Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 maart 2018
- het conceptrapport van ing. O.S. Langhorst en ing. P.A.J. Kivit (verder samen: de deskundige) van 25 april 2018 (verder: het conceptdeskundigenbericht)
- de reacties op het conceptdeskundigenbericht van [eiser] van 13 juni 2018 en van de gemeente van 15 juni 2018
- het rapport van 4 juli 2018 met daarin aangegeven wijzigingen ten opzichte van het conceptdeskundigenbericht (verder: het rapport met wijzigingen)
- het deskundigenbericht van 4 juli 2018 (verder: het deskundigenbericht)
- de begrotingsbeslissing van 5 september 2018
- de conclusie na deskundigenbericht tevens houdende akte voorwaardelijke aanvulling van eis van [eiser] van 12 september 2018
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht tevens antwoordakte voorwaardelijke aanvulling van eis van de gemeente van 10 oktober 2018.
2.De verdere beoordeling
8.Conclusie
- Het uitgevoerde geohydrologisch onderzoek heeft uitgewezen dat het overlopen van de riolering leidt tot wateroverlast. De knijpconstructie zorgt voor wateroverlast dat op maaiveld terecht komt. Dit wordt veroorzaakt doordat de diameter van de riolering verkleind wordt van 0,8 m naar 0,4 m. Water stroomt vanuit de rioolput en straatkolk naar het laagste punt langs en richting de achterzijde van de woning aan de [woonadres] . Bovendien blijkt uit de hoogtekaart dat water uit de omgeving richting de [woonadres] stroomt;
- Tijdens het locatiebezoek bezoek blijkt het volgende:
- De woning is gefundeerd op een fundering op staal. Echter de kelder onder de keuken is op een betonnen plaat gefundeerd;
- De muren bestaan uit metselwerk en pleisterwerk en hierin bevinden zich scheuren. Met name aan de achterzijde van de woning zijn deze scheuren groot. De scheuren in het woonhuis worden veroorzaakt door zetting van de fundering;
- In de muren van de garage zijn geen scheuren in de geconstateerd, maar zijn aangetroffen rondom de dichtgestorte betonnen smeerput in het midden van de vloer. Deze scheuren worden niet veroorzaakt door zetting;
- Op basis van de handboringen kan de grond worden geclassificeerd als fijn tot matig zand (matig tot sterk silthoudend). In grond van deze classificatie staat de infiltratie van water in de ondergrond bekend als matig doorlatend. De infiltratieproef bevestigt dit beeld. Daarmee beoordeelt Movares de waterdoorlatendheid van de ondergrond als matig doorlatend.
- De grondwaterstand kan nog dieper liggen dat 2,5 meter ‘onder het NAP’ [kennelijk wordt hier bedoeld ‘onder het maaiveld’]; de deskundige is ten onrechte van een grondwaterstand van 2,5 meter onder het maaiveld uitgegaan zonder peilbuismetingen te doen.
- Het is zeer onwaarschijnlijk dat de grondwaterstand na één uur water op het maaiveld met meer dan 2,5 meter stijgt, zeker gelet op de matige infiltratiecapaciteit van de ondergrond ter plaatse. [adviseur gemeente] heeft dit in de afgelopen 25 jaar nog nooit gezien.
- De door de deskundige berekende belasting van de fundering van 46 kN/m1 is gebaseerd op een berekende ontwerpbelasting, hetgeen bij beschouwing van het werkelijke gedrag en verplaatsingen binnen de (geo)techniek ongebruikelijk is.
- Niet gesteld kan worden dat sprake is van een reductie van draagkracht ten gevolge van de overstroming van het riool, omdat de nulsituatie (vóór 2003) niet bepaald kan worden en er meerdere schadeoorzaken mogelijk zijn, die ten onrechte niet zijn beschouwd.
3.De beslissing
5 december 2018voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de woensdagen in de maanden maart 2019 tot en met mei 2019, waarna dag en uur van de comparitie zullen worden bepaald,