Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 14 december 2018
[X] , te [Z] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Enschede, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
[A-straat 2]
[A-straat 2]
[Z]
Gaat 4-8-06 kijken bij kavel met [K]
Op 8-8 overeenstemming bereikt met [K] :
koopsom kavel € 675.000,-- k.k.”
Sorry dat ik e.e.a. ben vergeten
De koop wordt gedaan door [G] BV
[A-straat 2]
[Z]
[X]
[F] BV”
“
Artikel 2.a. De koper is verplicht de grond te bebouwen met de in de overeenkomst van koop
aangegeven bebouwing, welke naar gelang van de bestemming van de grond (een)
woning(en), bedrijfsgebouw(en) en/of kanto(o)r(en) en/of bijzondere- of nadere in die
overeenkomst omschreven bebouwing kan betreffen.”
“Naar mijn mening is de betaalde prijs in 2006 (€ 675.000 plus € 128.250 OB) de optelsom
van de bouwkavel plus de door [a] B.V. gemaakte kosten met winstopslag
Het prijsniveau van deze kavel ligt anno 2006 rond de prijs die [K] aan derden in
rekening wenste te brengen (€ 655.762 conform het cijferoverzicht) Er zijn door de heer
[I] gesprekken gevoerd met andere gegadigden, er zijn echter geen biedingen
uitgebracht
2009 ad € 620.000 voor de grond als zodanig vind ik acceptabel”
“ Uit de hiervoor opgesomde, mij ter beschikking staande, informatie concludeer ik dat vanaf
het moment dat dhr [X] zich aanmeldde als gegadigde voor de kavel
[A-straat 1] te [Z] , het de bedoeling was dat op het (vervolgens) door [G]
BV aangekochte perceel grond ten behoeve van dhr [X] in
privé een landhuis zou worden gerealiseerd (…)
Doordat [G] BV, met inachtneming van het bovenstaande, bij de
juridische overdracht aan dhr. [X] in 2009 volstond met een beduidend lager
bedrag dan het door haar voor de grond betaalde bedrag, heeft [G] BV
aan dhr. [X] een voordeel doen toekomen, dat heeft geleid tot een
vermogensvermindering bij [G] BV(…)
Het voor de inkomstenbelasting (op basis van de Wet IB 2001) te belasten voordeel uit
aanmerkelijk belang bedraagt € 185.012, zijnde de door [G] BV voor de
grond betaalde aankoopprijs van € 803.250 incl OB, verhoogd met de (notaris)kosten ad
€ 1.762, minus het aan dhr. [X] in rekening gebrachte bedrag van € 620.000.”
Beoordeling van het geschil
[A] , voor het bijwonen van de zitting stelt de rechtbank vast op € 67,54. Voorts heeft eiser verzocht om vergoeding € 540 (6 uur x € 90) aan verletkosten in verband met het bijwonen van de zitting. Gelet op het tijdstip van de zitting, te weten `s morgens om 10.00 uur, en de reisduur naar [Z] begroot de rechtbank deze kosten met toepassing van het Besluit op € 410 (5 uur x € 82). Voor vergoeding van kosten voor de getuige verzoekt eiser een bedrag van € 228 (6 uur x € 38). De rechtbank begroot deze kosten op € 190 (5 uur x € 38). Van overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten is de rechtbank niet gebleken.
Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;