Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeks13 april 2018, te Uden,
althans in Nederland, opzettelijk heeft vervoerd en
/althansopzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 10,62 gram, althans10,57 gram,
in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
Spreekt verdachte vrijvan het onder 1 ten laste gelegde feit.
Verklaartbewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaartniet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaatdat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaartverdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeeltverdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Bepaaltdat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op
twee jarenwordt bepaald, te weten:
Veroordeeltverdachte wegens het bewezenverklaarde voorts tot het verrichten van een werkstraf gedurende 100 (honderd) uren.
Bepaaltdat deze werkstraf binnen 1 (één) jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis moet worden voltooid. De termijn binnen welke de werkstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.
Beveeltdat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast.
Steltdeze vervangende hechtenis vast op
50 (vijftig) dagen.
Beveeltovereenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht geheel in mindering wordt gebracht, te weten
6 (zes) uren, zijnde 3 (drie) dagen hechtenis.