen met vloeistoffen, al dan niet geurend naar amfetamine of zuur;
  • een verwarmingsmantel, industrieel laboratoriumglaswerk, koppelingen, koeler, maatbekers, vacuümsealmachines, koolstoffilter, vloeistofpomp en rondbodemkolven.
In de opslag worden onder andere de volgende stoffen en voorwerpen aangetroffen:
  • zakken met afval geurend naar APAA(N), 61 emmers geëtiketteerd caustic soda,
  • dopvaten met in totaal ongeveer 400 liter amfetaminegerelateerd afval;
  • een klemdekselvat van in totaal 120 liter, geheel gevuld met amfetaminegerelateerd afval;
  • emmers met amfetaminegerelateerd afval;
  • vaten en jerrycans gevuld met zuren en formamide;
  • 75 kilogram caustic soda;
  • bakken en vaten met residu geurend naar amfetamine, gele kristallen;
  • een koolstoffilter, een vacuümpomp, een afzuiger.
In de loods worden onder andere de volgende stoffen en voorwerpen aangetroffen:
  • zakken met in totaal 350 kilogram poeder bevattende APAA;
  • industrieel glaswerk, een verwarmings- en koelmachine, een verwarmingsmantel, een rondbodemkolf, een handpomp en een mixer geurend naar amfetamine.
De aangetroffen poeders, pasta’s en vloeistoffen zijn door het NFI onderzocht. In de stoffen is amfetamine, BMK (BenzylmethylKeton), zwavelzuur en zoutzuur aangetoond. [4]
ten aanzien van feit 4
Op 15 januari 2018 worden op de kruising van de [adres 3] met de Rijndijk in Aalst vaten en jerrycans met daarin vermoedelijk synthetisch drugsafval gedumpt vanuit een bus met kenteken [kenteken] . De grote vaten lekten. [5] Onderzoek laat zien dat het gaat om twee 220-liter dopvaten en 28 jerrycans met daarin materiaal dat amfetamine en N-formylamfetamine bevat. Dit materiaal is te relateren aan afval van de vervaardiging van amfetamine uit BMK. [6]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat alle aan verdachte tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft het woord ter verdediging gevoerd en geconcludeerd tot vrijspraak voor alle feiten.
Beoordeling door de rechtbank
ten aanzien van feit 2 en feit 3
Het LFO heeft de schaalgrootte van het drugslaboratorium onderzocht en zich hierbij gebaseerd op 35 aangetroffen lege verpakkingen van 25 kilogram waarin zeer waarschijnlijk APAA heeft gezeten. Het LFO neemt daarbij aan dat 35 x 25 kilogram = 875 kilogram APAA is verwerkt. Per kilogram APAA kan 1 kilogram amfetaminepasta worden geproduceerd. Het LFO gaat er daarom vanuit dat er 875 kilogram amfetaminepasta is geproduceerd in het drugslaboratorium. [7]
Verdachte [medeverdachte 3] heeft verklaringen afgelegd over de loods, het daar aangetroffen drugslaboratorium en wie daarbij betrokken zijn.
[medeverdachte 3] verklaart dat hij de huurder van de loods aan de [adres 2] is. Met [medeverdachte 1] is het idee om een drugslab te beginnen ontstaan. [medeverdachte 1] regelde alles als het om het lab ging. Als er bijvoorbeeld iets kapot was of niet goed liep dan regelde [medeverdachte 1] dat en besprak [medeverdachte 3] dat met hem. Als hij over ‘partners’ praat, dan bedoelt hij daar [medeverdachte 1] mee. [medeverdachte 3] kreeg geld van [medeverdachte 1] om de huur te betalen voor de loods. [medeverdachte 1] haalde het eindproduct op. [medeverdachte 1] zou de loods mee helpen schoonmaken toen [medeverdachte 3] wilde stoppen. [8] [medeverdachte 1] zei [medeverdachte 3] het eindproduct klaar te zetten. [9]
[medeverdachte 2] bracht wel eens spullen bij de loods. [medeverdachte 2] heeft vier of vijf keer met [medeverdachte 3] in het laboratorium gewerkt. Zij waren dan bezig met het produceren van A-olie, het voorbereiden daarvan en met andere lab-gerelateerde werkzaamheden. Ze werkten dan 6 tot 12 uur achter elkaar. [medeverdachte 2] zou de loods mee helpen schoonmaken toen [medeverdachte 3] wilde stoppen. [10]
[verdachte] kwam met een busje de vaatjes met afval halen bij de loods. [medeverdachte 3] heeft hem vaker bij de loods gezien. Samen zouden [medeverdachte 3] en [verdachte] het laboratorium schoonmaken en opruimen. [verdachte] zou de loods mee helpen schoonmaken toen [medeverdachte 3] wilde stoppen. [11]
Zijn eigen taak was het maken van A-olie en daar is hij begin 2017 mee begonnen. Hij kreeg bij de eerste spullen voor de productie een papiertje met instructies dat hij opvolgde. Hij zou daar € 100,- per liter voor krijgen. Er kwam steeds een groter bolletje in het laboratorium voor de productie. Hij maakte notities die zagen op de huur van de loods of de productie van de olie. [12] Hij heeft zelf ten behoeve van het drugslaboratorium een waterpomp geïnstalleerd. [13]
Voor het halen en brengen van goederen zag [medeverdachte 3] busjes bij de loods. [14]
In de loods is een masker aangetroffen. Op de banden en het mondstuk van het masker zijn sporen aangetroffen waarvan het DNA-profiel matcht met dat van [medeverdachte 2] . [15]
Tijdens de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 2] is een bon van [naam 1] aangetroffen van de aankoop van 7 emmers caustic soda à 10 kilo per emmer, plus 2 emmers tegoed. De aankoop vond plaats op 18 januari 2018. [16]
In de loods zijn de notities waarover [medeverdachte 3] verklaart gevonden. Op deze notities is onder andere zichtbaar dat opgeschreven is “Den bespreking 20:00 uur”. [17] De notities zijn onderzocht door het LFO. De interpretatie van het LFO is dat de teksten onder andere een administratie zijn van verhoudingen en tijden en een omschrijving van de verschillende fases van de omzetting van een pre-precursor en productie van vermoedelijk amfetamine volgens de Leuckartsynthese. [18] Daarnaast behelzen de aantekeningen een enkele afspraak en/of taakverdeling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] .
In het politieonderzoek zijn telefoontaps geplaatst.
Op 17 januari 2018 belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] belt en geeft bij hem aan “niet met die blauwe smurfen uit de voeten te kunnen”. [19] Op 21 januari 2018 bellen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] over “dikke bertha” en over liters. [20]
[medeverdachte 3] heeft hierover verklaard dat hij met de blauwe smurfen de grote blauwe vaten bedoelt waarin grondstoffen zitten, dat hij met dikke bertha de bol in het laboratorium heeft bedoeld en dat met liters, liters A-olie worden bedoeld. [21]
Op 19 januari 2018 en 20 januari 2018 hebben [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] telefonisch contact met elkaar. [22]
[medeverdachte 3] heeft hierover verklaard dat deze gesprekken lab-gerelateerd zijn. [23]
Gelet op de genoemde bewijsmiddelen concludeert de rechtbank het volgende.
Nadat het plan is opgevat om een amfetaminelaboratorium op te zetten is [medeverdachte 3] in het laboratorium de A-olie gaan produceren. Daarbij is [medeverdachte 3] een aantal keren geholpen door [medeverdachte 2] . [medeverdachte 1] zorgt voor de grondstoffen en de materialen en is voor [medeverdachte 3] de persoon die alles regelt en met wie hij communiceert over benodigdheden, het eindproduct en het afval. [medeverdachte 2] heeft ook eens gezorgd voor grondstoffen, door die in te kopen of te leveren en heeft daarnaast een aantal keer meegewerkt aan de productie van de amfetamine. [verdachte] levert een bijdrage aan het vervoer van grondstoffen en het afval. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat verdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] als medeplegers verantwoordelijk moeten worden gehouden voor het voorbereiden en bevorderen van amfetamineproductie en de amfetamineproductie zelf.
ten aanzien van feit 4
De bus met kenteken [kenteken] is gehuurd door [naam 2] , wonende aan de Kruisboog 20 te Beuningen. De verhuurder herkent verdachte op een foto als zijnde deze [naam 2] , die de desbetreffende bus heeft gehuurd op 15 januari 2018. [24]
In het onderzoek waar ook de dumping van het drugsafval onderdeel van uitmaakt werden telefoongesprekken afgetapt van verdachte en zijn medeverdachten. Op 15 januari 2018 vinden vanaf half 7 ’s avonds onder andere de volgende gesprekken plaats.
Om 18:33 uur belt [verdachte] [25] met een telefoonnummer eindigend op 113 naar [medeverdachte 1] en zij spreken dan samen over een “volle bus” van [medeverdachte 1] , dat [verdachte] ervoor zorgt dat de bus “daar komt” en over dat er om 8 uur afgesproken is. Om 18:53 uur bellen [medeverdachte 1] en [verdachte] opnieuw. [verdachte] vraagt [medeverdachte 1] of hij weet waar de bus staat. Dat weet [medeverdachte 1] niet, maar hij gaat iemand bellen om dat te vragen. Om 18:54 uur belt medeverdachte [medeverdachte 1] naar een onbekend persoon (met telefoonnummer eindigend op 759) met de vraag “waar de bus nu staat”. Deze onbekende persoon antwoordt dat de bus voor de deur staat, dat hij de sleutel in de brievenbus heeft gedaan en dat hij “die Afrikaan” al heeft gebeld. Om 19:34 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] en vraagt hem de chauffeur te bellen en te vragen of hij een half uurtje later komt. Dit betekent dat [medeverdachte 1] ook een half uurtje later er moet zijn. [medeverdachte 3] moet nog wat spulletjes halen en vindt het vervelend als ze voor een dichte deur staan. Om 19:35 uur belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] om te vragen hoe laat [verdachte] daar is, waarop [verdachte] antwoordt dat hij zo aanrijdt. Ze spreken af om 20:15 uur daar te zijn. Om 19:57 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] om te zeggen “dat hij weer terug is”. [26]
Naar aanleiding van deze tapgesprekken wordt een observatie door de politie gestart op de locatie [adres 2] in Milsbeek op 15 januari 2018 De observanten nemen waar dat de genoemde bus om 21:55 uur uit de richting van [adres 2] komt gereden en dat deze bus om 22:52 uur in de richting van de Rijndijk in Aalst rijdt. Om 23:00 uur horen de observanten dat er met plastic tonnen gesleept werd en dat deze op de grond werden gegooid. De observanten nemen om 23:14 uur waar dat de bestuurder van de bus een negroïde uiterlijk heeft. Om 23:50 uur wordt de bus geparkeerd en om 23:52 uur loopt de bestuurder binnen bij het adres [adres 4] . [27]
De bewoonster van de woning aan het [adres 4] , getuige [getuige] , verklaart dat verdachte een vriend van haar is, dat ze hem [verdachte] noemt en dat hij “gewoon bij haar langskomt”. Hij heeft een sleutel van haar woning. De politie zegt en vraagt in het verhoor: “Op 15 januari 2018 kwam [verdachte] rond middernacht naar jou toe. Die avond hebben jullie ook telefonisch contact gehad. Waarover ging dit contact?”. Daarop antwoordt getuige dat ze niet weet waar dat toen over ging. [28]
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachten [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [naam 2] zich samen schuldig hebben gemaakt aan de dumping van drugsafval.
ten aanzien van feit 1
Verdachte wordt verweten dat hij heeft deelgenomen aan een organisatie die -kort gezegd- het oogmerk had om misdrijven te plegen, namelijk het produceren van synthetische harddrugs, te weten amfetamine, zoals bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I. Behalve de doelstelling om deze misdrijven te plegen, waarop het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht, zijn de vereiste kenmerken van een dergelijke organisatie dat een bepaald gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband met een bepaalde organisatiegraad bestaat. Voor het bewijs van deelneming aan zo’n organisatie is niet vereist dat de betrokkene heeft samengewerkt met alle andere deelnemers en ook niet dat hij alle deelnemers kende. Het samenwerkingsverband hoeft ook niet telkens uit dezelfde personen te bestaan. Verder is voor bewijs van deelname aan zo’n organisatie niet vereist dat de betrokkene zelf deelneemt aan de misdrijven die de organisatie pleegt. Ook is niet vereist dat de betrokkene opzet heeft of weet van de concrete misdrijven die de organisatie pleegt. De betrokkene moet in het algemeen wel weten dat de organisatie het oogmerk heeft om de concrete misdrijven te plegen. Bewezen moet worden dat een criminele organisatie heeft bestaan en dat de betrokkene daaraan opzettelijk heeft deelgenomen.
De rechtbank verwijst allereerst naar al hetgeen onder punt 2 is vastgesteld en overwogen.
Daaruit volgt dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] ieder hun eigen rol hebben gehad die strekte tot of rechtstreeks verband hield met het amfetaminelaboratorium aan de [adres 2] in Milsbeek. Het opzetten van het laboratorium is besproken en gerealiseerd door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] heeft zich bezig gehouden met het productieproces van amfetamine in het laboratorium. [medeverdachte 3] is daarbij een aantal keren geholpen door [medeverdachte 2] . Het is aannemelijk geworden dat [medeverdachte 1] een grote(re) rol heeft gespeeld dan [medeverdachte 2] en [verdachte] . [medeverdachte 1] regelde zaken met betrekking tot financiën en zorgde voor grondstoffen en benodigdheden. Hij is steeds het aanspreekpunt geweest voor de diverse betrokkenen rond het amfetaminelab, de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van het afval. [medeverdachte 2] heeft ook voor grondstoffen gezorgd. [medeverdachte 1] heeft in overleg met [verdachte] , maar ook met [medeverdachte 3] , geregeld dat de afvalstoffen geloosd werden (door anderen).
Voor de productie, kosten, opbrengsten en onderling overleg zijn aantekeningen gevonden in de loods die zijn opgesteld door [medeverdachte 3] en zijn daarmee aan te merken als een administratie die werd gehouden ten behoeve van de amfetamineproductie.
Dan neemt de rechtbank nog het volgende in overweging met betrekking tot het dossier.
In de garagebox aan de [adres 5] en de berging behorende bij [adres 6] worden amfetamine en benodigdheden voor amfetamineproductie aangetroffen. [29]
In de loods aan de [adres 2] zijn wapens en munitie aangetroffen. Op twee wapens werden sporen aangetroffen waarvan het DNA-profiel een match vertoonde met [medeverdachte 1] . [30] Ook in (de voortent van) de caravan tent van [medeverdachte 1] op de nabijgelegen [naam 3] is een automatisch machinegeweer gevonden, met 68 scherpe patronen. [31]
Buiten de busjes waarmee goederen werden geleverd en opgehaald bij de loods zijn er ook veelvuldig andere vervoersmiddelen gebruikt, die door bijvoorbeeld [medeverdachte 1] of [verdachte] zijn gehuurd. .
Door [medeverdachte 1] werd een bestelwagen gehuurd die een rit registreert waarbij het woonadres van [verdachte] , de [adres 5] en de [adres 2] wordt aangedaan. [32] Door [verdachte] werd een bus gehuurd die op [adres 6] wordt gezien en waarmee een lading vaten met een gifteken erop vanuit de garage wordt ingeladen. [33] De auto van [medeverdachte 2] is ook regelmatig bij de loods gezien. [34]
Dit in onderling samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een gestructureerd samenwerkingsverband met een bepaalde organisatiegraad. Het doel binnen dat samenwerkingsverband was het produceren van amfetamine en daaraan hebben [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] deelgenomen. Zij hebben samen een criminele organisatie gevormd die als doel had het produceren van amfetamine. Deze criminele organisatie had daarvoor een loods, een garagebox en een berging tot haar beschikking, maar ook productiemateriaal, voertuigen en wapens.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
één ofmeerdere tijdstip
(pen
), in of omstreeks de periode van
januari 2017 tot en met 23 januari 2018 te
Nijmegen en/of Malden en/of
Milsbeek
en/of Plasmolen en/of Beuningen , althans (elders) in Nederland,
(telkens
)tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen
heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband
tussen verdachte en
/of[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 3]
en/of een of meer andere perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van
misdrijven, namelijk het
(telkens
)opzettelijk vervaardingen
,althans
bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of
vervoerenvan middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I
(synthetische harddrugs, waaronder amfetamine);
2.
hij in
opof omstreeks de periode van januari 2017 tot en met 23 januari
2018 te Milsbeek,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een
ander ofanderen,
althans alleen,telkens opzettelijk heeft vervaardigd
, althans
opzettelijk heeft bereid, en/of bewerkt, en/of verwerkt, althans opzettelijk
aanwezig heeft gehad (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal
bevattende amfetamine,
(telkens
)een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a
van die wet;
3.
Primair
hij en
/ofzijn medeverdachte
(n
)in of omstreeks de periode van januari 2017
tot en met 23 januari 2018 te
Malden en/ofMilsbeek
en/of Plasmolen en/of
Beuningen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander
ofanderen
, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid
van artikel 10 van de Opiumwet, te weten: het opzettelijk bereiden, bewerken,
verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van
(een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde amfetamine,
(telkens
)een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I voor te bereiden en
/ofte bevorderen:
- een of meer anderen trachten te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden
en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders
-Een loods (aan [adres 2] ) gehuurd en
/of geregeld en/ofter beschikking
gesteld en
/of;
-
Eén ofmeerdere vervoermiddel
(en
)gehuurd en
/of geregeld en/ofter
beschikking gesteld en
/of
-chemicaliën waaronder BenzylmethylKeton (BMK) en/of APAA en/of APAAN en/of
een (grote) hoeveelheid zwavelzuur en/of een (grote) hoeveelheid zoutzuur
en/of een (grote) hoeveelheid mierenzuur en/of één of meerdere zakken caustic
soda (natriumhydroxide) vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad
en
/of;
-een hoeveelheid klemdekselvaten bevattende BMK en
/ofrestanten van een
vloeistof vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of;
-een hoeveelheid emmers met residu bezinksel vervoerd en/of opgeslagen en/of
voorhanden gehad en/of;
-één of meerdere (rondbodem)kolven vervoerd en
/ofopgeslagen en
/ofvoorhanden
gehad en
/of;
-andere apparatuur ten behoeve van de productie van synthetische drugs
besteld en/of laten maken en/of gekocht en/of ter beschikking gesteld en/of
voorhanden gehad, waarvan verdachte en
/ofverdachte's mededader
(s
)wist
(en
) of ernstige redenen had(den) te vermoedendat die bestemd
was/waren tot het plegen van
dat/die
feit
(en
);
4.
hij op
of omstreeks15 januari 2018 te Aalst
en/of Kesteren, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met
(een)ander
(en
), danwel alleen,
al
dan nietopzettelijk, zich van afvalstoffen heeft ontdaan door deze - al dan
niet in verpakking - buiten een inrichting te storten,
of anderszins op of in
de bodem te brengen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn
mededader(s): Twee dopvaten (van elk 220 liter) met (restanten) van (gevaarlijke)
afvalstoffen, althans afval afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit
BMK, gestort en
/ofachtergelaten
en/of anderszins op of in de bodem gebracht
nabij kruising Rijndijk/ [adres 3] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, vierde lid, en artikel 10a, eerste lid, van de Opiumwet
Ten aanzien van feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door:
- zich of een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen te verschaffen, meermalen gepleegd
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen of gelden voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 4:
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.2, eerste lid van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis. De officier van justitie heeft de verbeurdverklaring van het telefoontoestel (iPhone 7) gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
Door de raadsman zijn geen strafmaatverweren gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 24 oktober 2018;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 4 april 2018.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan verschillende strafbare feiten. Verdachte is onderdeel geweest van een criminele organisatie die tot doel had het produceren van amfetamine, een synthetische drug. Het aandeel van verdachte bestond uit het ophalen van vaten en het schoonmaken van het laboratorium.
Het is algemeen bekend dat het gebruik van synthetische drugs zoals amfetamine grote gezondheidsrisico’s meebrengt. De volksgezondheid wordt dus ernstig bedreigd door de productie van dergelijke drugs. Productie en handel in deze grondstoffen en drugs leiden bovendien vaak tot ernstige nevencriminaliteit die niet zelden gepaard gaat met geweldsdelicten. Tekenend in dat verband is dat op de diverse in dit vonnis genoemde locaties handwapens en ook een machinegeweer zijn gevonden, hetgeen onderstreept hoezeer drugs en wapens hand in hand gaan. Naast het gevaar voor de volksgezondheid schuilt in de productie van synthetische drugs ook (gevaar voor) ernstige schade aan het milieu omdat men zich niet legaal kan ontdoen van afvalstoffen, zoals in deze zaak ook is gebeurd. De kosten die gepaard gaan met het opruimen van deze afvalstoffen uit de natuur zijn hoog en worden gedragen door de maatschappij. Daarnaast bestaat er ontploffingsgevaar, brandgevaar en gevaar voor het vrijkomen van giftige stoffen. Al met al ondervinden anderen, het milieu en de maatschappij ernstige overlast van dit soort feiten en wordt de samenleving als geheel ernstige schade toegebracht.
Voor deze feiten worden in de regel langdurige gevangenisstraffen opgelegd. Tegen verdachte is ook een langdurige gevangenisstraf geëist. Gelet op de aard en de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat ook in de zaak van verdachte een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is.
Het is de rechtbank duidelijk geworden dat medeverdachte [medeverdachte 1] de leidende rol heeft gehad in de criminele organisatie. Verdachte heeft daar een duidelijk ondergeschikte rol in gehad. Dit is voor de rechtbank van zwaar gewicht voor het bepalen van de hoogte van de straf. De straffen van de verschillende verdachten in dit onderzoek dienen tot elkaar in verhouding te staan. De rechtbank neemt ook in aanmerking dat verdachte in 2015 nog is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor Opiumwetdelicten, waaronder het dumpen van drugsafval. Kennelijk heeft deze veroordeling verdachte er niet van weerhouden zich opnieuw in te laten met dit soort feiten.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 3 jaren. De tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorarrest zal daarop in mindering worden gebracht.
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven telefoontoestel (iPhone 7), volgens opgave van verdachte aan verdachte toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met betrekking tot welke het bewezenverklaarde is begaan.
7a. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling (parketnummer 16/661449-15)
Ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling vordert de officier van justitie de tenuitvoerlegging van 5 maanden gevangenisstraf die door de rechtbank Midden-Nederland op 7 oktober 2015 voorwaardelijk is opgelegd.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen, nu in geval van een bewezenverklaring de pleegperiode niet binnen de proeftijd valt. De raadsman heeft de rechtbank subsidiair verzocht de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf met één jaar te verlengen.
De proeftijd van de voorwaardelijke veroordeling liep van 19 november 2015 tot en met 10 januari 2018 en de bewezenverklaarde feiten vallen daarmee binnen deze proeftijd. Nu is bewezen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten, dient de bij vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 7 oktober 2015 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf ten uitvoer gelegd te worden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10 en 11b van de Opiumwet, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en het artikel 10.2 van de Wet milieubeheer.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: telefoontoestel iPhone 7 met simkaart;
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling (parketnummer 16/661449-15)

gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van rechtbank Midden-Nederland van 7 oktober 2015, te weten:
5 (vijf) maanden gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. H.P.M. Kester en mr. W. Bruins, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Diebels, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 december 2018.
BIJLAGE I
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 23
augustus 2017 tot en met 23 januari 2018 te Nijmegen en/of Malden en/of
Milsbeek en/of Plasmolen en/of Beuningen, althans (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband
tussen verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
en/of een of meer andere perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het
plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) opzettelijk vervaardingen
,althans bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken
en/of vervoeren van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I
(synthetische harddrugs, waaronder amfetamine);
2.
hij in op of omstreeks de periode van januari 2017 tot en met 23 januari
2018 te Milsbeek, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd, althans
opzettelijk heeft bereid, en/of bewerkt, en/of verwerkt, althans opzettelijk
aanwezig heeft gehad (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal
bevattende amfetamine, (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a
van die wet;
3.
Primair
hij en/of zijn medeverdachte(n) in of omstreeks de periode van januari 2017
tot en met 23 januari 2018 te Malden en/of Milsbeek en/of Plasmolen en/of
Beuningen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid
van artikel 10 van de Opiumwet, te weten: het opzettelijk bereiden, bewerken,
verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van
(een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde amfetamine, (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen: - een of meer anderen trachten te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of - zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) te verschaffen en/of - voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders -Een loods (aan [adres 2] ) gehuurd en/of geregeld en/of ter beschikking
gesteld en/of; -Eén of meerdere vervoermiddel(en) gehuurd en/of geregeld en/of ter
beschikking gesteld en/of -chemicaliën waaronder BenzylmethylKeton (BMK) en/of APAA en/of APAAN en/of
een (grote) hoeveelheid zwavelzuur en/of een (grote) hoeveelheid zoutzuur
en/of een (grote) hoeveelheid mierenzuur en/of één of meerdere zakken caustic
soda (natriumhydroxide) vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad
en/of; -een hoeveelheid klemdekselvaten bevattende BMK en/of restanten van een
vloeistof vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of; -een hoeveelheid emmers met residu bezinksel vervoerd en/of opgeslagen en/of
voorhanden gehad en/of; -één of meerdere (rondbodem)kolven vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden
gehad en/of; -andere apparatuur ten behoeve van de productie van synthetische drugs
besteld en/of laten maken en/of gekocht en/of ter beschikking gesteld en/of
voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of verdachte's mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die
feit(en);
Subsidiair
hij en/of zijn medeverdachte(n) in of omstreeks de periode van januari 2017
tot en met 23 januari 2018 te Malden en/of Milsbeek en/of Plasmolen en/of
Beuningen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid
van artikel 10 van de Opiumwet, te weten: het opzettelijk bereiden, bewerken,
verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van
(een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde amfetamine, (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen: - een of meer anderen trachten te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of - zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) te verschaffen en/of - voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders -Een loods (aan [adres 2] ) gehuurd en/of geregeld en/of ter beschikking
gesteld en/of; -Eén of meerdere vervoermiddel(en) gehuurd en/of geregeld en/of ter
beschikking gesteld en/of -chemicaliën waaronder BenzylmethylKeton (BMK) en/of APAA en/of APAAN en/of
een (grote) hoeveelheid zwavelzuur en/of een (grote) hoeveelheid zoutzuur
en/of een (grote) hoeveelheid mierenzuur en/of één of meerdere zakken caustic
soda (natriumhydroxide) vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad
en/of; -een hoeveelheid klemdekselvaten bevattende BMK en/of restanten van een
vloeistof vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of; -een hoeveelheid emmers met residu bezinksel vervoerd en/of opgeslagen en/of
voorhanden gehad en/of; -één of meerdere (rondbodem)kolven vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden
gehad en/of; -andere apparatuur ten behoeve van de productie van synthetische drugs
besteld en/of laten maken en/of gekocht en/of ter beschikking gesteld en/of
voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of verdachte's mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die
feit(en); tot en/of bij het plegen van voornoemd misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van januari 2017 tot en met 23 januari 2018, te Milsbeek en/of te
Nijmegen, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, inlichtingen
en/of middelen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door: -het eenmaal of meerdere malen ophalen en/of afzetten en/of vervoeren van de
grondstof(fen) en/of afvalstof(fen) voor en/of van het bereiden, verwerken,
bewerken en/of de productie van amfetamine en/of -het huren van een (transport)bus en/of -het eenmaal of meerdere malen het lab schoon te maken;
4.
hij op of omstreeks 15 januari 2018 te Aalst, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), danwel alleen, al dan niet
opzettelijk, zich van afvalstoffen heeft ontdaan door deze - al dan niet in
verpakking - buiten een inrichting te storten, of anderszins op of in de bodem
te brengen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s): Twee dopvaten (van elk 220 liter) met (restanten) van (gevaarlijke)
afvalstoffen, althans afval afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit
BMK, gestort en/of achtergelaten en/of anderszins op of in de bodem gebracht
nabij kruising Rijndijk/ [adres 3] .

Voetnoten

1.De gehele tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Eenheid Oost Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, gesloten op 20 maart 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, p. 1406-1414.
4.Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op de locatie [adres 2] te Milsbeek, 23 januari 2018 door het NFI, p. 1445-1448
5.Het proces-verbaal van observatie maandag 15 januari 2018, p. 1246-1247.
6.Het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO d.d. 26 april 2018 en het drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op de locatie [adres 3] te Kesteren van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 15 maart 2018.
7.Het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, p. 1416.
8.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1927, 1928, 1933, 1935 en 1968.
9.Het proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] bij de rechter-commissaris.
10.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1929, 1933-1935 en 1969.
11.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1929-1930, 1935 en 1969.
12.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1928, 1929, 1936 en 1969.
13.Het proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] bij de rechter-commissaris.
14.Het proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] , p. 1928
15.Het proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 1284 en de deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek TMFI, d.d. 16 mei 2018.
16.Het proces-verbaal van verantwoording 126nd [naam 1] Nijmegen, p. 1562.
17.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1491.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1505-1506.
19.Het tapgesprek dat is weergegeven op p. 1939.
20.Het tapgesprek dat is weergegeven op p. 1940.
21.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1934 en 1996.
22.De tapgesprekken die zijn weergegeven op p. 1941 en 1942.
23.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1934.
24.Het proces-verbaal verantwoording, p. 1255-1256.
25.Het proces-verbaal van bevindingen uitlezen telefoon I. [verdachte] van 16 april 2018.
26.Het overzicht van alle tapgesprekken met betrekking tot het label: dumping vanuit [adres 2] , p. 1240-1243.
27.Het proces-verbaal van observatie maandag 15 januari 2018, p. 1246-1247.
28.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 1278.
29.Het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, p. 266-270 en het NFI rapport identificatie veelvoorkomende drugs d.d. 27 september 2017.
30.Het proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 9 maart 2018 en het rapport onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek n.a.v. een overtreding van de Opiumwet in Nijmegen op 22/23 augustus 2017.
31.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 18 juli 2018, p. 4, het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 2480 en de lijst van inbeslaggenomen goederen, p. 2484.
32.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 788.
33.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1001.
34.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1204.