2.5De deskundige heeft op die eerste, onder 2.4 weergegeven, vraag, voor zoveel van belang, het volgende geantwoord:
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit lichte klei met homogeen profiel. Er is sprake van grondwater trap VI. Dat wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand tussen de 0,4 en de 0,8 m onder het maaiveld ligt en de gemiddelde laagste grondwaterstand meer dan 0,8 m onder het maaiveld ligt.
(..)
De woning dateert (..) uit 1938 (..)
(..)
(..)1.
Scheurvorming buitenzijde woning
Scheurvorming in het gevelmetselwerk doet zich voornamelijk trapsgewijs voor in met name voegen en deels door de stenen. De aard van de scheurvorming duidt op ongelijkmatige zetting in het gevelmetselwerk (zettingsschade). Dit is een fenomeen waarbij een deel van het mestelwerk meer zakt dan een aansluitend deel met het gevolg van spanningen resulterend in breuk ofwel scheurvorming. Dergelijke schade treedt onder andere op bij
a. a) wijziging van belasting op de fundatie door bijvoorbeeld aanpassingen van de bovengelegen constructie;
b) vermindering van draagkracht van de fundatie door wijzigingen in de ondergrond (en grondwaterstandstand);
c) verschillende belastingen over een langere periode op de ondergrond oftewel door ouderdom van de woning.
In het onderhavige geval heb ik met alle drie deze fenomenen te maken (..)
a.
Aanpassingen van de bovengelegen constructie
De achteraanbouw is verhoogd en de gezien de aanwezigheid van oorspronkelijk metselwerk aan de onderzijde zal de oorspronkelijke fundatie niet versterkt zijn. Het extra gewicht dat op die fundatie rust ofwel door de fundatie moet worden opgevangen, is aanzienlijk meer dan oorspronkelijk. Dit zal buiten de ouderdomsgebreken ook bijdragen aan spanningen in de bovengelegen constructie.
In 2013 is (..) de houten vloer vervangen door tempex en een 15 tot 20 centimeter dikke gewapende betonvloer (..) Over de bestaande betonvloeren in de hal, keuken en achter aanbouw is ook 15 tot 20 centimeter beton aangebracht.
De nieuwe betonvloeren geven een extra permanente belasting op de ondergrond van circa 375 tot 500 kilogram per m2. Door deze extra belasting zal de ondergrond, zover de betonvloeren direct op de ondergrond liggen, inklinken en effect hebben op de dragende ondergrond van de fundatiestroken.
Indien de betonvloeren ingeklemd zijn, bijvoorbeeld in het binnenspouwblad en daarmee hun belasting direct afdragen op de fundatie, zullen de fundatiestroken zwaarder worden belast. Dit zou kunnen oplopen tot een extra belasting op de funderingsstroken van circa 560 tot 750 kg per m1. Dit heeft tot gevolg dat er (ongelijkmatige) zakkingen zullen ontstaan in de fundatie met het gevolg van spanningen in het op de fundatie staande metselwerk.
b.
Wijzigingen in de ondergrond
Door bijvoorbeeld een veranderde waterhuishouding, hoger of lager grondwaterpeil, kan de draagkracht van de ondergrond verminderen, waardoor er ongelijkmatige zakking in de constructie, rustend op de fundatie, kan ontstaan.
De fluctuatie van het grondwater bestaat al sinds 1938 en zal gezien de aanwezige kleilagen leiden tot fluctuatie in de draagkracht van de bodem. Hierdoor staat de fundering en het pand bloot aan deformaties (beweging) van de bodem.
Wateroverlast door overstromen van het perceel, waarbij dan meer zakwater de ondergrond in komt dan bij alleen regenwater, zal tot een tijdelijke verminderde draagkracht kunnen leiden die echter door de fluctuerende grondwaterstand al bestaat en derhalve niets wijzigt in de bestaande situatie.
c.
Ouderdom van het pand
In de loop der tijd zullen door verschil in belastingen/gewicht vanuit gebouwdelen en de fluctuatie in draagkracht van de bodem ongelijkmatige zettingen in de fundatie ontstaan met ook weer spanningen in het bovengelegen metselwerk tot gevolg, hetgeen uiteindelijk kan resulteren in scheurvorming (..)
Tevens merk ik op dat uit publicaties van de [naam kerngroep] blijkt dat al lange tijd sprake is (geweest) van zwaar vrachtverkeer door zandtransporten met als gevolg trillingsoverlast in de woningen met scheurvorming tot gevolg (..)
(..)2.
Uitgespoeld voegwerk
In de rechter zijgevel en achtergevel van de aanbouw is over de eerste drie lagen vanaf maaiveld metselmortel en voegwerk (gedeeltelijk) niet meer aanwezig. Dergelijke gebreken ontstaan over een lange periode door vochtaantasting. Indien er over een periode van jaren een constant terugkerende langdurende waterbelasting is, kan aantasting van metsel- en voegmortel ontstaan (..)
Door een waterbelasting als gevolg van het incidenteel overstromen van het perceel die met tussenposen van jaren enkele dagen duurt zal normaliter metsel- en voegwerk niet aangetast worden.
(..)3.
Aangetast deurkozijn (aanbouw)
De onderzijde van de stijlen van dit deurkozijn rust op kleine neuten (opstaand hardstenen stuk op de hardstenen dorpel), echter aan een zijde is een neut niet meer aanwezig (geen verband met de wateroverlast) en de nog aanwezige andere neut is te klein (..) Dit leidt tot indringing van opspattend water tijdens regenbuien met het gevolg van rottingsproces. Ook hier geldt dat kortstondige waterbelasting door wateroverlast op maaiveldniveau zelfs bij deze gebrekkige constructie niet geleid kan hebben tot het nu zichtbare rottingsproces.
Na de wateroverlast op het maaiveldniveau zal er theoretisch voldoende tijd voor droging zijn geweest.
Daarnaast merk ik op dat de gevels sowieso altijd bloot staan aan regenwater- en vochtbelasting, zodat een tijdelijke waterbelasting als gevolg van de wateroverlast daarin niet veel wijzigt.
(..)4.
Deformatie kozijn
Dit betreft het (raam)kozijn in de rechter zijgevel. Op zich is het niet duidelijk wat hier nu precies aan de hand is, echter het fenomeen dat onder 1c. omschreven is, zal zeker de belangrijkste rol spelen (..) Mogelijk dat in de loop der tijd er ten opzichte van de oorspronkelijke situatie een ander kozijn in gezet is met aanheling of aanbrengen van onderliggend metselwerk. Dat de deformatie van het kozijn aan de wateroverlast is toe te schrijven, acht ik niet aangetoond en ook niet aannemelijk.
Deze laatste conclusie trekt de deskundige zonder verdere motivering ook voor de onderdelen “5. Scheurvorming gevelmetselwerk garage”, “6. Aantasting deurkozijn (garage)” en “7. Scheurvorming steenachtig binnenblad (van de berging)”. Ter zake van dit binnenblad neemt hij echter wel een herstelpost op van € 575,- in zijn begroting (€ 696,- incl. btw).