ECLI:NL:RBGEL:2018:5192

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 december 2018
Publicatiedatum
6 december 2018
Zaaknummer
05/882607-17 en 05/009593-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige woningoverval met meerdere delicten waaronder drugshandel en diefstal

Op 5 december 2018 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewelddadige woningoverval op 3 november 2017 in Malden. De verdachte, geboren in 1996 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het plegen van een woningoverval waarbij hij samen met een mededader de 74-jarige aangeefster heeft bedreigd met een pistool en haar heeft vastgebonden. Tijdens de overval zijn diverse goederen, waaronder een tas, zonnebrillen, een mobiele telefoon en een personenauto, weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de woningoverval, diefstal met geweld en bedreiging, en daarnaast aan drugshandel in cocaïne en heroïne. De verdachte heeft gedurende een periode van zes maanden samen met zijn broer in harddrugs gehandeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen goederen verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/882607-17 en 05/009593-18
Datum uitspraak : 5 december 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd te P.I. Almelo te Almelo,
raadsman: mr. J.H. van Dijk, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 augustus 2018, 12 september 2018 en 21 november 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een toegewezen vordering nadere omschrijving en vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
onder parketnummer 05/882607-17
1.
hij op of omstreeks 3 november 2017, te Malden, in de gemeente Heumen, in een
woning gelegen aan de [adres 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een (dames) tas en/of (ongeveer) 10 zonnebrillen (ondermeer van de merken Tom
Ford, Rayban, Cartier, Dolce&Gabbana) en/of een mobiele telefoon (merk Iphone
6) en/of een (grote) hoeveelheid zilveren miniatuur beeldjes en/of meerdere
halskettingen en/of een lederen (weekend)tas en/of meerdere tassen (voorzien
van de tekst " [naam 1] ") en/of een horloge (merk Rolex) en/of een
ketting (merk Tiffany) en/of 3 gouden armbanden (merk Chariot) en/of 160 Euro
en/of een huistelefoon (Giga) en/of een sjaal (merk Pashima) en/of een
personenauto (merk [merk] , voorzien van het kenteken
[kenteken 1] ) en/of de autosleutel van voornoemde personenauto, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] (74 jaar oud), in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld
misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te
verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij
verdachte en/of zijn mededader(s),
- voorzien van een pistool, in ieder geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of handschoenen en/of (een) bivakmuts(en), in ieder geval gezichtsbedekkende kleding en/of tie-wraps en/of tape naar voornoemde woning
is/zijn gegaan en/of
- bij deze woning heeft/hebben aangebeld en/of aan voornoemde [slachtoffer 1]
heeft/hebben gevraagd of ze een bal uit de tuin mochten halen en/of
- ( direct na het betreden van de woning) op die [slachtoffer 1] is/zijn afgerend en/of
die [slachtoffer 1] (vervolgens) met kracht heeft/hebben geduwd (waardoor die [slachtoffer 1] hard
ten val kwam) en/of
- dat pistool aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben getoond en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, in ieder geval éénmaal, hardhandig op de grond
heeft/hebben geduwd en/of hardhandig in een stoel heeft/hebben gezet/geduwd
en/of gezet gehouden en/of
- met tape de mond van die [slachtoffer 1] heeft/hebben afgeplakt en/of tape om de enkels van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedaan en/of
- aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben gevraagd waar de sleutels van de kluis waren, in ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben meegenomen en/of geduwd naar de kelder van voornoemde
woning en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat ze geld wilden hebben, in ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- dat pistool heeft/hebben doorgeladen, in ieder geval de slede (bovenkant) van dat pistool naar achteren heeft/hebben getrokken en/of
- ( vervolgens) dat pistool op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezet
en/of gezet gehouden en/of
- ( wederom) tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat ze geld wilden hebben, in
ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat ze in de kelder moest blijven, in ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben gevraagd waar de autosleutels waren en/of
- de deur van de kelderruimte heeft/hebben afgesloten (terwijl die [slachtoffer 1] zich nog in die ruimte bevond) en/of (vervolgens) de sleutel uit het slot van die deur heeft/hebben gehaald/getrokken;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 3 november
2017 tot en met 17 april 2018 in de gemeente Nijmegen, in ieder geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal één of meer goederen, te weten een personenauto
(merk [merk] , voorzien van het kenteken [kenteken 1] ) en/of de
autosleutel van voornoemde personenauto en/of meerdere sieraden en/of één of
meer tas(sen) en/of één of meerdere zilveren miniatuur beeldjes en/of een
zakje met juwelen en/of één of meerdere zonnebrillen en/of één of meerdere
horloges en/of één of meerdere armbanden heeft verworven, voorhanden gehad
en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van
de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), in ieder
geval redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf
verkregen goed betrof;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2017
tot en met 17 april 2018, in de gemeente Nijmegen, in ieder geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, in ieder geval éénmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt aan onder meer [getuige 1] en/of [getuige 2] en/of overige
onbekende personen en/of heeft vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk
aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne
en/of heroïne, zijnde cocaïne en\of heroïne, (telkens) (een) middel(en) als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2017
tot en met 17 april 2018, in de gemeente Nijmegen, in ieder geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of
vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, een
hoeveelheid van een materiaal bevattende (een) middel(en) als bedoeld in de
bij de Opiumwet behorende lijst II, te weten een middel, cannabis/hennep/hasjiesj;
4.
hij in of omstreeks de periode van 6 november 2017 tot en met 7 november 2017
in de gemeente Nijmegen 2 kentekenplaten voorzien van het kenteken [kenteken 2] ,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te
weten aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen kentekenplaten onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak en/of verbreking;
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 6 november 2017 tot en met 7 november 2017
in de gemeente Nijmegen, een goed te weten 2 kentekenplaten voorzien van het
kenteken [kenteken 2] heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, in ieder geval redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5.
hij
a. op of omstreeks 19 september 2017 in de gemeente Tiel en/of
b. in de periode van 16 april 2018 tot en met 17 april 2018 in de gemeente
Nijmegen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
a. een snorfiets, merk Piaggio, type Zip en voorzien van het kenteken [kenteken 3]
en/of
b. een snorfiets, merk Piaggio, type C-25 en voorzien van het kenteken [kenteken 4]
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
a. [slachtoffer 4] en/of
b. [slachtoffer 5] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte
zich die weg te nemen snorfiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak/verbreking;
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
a. 19 september 2017 tot en met 7 november 2017 in gemeente Tiel en/of
Nijmegen, in ieder geval in Nederland en/of
b. 16 april 2012 tot en met 17 april 2018,
een goed te weten
a. een snorfiets, merk Piaggo, type Zip, (originele kenteken [kenteken 3] ) en/of
b. een snorfiets, merk Piaggio, type C-25 en voorzien van het kenteken [kenteken 4] ,
heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde
van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist of
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed
betrof;
onder parketnummer 05/009593-18
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt,
welke gedraging hij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had
verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Nijmegen op/aan de
Meijhorst, 70e straat, op of omstreeks 2 februari 2017
de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,
terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijker wijs moest vermoeden, aan
een ander (te weten [slachtoffer 6] ) letsel en/of schade was toegebracht.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Tenlastegelegde onder parketnummer 05/882607-17
Feit 1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 3 november 2017 werd er aangebeld bij mevrouw [slachtoffer 1] (hierna aangeefster), 74 jaar oud en wonende aan de [adres 1] in Malden, gemeente Heumen. Er stond een man voor de deur, die vroeg of hij een bal uit de tuin mocht halen. Nadat hij met toestemming van aangeefster de woning betrad, kwam er ook een tweede man de woning binnen. Deze man kwam met een pistool op aangeefster afgerend en gaf haar een duw, waardoor zij ten val kwam. Toen ze weer probeerde op te staan, werd ze weer tegen de grond geduwd. Terwijl de eerste man naar de kelder ging, bleef de tweede man bij aangeefster en heeft tape op haar mond en om haar enkels geplakt. Dit heeft aangeefster er weer af kunnen halen. Na een tijdje kwam de eerste man weer uit de kelder en vroeg hij haar waar de sleutels van de kluis waren. Aangeefster verklaarde toen dat alleen haar zoon deze sleutels had. Later moest ze van de mannen meekomen naar de kelder, waarbij zij ook door hen werd geduwd. In de kelder zat ze in een stoel en telkens als ze probeerde op te staan, werd ze terug geduwd. De mannen gaven aan dat ze geld wilden hebben. Een van de mannen heeft nog de bovenkant van een pistool naar achteren getrokken en het pistool op haar hoofd gehouden. Toen zij aan hen haar [merk] (personenauto) aanbood, gaven ze weer aan dat ze geld wilden. Op een gegeven moment vroegen ze waar de autosleutels waren. Toen aangeefster dat vertelde, gingen de mannen weg. Later kwam een van de mannen nog terug en heeft de kelderruimte afgesloten en de sleutel uit het slot gehaald. De mannen droegen (uiteindelijk) een bivakmuts en handschoenen. Ook had een van de mannen tie-wraps bij zich.
De mannen hebben de volgende goederen van aangeefster weggenomen:
 Een zwarte handtas;
 Ongeveer 10 zonnebrillen (onder meer van de merken Tom Ford, Rayban, Cartier en Dolce & Gabana);
 Een mobiele telefoon van het type iPhone 6;
 Zilveren miniatuur beeldjes;
 Diverse halskettingen;
 Een leren weekendtas;
 Meerdere tassen voorzien van de tekst ‘ [naam 1] ’;
 Een horloge van het merk Rolex;
 Een ketting van het merk Tiffany;
 Drie gouden armbanden van onder meer het merk Chariol;
 Ongeveer 160 euro aan contant geld;
 Een huistelefoon van het merk Giga;
 Een sjaal van het merk Pashima;
 Een personenauto van het type [merk] , kenteken [kenteken 1] en de autosleutel hiervan. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de woningoverval. Hierbij heeft de officier van justitie betekenis gehecht aan de verklaring van [getuige 3] , het feit dat verdachte de beschikking had over goederen die bij de overval zijn weggenomen en de verklaring van [getuige 4] dat verdachte hem had gevraagd de [merk] weg te brengen op 7 november 2017.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte integraal vrij te spreken, omdat er onvoldoende bewijs is dat verdachte het tenlastegelegde heeft gepleegd. De verdediging heeft als alternatief scenario naar voren gebracht dat verdachte de gestolen goederen die bij hem zijn aangetroffen, en die hij bij [naam 2] heeft aangeboden, van [getuige 3] heeft gekregen om te verkopen en te bewaren. Daarnaast heeft de verdediging bepleit dat de belastende verklaringen van [getuige 3] onbetrouwbaar moeten worden geacht, omdat [getuige 3] zeer wisselend heeft verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
Uit de verkeersgegevens van de iPhone die bij de overval is weggenomen, volgt dat deze telefoon op 3 november 2017 om onder andere 20:20 uur onder het bereik viel van de zendmast aan de Vlietstraat 22 in Nijmegen. Deze zendmast geeft onder meer dekking aan de [straatnaam] in Nijmegen. [3] Op dezelfde dag om 20:27 uur komt het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , het telefoonnummer dat in gebruik was bij verdachte, voor op de zendmasten van de [straatnaam] . [4]
Op 7 november 2017 is omstreeks 19:00 uur de [merk] die bij de woningoverval is weggenomen, aangetroffen in de parkeergarage aan de [straatnaam] . In de parkeergarage stond op dat moment ook een snorfiets, waarvan het kenteken op naam van verdachte staat. [5] In de buddyseat van deze snorfiets zat onder andere een tas met de tekst ‘ [naam 3] ’, waar de naam ‘ [naam 4] ’ op was gestikt. Dit is de naam van het bedrijf van aangeefster. [6] Aangeefster heeft verklaard dat deze tas van haar is. [7]
[getuige 4] heeft verklaard dat hij op 7 november 2017 door verdachte gebeld is omdat verdachte hem nodig zou hebben. Hij werd opgehaald door verdachte, [getuige 3] en [getuige 5] en ze reden samen naar de parkeergarage aan de [straatnaam] , waar een [merk] stond. [getuige 3] vroeg aan [getuige 4] of hij geld wilde verdienen door een auto naar een adres te brengen. Toen [getuige 4] uiteindelijk met [getuige 3] in de [merk] zat, kwam de politie er aan en zijn ze allemaal weggerend. [8] [getuige 3] heeft verklaard dat hij op 7 november 2017 samen met [getuige 5] , verdachte en [getuige 4] naar de parkeergarage aan de [straatnaam] is gereden. Ze zouden daar de verkoop van de gestolen [merk] regelen. [9] Het telefoonnummer van verdachte, [telefoonnummer 1] , straalt op 7 november 2017 tussen 17:00 en 19:01 uur verschillende zendmasten aandie dekking kunnen geven op de [straatnaam] . [10]
Verdachte heeft verklaard dat de snorfiets die in de parkeergarage stond inderdaad van hem was. [11] Verdachte heeft verklaard dat hij er niet meer mee mocht rijden en hem daarom in de parkeergarage had neergezet. De rechtbank acht dat laatste ongeloofwaardig, mede gelet op de verklaringen van [getuige 4] en [getuige 3] dat verdachte op 7 november 2017, toen zijn snorfiets daar stond, ook aanwezig was in de parkeergarage. De rechtbank leidt uit voornoemde bewijsmiddelen dan ook af dat verdachte zich op 7 november 2017 in de parkeergarage aan de [straatnaam] bevond om de verkoop van de gestolen [merk] te regelen én dat er in zijn snorfiets, die daar op dat moment ook stond, een tas afkomstig van de woningoverval lag.
Uit onderzoek van de politie in het digitaal opkoopregister volgt dat verdachte op 29 november 2017 zilver heeft ingeleverd bij [naam 2] . Hier heeft hij honderd euro voor ontvangen. [12] Verdachte heeft ook verklaard dat hij zilveren miniatuurbeeldjes in het centrum van Nijmegen heeft ingeleverd. [13] Aangeefster heeft de zilveren beeldjes herkend als haar goederen. [14]
Op 17 april 2018 werd er op de zolder van de woning aan de [adres 2] te Nijmegen, destijds het verblijfadres van verdachte, meerdere sieraden, zonnebrillen, handtassen en een bruinkleurige leren weekendtas aangetroffen. [15] Verdachte heeft verklaard dat hij deze goederen in deze kamer heeft neergelegd. [16] Aangeefster heeft de goederen herkend als haar goederen. [17]
Op 7 mei 2018 is een gesprek in de penitentiaire inrichting opgenomen tussen verdachte, [getuige 5] en hun [getuige 6] . Het gesprek vond plaats in het Marokkaans. In dit gesprek werd onder meer het volgende gezegd:
“ [getuige 5] = [getuige 5]
[verdachte] = [verdachte]
[getuige 6]
NTV: Niet te verstaan
(…)
[verdachte] : Het is niet erg. Er zijn miljoenen van. Weet je hoeveel dat er van gemaakt zijn.
[getuige 5] : Ja. Zogenaamd. Ja dat zijn van die dingen ja toch, NTV, advocaten, NTV, Advocaat.
[verdachte] : En die kraaltjes? (…) Ik ga tegen hen zeggen: Luister, datgeen wat ze hebben meegenomen. Ga maar kijken hoeveel ervan zijn in de hele wereld. NTV, tegen hen zeggen. Niet alleen de mijne.
(…)
[verdachte] : Ja, er is geen vuurwapen
[getuige 6] : En ze hebben gevonden. Kijk, ze hebben naar de pistool/vuurwapen gezocht.
[verdachte] : Ja er is geen vuurwapen
[getuige 6] : ntv… kelder
O; Ze praten heel zacht.
(…)
[getuige 5] : ja maar er is ooit mee geschoten
[verdachte] : Ja maar niet daar…NTV..die plaats delict…ntv..niet geschoten. Jij hebt toch ook een keer in huis geschoten?
[getuige 5] : Ja dat klopt
(…)
[getuige 5] : Lang jou bek houden. Als ze op een gegeven moment iets hebben en ze hebben echt iets en je weet gewoon ik ga nou ook [getuige 3] ondervragen. [getuige 3] heeft gewoon alles gezegd hé, kun jij beter ook gewoon alles zeggen jij gaat langer krijgen. Jij ga vier vijf jaar krijgen. Deze gasten gaan na twee jaar buiten komen.
(…)
[getuige 5] : Zijn broer van [getuige 3] . Ik sla hem helemaal total los dan…als ik hem pak, als hij heeft gepraat dan, sla ik helemaal total los. [18]
[getuige 3] heeft verklaard dat hij van [getuige 5] , de broer van verdachte, heeft gehoord dat verdachte samen met een ander de woningoverval heeft gepleegd. [19] De verdediging heeft over deze verklaring naar voren gebracht dat deze onbetrouwbaar is, omdat [getuige 3] inconsistent heeft verklaard. De rechtbank acht de verklaring van [getuige 3] voor wat betreft de beschuldiging van verdachte wel betrouwbaar. Hoewel [getuige 3] inderdaad over bepaalde punten wisselend heeft verklaard, is hij over het feit dat verdachte de overval heeft gepleegd duidelijk en consistent geweest. Daarnaast wordt zijn verklaring ook door meerdere bewijsmiddelen ondersteund. Verdachte heeft immers meerdere goederen afkomstig van de woningoverval voorhanden gehad en ook [getuige 4] heeft verklaard dat verdachte op 7 november 2017 betrokken was bij de verkoop van de [merk] in de parkeergarage aan de [straatnaam] . Ook wordt de verklaring van [getuige 3] ondersteund door het in de penitentiaire inrichting opgenomen OVC gesprek waarin [getuige 5] heeft verklaard dat [getuige 3] alles heeft gezegd. De rechtbank acht de verklaring van [getuige 3] dan ook bruikbaar voor het bewijs.
De rechtbank overweegt dat uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte verschillende goederen afkomstig van de woningoverval op verschillende plaatsen voorhanden heeft gehad. Een deel is aangetroffen in de buddyseat van zijn scooter, een deel in het huis van zijn [getuige 6] en hij heeft een deel verkocht. Daarnaast was verdachte betrokken bij de verkoop van de [merk] , die ook afkomstig was van de woningoverval. Ook heeft de rechtbank de overtuiging dat verdachte zich op 3 november 2017, kort na de overval, aan de [straatnaam] bevond, op het moment dat de telefoon afkomstig van de overval daar ook was. Verder volgt uit het afgeluisterde gesprek in de penitentiaire inrichting, met name uit de uitlatingen dat [getuige 3] alles heeft verteld, en dat verdachte dat ook zou moeten doen en vier of vijf jaar gevangenisstraf zal krijgen, naar het oordeel van de rechtbank dat [getuige 3] de waarheid heeft verklaard, en dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de woningoverval. Gelet op deze omstandigheden, en de verklaring van [getuige 3] , is naar het oordeel van de rechtbank de conclusie gerechtvaardigd dat verdachte een van de mannen is die de woningoverval heeft gepleegd, tenzij verdachte voor de genoemde situatie een aannemelijke verklaring geeft.
Verdachte heeft naar voren gebracht dat hij goederen afkomstig van de overval voor [getuige 3] moest verkopen, waarbij [getuige 3] hem had verteld dat dit afkomstig was van een drugsklant. Ook de goederen die aan de [adres 2] zijn aangetroffen, zou verdachte hebben gekregen van [getuige 3] . Hij moest deze bewaren omdat [getuige 3] ruzie had met zijn vriendin.
Over deze verklaring van verdachte overweegt de rechtbank dat verdachte deze verklaring pas op een laat moment in het proces heeft afgelegd, namelijk nadat het onderzoek bijna helemaal was afgerond. Daarnaast lijkt deze verklaring in strijd te zijn met het gesprek dat verdachte met [getuige 5] en zijn [getuige 6] in de penitentiaire inrichting heeft gevoerd. Verdachte zegt in dit gesprek namelijk dat hij tegen ‘hen’ gaat zeggen dat er veel in de wereld zijn van hetgeen ze hebben meegenomen. Dit wekt bij de rechtbank de indruk dat verdachte telkens een verklaring heeft proberen te verzinnen voor de bij hem aangetroffen goederen. Daarnaast overweegt de rechtbank dat [getuige 3] anders dan verdachte heeft verklaard over de bij verdachte aangetroffen goederen. Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het aangevoerde alternatieve scenario dat verdachte de goederen voor [getuige 3] moest verkopen, omdat hij die had gekregen van een drugsklant niet aannemelijk is geworden.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde feit, namelijk het medeplegen van een woningoverval.
De feiten 2 en 3 [20]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de woning gelegen aan de [adres 2] te Nijmegen is op 17 april 2018 0,88 gram heroïne aangetroffen. [21] Deze heroïne behoorde toe aan verdachte. Verdachte heeft in de periode van 17 november 2017 tot en met 17 april 2018 gehandeld in cocaïne, hasj en heroïne. [22]
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
Zowel de officier van justitie als de verdediging heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte het tenlastegelegde onder 2 en 3 heeft gepleegd.
Beoordeling door de rechtbank
Zoals zojuist is vastgesteld, volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachte cocaïne, heroïne en hasj heeft verkocht. Verdachte heeft niet willen verklaren over of hij samen met zijn broer [getuige 5] in verdovende middelen heeft gehandeld. Bij de beoordeling van de vraag of verdachte het feit tezamen en in vereniging heeft gepleegd, hecht de rechtbank waarde aan de volgende tapgesprekken.
De volgende gesprekken zijn gevoerd tussen het telefoonnummer [telefoonnummer 2] , het telefoonnummer dat volgens diens eigen verklaring van [getuige 5] is, [23] en [telefoonnummer 3] , het telefoonnummer dat volgens onderzoek door de politie wisselend door [getuige 5] en verdachte wordt gebruikt. [24] Naar de overtuiging van de rechtbank waren dit gelet op het bovenstaande gesprekken die zijn gevoerd tussen verdachte en [getuige 5] .
 Gesprek op 7 maart 2018. [getuige 5] wordt in het gesprek ‘NNman’ genoemd.
“ [verdachte] : Luister dan, die [naam 5] heeft gebeld en niemand neemt op.
NNman: Hoe bedoel je?
[verdachte] : Voor de neus. Regel iets voor de neus.
NNman: Ooh zo. Hoeveel wil hij hebben?
[verdachte] : 30
NNman: Is goed. Ik ga die pakken.” [25]
 Gesprek op 24 maart 2018.
“ [verdachte] zegt, hij zei tegen mij dat hij twee nodig heeft, 50.
[getuige 5] vraagt twee van vijftig?
[verdachte] zegt, ja zo iets zei ie. Hij komt in ieder geval hiernaartoe.
[getuige 5] vraagt, voor de neus.
[verdachte] zegt, ja want hij doet normaal geen neus
(…)
[getuige 5] zegt ik kom er aan” [26]
 Gesprek op 29 maart 2018. [getuige 5] wordt in het gesprek ‘NNM 8766’ genoemd.
“NNM 8766 die ene plak die ik jou gaf he?
[verdachte] watte?
NNM 8766 die plak.. die hasj die hasj.. ja
[verdachte] die grote?
NNM 8766 ja die in de ntv
[verdachte] in de schuur?” [27]
 Gesprek op 30 maart 2018.
“ [getuige 5] zegt dat hij spullen bij [verdachte] komt halen.
[getuige 5] zegt dat hij wat bij [verdachte] komt pakken en dan naar Zwanenveld moet
[verdachte] zegt is goed hoeveel moet je hebben.
[getuige 5] zegt, 1 van 25.
[verdachte] vindt het goed.” [28]
Verdachte heeft verklaard dat een halve gram cocaïne bij hem 20 tot 25 euro kostte, en een hele gram ongeveer 50 euro. Daarnaast heeft hij verklaard dat hij een plak hasj had liggen voor de verkoop. [29]
De rechtbank heeft de overtuiging dat verdachte en [getuige 5] in deze gesprekken afspraken hebben gemaakt over de handel in verdovende middelen, nu het onder meer ging over hasj, iets voor de neus en 25 en 50 worden genoemd, wat mede gelet op de verklaring van verdachte naar de overtuiging van de rechtbank duidt op bedragen voor de cocaïne en heroïne. Daarnaast heeft [getuige 3] ook verklaard dat [getuige 5] en [verdachte] samen drugs hebben gedeald. [30] Gelet op deze bewijsmiddelen, acht de rechtbank bewezen dat verdachte de handel in hard- en softdrugs samen met zijn broer heeft gepleegd.
Afnemers
Op 24 maart 2018 heeft er een telefoongesprek tussen [getuige 1] , wonende te Nijmegen, en het telefoonnummer [telefoonnummer 3] dat wisselend door verdachte en [getuige 5] wordt gebruikt, plaatsgevonden. [getuige 1] wordt in dit gesprek aangeduid als NNM.
“NNM vraagt of A naar hem toe kan komen
A vraagt voor hoeveel
NNM voor 30
A bij mij is een hele 50 maar dan heb je wel gelijk goeie shit
NNM zegt geen 50 te hebben hij wilt voor 30
A zegt dat een halve 25 is
A zegt dat hij iemand naar hem toe moet laten komen omdat het in de auto ligt.”
Een paar minuten later is door het telefoonnummer [telefoonnummer 3] de volgende sms gestuurd:
“Hy zegd is heet van die festival die hier was hy zegd mrgn komt goed” [31]
Gelet op dit telefoongesprek en de bedragen die hierin worden genoemd, heeft de rechtbank de overtuiging dat aan [getuige 1] cocaïne of heroïne is verkocht. Dat niet duidelijk is of [getuige 1] contact met [verdachte] of [getuige 5] had, maakt niet dat de verkoop aan hem niet bewezen kan worden, nu verdachte en [getuige 5] samen hebben gehandeld in drugs.
Aan [getuige 2] , wonende te Nijmegen, is een foto getoond van [getuige 5] (foto 1). [32] Getuige heeft over hem verklaard dat hij drugs bij hem koopt. [33] Aan getuige is ook een foto van verdachte getoond (foto 3). [34] Over verdachte heeft getuige in augustus 2018 verklaard dat hij heroïne en cocaïne van hem heeft gekocht tussen 1 jaar en 6 maanden geleden. [35] Gelet op deze verklaring, en het feit dat verdachte en [getuige 5] samen hebben gehandeld in drugs, acht de rechtbank de verkoop van cocaïne en heroïne aan hem in de tenlastegelegde periode bewezen.
Feit 4 [36]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Tussen 6 november 2017 21:30 uur en 7 november 2017 19:45 uur zijn de kentekenplaten [kenteken 2] van de [merk] , toebehorende aan [slachtoffer 2] , verwijderd. De kentekenplaathouders waren hierdoor beschadigd. Deze auto stond gedurende deze tijd geparkeerd in de parkeergarage aan de [straatnaam] te Nijmegen. [37]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte de primair tenlastegelegde diefstal heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte integraal vrij te spreken, omdat alleen uit de verklaring van [getuige 4] zou kunnen volgen dat verdachte de gestolen kentekenplaat op de gestolen [merk] heeft geplaatst.
Beoordeling door de rechtbank
Op 7 november 2017 is in de parkeergarage gelegen aan de [straatnaam] een gestolen [merk] aangetroffen, waarbij aan de achterzijde een kentekenplaat met het kenteken [kenteken 2] was bevestigd. In de parkeergarage stond op dat moment ook een snorfiets, met hierin onder andere een kentekenplaat met het kenteken [kenteken 2] . Het kenteken van de snorfiets ( [kenteken 5] ) stond op naam van verdachte. [38] Verdachte heeft ook verklaard dat dit zijn snorfiets was. [39]
[getuige 4] heeft verklaard dat hij op 7 november 2017 naar de parkeergarage aan de [straatnaam] is gereden met [getuige 5] , [getuige 3] en verdachte. Eenmaal daar aangekomen, liepen hij en [getuige 3] samen naar een gestolen [merk] toe die ze weg zouden brengen. Voordat zij in deze auto stapten was verdachte bezig met de achterkant van de auto. [40] Omstreeks 19:00 uur is [getuige 4] op deze locatie aangehouden, nadat hij uit de auto rende en probeerde te vluchten. [41] Uit historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , welk nummer in gebruik was bij verdachte, volgt dat dit nummer op 7 november 2017 tussen 17:00 en 19:01 uur verschillende zendmasten heeft aangestraald die dekking kunnen geven op de [straatnaam] . [42]
Verdachte heeft verklaard dat hij niet meer op zijn snorfiets mocht rijden en hem daarom in de parkeergarage had neergezet. Mede gelet op het feit dat uit de verklaring van [getuige 4] en de verkeersgegevens volgt dat verdachte wel in de parkeergarage aanwezig was toen de snorfiets daar ook stond en [getuige 4] heeft gezien dat verdachte bezig was met de achterkant van de [merk] , acht de rechtbank deze verklaring ongeloofwaardig.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit voornoemde bewijsmiddelen dat verdachte op 7 november 2017 de gestolen kentekenplaat ( [kenteken 2] ) op een gestolen [merk] heeft geplaatst. Nu de kentekenplaten slechts korte tijd daarvoor moeten zijn weggenomen, de auto waarvan die kentekenplaten zijn weggenomen op 7 november 2017 in de parkeergarage stond waar verdachte zich ook bevond en daarnaast de andere kentekenplaat ( [kenteken 2] ) in de snorfiets van verdachte is aangetroffen, heeft de rechtbank de overtuiging dat verdachte deze kentekenplaten van de auto heeft verwijderd. Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan diefstal met verbreking.
Feit 5 [43]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van 16 april 2018 tot en met 17 april 2018 heeft verdachte in Nijmegen een snorfiets, van het merk Piaggio, type C-25, voorzien van kenteken [kenteken 4] , toebehorende aan [slachtoffer 5] , weggenomen. Hij heeft hierbij het wiel, dat met een slot vastgemaakt was aan een fietsenrek, laten staan. [44]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte de snorfiets voorzien van het kenteken [kenteken 3] voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dit afkomstig was van een misdrijf. Voor het overige heeft de officier zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat de diefstal van de snorfiets met kenteken [kenteken 4] bewezen kan worden, nu verdachte dit heeft bekend. Van de diefstal/heling van de snorfiets met kenteken [kenteken 3] dient verdachte vrij te worden gesproken. Verdachte heeft de snorfiets op Marktplaats gekocht, en heeft hierbij het bloknummer, buddy en framenummer gecontroleerd.
Beoordeling door de rechtbank
Op 7 november 2017 heeft de politie in Nijmegen een snorfiets in beslag genomen, waar het kenteken [kenteken 5] op zat. [45] Uit onderzoek naar deze snorfiets bleek het te gaan om een snorfiets die voorzien had moeten zijn van het kenteken [kenteken 3] . [46] [slachtoffer 4] heeft aangifte gedaan van de diefstal van deze snorfiets, die op 19 september 2017 te Tiel zou zijn weggenomen. [47] Het kenteken [kenteken 5] dat niet bij dit voertuig hoort maar er wel op is gezet, staat sinds 29 mei 2017 op naam van verdachte. [48]
De rechtbank overweegt allereerst dat uit voornoemde bewijsmiddelen niet kan volgen dat verdachte de snorfiets met het kenteken [kenteken 3] heeft weggenomen. Van dat deel van de tenlastelegging zal hij dan ook worden vrijgesproken. De rechtbank acht wel bewezen dat verdachte deze snorfiets voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het gestolen was. Verdachte heeft verklaard dat hij deze snorfiets in mei 2017 heeft gekocht op Marktplaats. Nu de gestolen snorfiets echter pas in september 2017 is weggenomen, kan verdachte deze niet al in mei 2017 hebben gekocht. Op het moment dat de snorfiets is weggenomen, had verdachte het kenteken dat er later op is geplaatst wel al in bezit, nu dit kenteken sinds 29 mei 2017 op zijn naam stond. Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank de overtuiging dat hij deze valse kentekens zelf op de snorfiets moet hebben geplaatst. Als iemand een ander kenteken op een snorfiets plaatst, dan kan het niet anders dan dat hij weet dat de snorfiets van diefstal afkomstig is en dit probeert te verbergen. De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling ten aanzien van deze snorfiets. Op basis van de bewijsmiddelen onder het kopje ‘feiten’ kan daarnaast wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte de snorfiets met het kenteken [kenteken 4] door middel van verbreking heeft weggenomen.
Tenlastegelegde onder parketnummer 05/009593-18 [49]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 2 februari 2017 is aan de Meijhorst, 70e straat, in Nijmegen een auto (merk Fiat), met het kenteken [kenteken 6] , tegen de auto van [slachtoffer 6] aangereden. De bestuurder van deze Fiat is uiteindelijk weggereden, zonder dat hij zijn identiteit kenbaar heeft gemaakt aan [slachtoffer 6] . [50]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte de bestuurder van de Fiat was en dat hiermee ook bewezen is dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan het tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte integraal vrij te spreken, nu verdachte heeft ontkend die dag in een auto te hebben gereden en hij ook geen rijbewijs heeft.
Beoordeling door de rechtbank
Uit het basisregistratieportaal van het ministerie van veiligheid en justitie volgt dat de Fiat met het kenteken [kenteken 6] op naam van verdachte geregistreerd stond in de periode van 16 januari 2017 tot en met 7 maart 2017. [51] [slachtoffer 6] heeft de man in de Fiat onder meer beschreven als een man die licht getint was, donker haar had en een stoppelbaard. Ook heeft hij verklaard dat de man eerst nog tegen hem zei dat hij een nieuwe bumper voor hem zou regelen. [52]
Verdachte heeft ontkend dit feit te hebben gepleegd, maar heeft hier wel enigszins wisselend over verklaard. Ter terechtzitting heeft hij eerst verklaard dat hij geen auto heeft omdat hij geen rijbewijs heeft, maar heeft later verklaard dat hij zijn auto weleens heeft uitgeleend.
Gelet op het feit dat de auto ten tijde van het strafbare feit op naam van verdachte stond, verdachte voldoet aan het signalement [53] en verdachte hier geen verklaring voor heeft kunnen geven, oordeelt de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de bestuurder was van de Fiat op 7 februari 2017. Nu verdachte tegen aangever heeft gezegd dat hij een nieuwe bumper kon regelen, wist hij ook dat er schade was aan de auto. De rechtbank oordeelt dus dat er voldoende bewijs is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
onder parketnummer 05/882607-17
1.
hij op
of omstreeks3 november 2017, te Malden, in de gemeente Heumen, in een
woning gelegen aan de [adres 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een (dames) tas en
/of(ongeveer) 10 zonnebrillen (onder meer van de merken Tom
Ford, Rayban, Cartier, Dolce&Gabbana) en
/ofeen mobiele telefoon (merk iPhone
6) en
/ofeen (grote) hoeveelheid zilveren miniatuur beeldjes en/of meerdere
halskettingen en/of een lederen (weekend)tas en
/ofmeerdere tassen (voorzien
van de tekst " [naam 1] ") en
/ofeen horloge (merk Rolex) en
/ofeen
ketting (merk Tiffany) en
/of3 gouden armbanden (merk Chariot) en
/of160 Euro
en
/ofeen huistelefoon (Giga) en
/ofeen sjaal (merk Pashima) en
/ofeen
personenauto (merk [merk] , voorzien van het kenteken
[kenteken 1] ) en
/ofde autosleutel van voornoemde personenauto, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] (74 jaar oud),
in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/of
bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld
misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te
verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
), dat hij
verdachte en/of zijn mededader(s),
- voorzien van een pistool,
in ieder geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerpen
/ofhandschoenen en
/of (een)bivakmuts
(en
),
in ieder geval gezichtsbedekkende kledingen
/oftie-wraps en
/oftape naar voornoemde woning
is/zijn gegaan en
/of
- bij deze woning heeft
/hebbenaangebeld en
/ofaan voornoemde [slachtoffer 1]
heeft
/hebbengevraagd of hij een bal uit de tuin mocht halen en
/of
-
(direct na het betreden van de woning
)op die [slachtoffer 1] is
/zijnafgerend en
/of
die [slachtoffer 1] (vervolgens) met kracht heeft
/hebbengeduwd
(waardoor die [slachtoffer 1] hard
ten val kwam
)en
/of
- dat pistool aan die [slachtoffer 1] heeft
/hebbengetoond en
/of
- die [slachtoffer 1]
meermalen, in ieder geval éénmaal,hardhandig op de grond
heeft
/hebbengeduwd en
/ofhardhandig in een stoel heeft
/hebben gezet/geduwd
en/of gezetgehouden en
/of
- met tape de mond van die [slachtoffer 1] heeft
/hebbenafgeplakt en
/oftape om de enkels van die [slachtoffer 1] heeft
/hebbengedaan en/of
- aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben gevraagd waar de sleutels van de kluis waren,
in ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekkingen
/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben meegenomen en
/ofgeduwd naar de kelder van voornoemde
woning en
/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat ze geld wilden hebben,
in ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekkingen
/of
-
dat pistool heeft/hebben doorgeladen, in ieder gevalde slede (bovenkant) van een pistool naar achteren heeft
/hebbengetrokken en/of
- ( vervolgens) dat pistool op
/tegenhet hoofd van die [slachtoffer 1] heeft
/hebbengezet
en/of gezet gehoudenen/
of
- ( wederom) tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat ze geld wilden hebben,
in
ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekkingen
/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat ze in de kelder moest blijven, in ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben gevraagd waar de autosleutels waren en
/of
- de deur van de kelderruimte heeft
/hebbenafgesloten
(terwijl die [slachtoffer 1] zich nog in die ruimte bevond
)en
/of(vervolgens) de sleutel uit het slot van die deur heeft
/hebbengehaald/getrokken.
2.
hij op
één ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 november 2017
tot en met 17 april 2018, in de gemeente Nijmegen
, in ieder gevalin
Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meerander,
althans alleen,
meermalen,
in ieder geval éénmaal,(telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt aan onder meer [getuige 1] en
/of[getuige 2] en
/ofoverige
onbekende personen en
/ofheeft vervoerd,
in elk geval (telkens) opzettelijk
aanwezig heeft gehad,een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne
en
/ofheroïne, zijnde cocaïne en
\ofheroïne,
(telkens
) (een
)middel
(en)als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 november 2017
tot en met 17 april 2018,
in de gemeente Nijmegen, in ieder gevalin
Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meerander,
althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of
vervoerd,
in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,een
hoeveelheid van een materiaal bevattende
(een
)middel
(en)als bedoeld in de
bij de Opiumwet behorende lijst II, te weten een middel,
cannabis/hennep/hasjiesj;
4.
hij in
of omstreeksde periode van 6 november 2017 tot en met 7 november 2017
in de gemeente Nijmegen 2 kentekenplaten voorzien van het kenteken [kenteken 2] ,
in elk geval enig goed,dat geheel
of ten deleaan een ander toebehoorde, te
weten aan [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdie weg te nemen kentekenplaten onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van
braak en/ofverbreking;
5.
hij
a. op of omstreeks 19 september 2017 in de gemeente Tiel en/of
b. in de periode van 16 april 2018 tot en met 17 april 2018 in de gemeente
Nijmegen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
a. een snorfiets, merk Piaggio, type Zip en voorzien van het kenteken [kenteken 3]

en/of

b. een snorfiets, merk Piaggio, type C-25 en voorzien van het kenteken [kenteken 4]
in elk geval enig goed,geheel
of ten deletoebehorende aan
a. [slachtoffer 4] en/of
b. [slachtoffer 5] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,waarbij verdachte
zich die weg te nemen snorfiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van
braak/verbreking;
en
/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in
of omstreeksde periode van
a. 19 september 2017 tot en met 7 november 2017 in
gemeente Tiel en/of
Nijmegen,
in ieder geval in Nederland en/of
b. 16 april 2012 tot en met 17 april 2018,
een goed te weten
a. een snorfiets, merk Piaggo, type Zip, (originele kenteken [kenteken 3] )
en/of
b. een snorfiets, merk Piaggio, type C-25 en voorzien van het kenteken [kenteken 4] ,
heeft
verworven,voorhanden gehad,
en/of overgedragen,terwijl hij ten tijde
van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist
of
redelijkerwijs had moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed
betrof;
onder parketnummer 05/009593-18
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt,
welke gedraging hij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had
verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Nijmegen op/aan de
Meijhorst, 70e straat, op
of omstreeks2 februari 2017
de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,
terwijl bij dat ongeval, naar hij wist
of redelijker wijs moest vermoeden, aan
een ander (te weten [slachtoffer 6] )
letsel en/ofschade was toegebracht.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
onder parketnummer 05/882607-17
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, gepleegd door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van feit 2:
Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3:
Medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 4:
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking
Ten aanzien van feit 5
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking
en
Opzetheling
onder parketnummer 05/009593-18
Overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts verzocht de inbeslaggenomen goederen verbeurd te verklaren.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met het feit dat de aard en ernst van het letsel van het slachtoffer van de woningoverval beperkt is gebleven, verdachte als first offender moet worden beschouwd en verdachte voor de feiten 2, 3 en 5 zijn verantwoordelijkheid heeft genomen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 9 oktober 2018;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 10 juli 2018.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich samen met zijn mededader schuldig gemaakt aan een gewelddadige woningoverval. Zij zijn met een smoes de woning van een alleenwonende 74-jarige vrouw binnengedrongen, hebben de vrouw meermalen geduwd en hebben een doorgeladen pistool op haar hoofd gezet. Uiteindelijk hebben ze aangeefster naar de kelder geduwd en haar hier opgesloten, terwijl verdachte en de mededader met haar auto en meerdere goederen weg zijn gegaan. Dit is een zeer ernstig feit. Het feit heeft plaatsgevonden in de eigen woning van het slachtoffer, hetgeen bij uitstek een plek is waar iemand zich veilig moet voelen. De meeste slachtoffers van woningovervallen ondervinden nog geruime tijd psychische gevolgen hiervan. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat aangeefster is bedreigd met een geladen pistool en dat er geweld tegen haar is gebruikt.
Verder heeft verdachte zich over een periode van een half jaar, samen met zijn broer, schuldig gemaakt aan de handel in cocaïne, heroïne en hasj. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van cocaïne een ernstige bedreiging voor de gezondheid van de gebruikers ervan vormt. Daarnaast zorgen harddrugs maatschappelijk gezien voor veel schade, vanwege de randcriminaliteit die ermee gepaard gaat. Verdachte vormt door het plegen van het bewezen verklaarde feit een belangrijke schakel in deze schadelijke keten. Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verlaten van de plaats van een ongeval, diefstal van kentekenplaten, de diefstal van een snorfiets en de heling van een snorfiets. Dergelijke feiten zijn ergerlijk en maken een grove inbreuk op het eigendom van anderen.
Gelet op de ernst van deze feiten is slechts oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur passend. Wel houdt de rechtbank bij de hoogte van de straf rekening met de jonge leeftijd van verdachte. De rechtbank overweegt hierbij nog dat de reclassering heeft aangegeven dat gedragskundig onderzoek gezien de leeftijd van verdachte en de aard van het delict geïndiceerd is, maar dat de rechtbank van oordeel is dat eventuele behandeling in het kader van een voorwaardelijke invrijheidstelling kan plaatsvinden. Hierbij is ook van belang dat de reclassering geen reden zag voor toepassing van het jeugdstrafrecht.
Beslag
Over de navigatiesystemen en de telefoon op de beslaglijst d.d. 25 oktober 2018 overweegt de rechtbank dat uit het dossier niet volgt dat deze goederen onder verdachte in beslag zijn genomen. Slechts kan de rechtbank vaststellen dat deze in de woning aan de [adres 2] te Nijmegen lagen, maar aangezien hier meerdere personen wonen, kan hier niet uit worden afgeleid dat de voorwerpen aan verdachte toebehoorden. De rechtbank zal daarom geen beslissing over deze voorwerpen nemen.
7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 6] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder parketnummer 05/009593-18 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 399,30.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geen standpunt ingenomen over de vordering van de benadeelde partij.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, gelet op de bepleite vrijspraak.
Beoordeling door de rechtbank
De benadeelde partij heeft een vergoeding gevorderd voor de schade die verdachte aan zijn auto zou hebben toegebracht. Nu verdachte is veroordeeld voor het verlaten van de plaats van het ongeval, betreft de schade aan de auto geen rechtstreekse schade van het bewezenverklaarde feit. De rechtbank zal de vordering daarom niet-ontvankelijk verklaren.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 47, 57, 311, 312 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 7 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6] .
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 6] niet-ontvankelijkin de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.P.M. Kester (voorzitter), mr. R.S. Croll en mr. M.A. van Leeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Ruizendaal-van der Veen en A.W. Elbersen, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 december 2018.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in:
2.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] ZD01-27-ZD01-30, 32 en proces-verbaal van bevindingen ZD01-85.
3.Rapport ZD01-326-327.
4.Rapport ZD01-354-357.
5.Proces-verbaal van bevindingen ZD01-129-130.
6.Proces-verbaal van bevindingen ZD01-123.
7.Proces-verbaal van bevindingen ZD01-126.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 4] ZD01-388.
9.Verklaring van [getuige 3] , als getuige afgelegd ter terechtzitting van 21 november 2018.
10.Rapport A-110.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] A-107.
12.Proces-verbaal van bevindingen ZD01-245.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] A-105.
14.Proces-verbaal van bevindingen ZD01-256.
15.Proces-verbaal van bevindingen DKZ-186.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] A-105.
17.Proces-verbaal herkenning van goederen ZD01-62.
18.Proces-verbaal OVC familie [naam 6] ZD01-313-324.
19.Verklaring van [getuige 3] , als getuige afgelegd ter terechtzitting van 21 november 2018.
20.Het bewijs is terug te vinden in
21.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming ZD05-13-15, proces-verbaal onderzoek verdovende middelen ZD04-434-437 en Rapport identificatie van veelvoorkomende drugs ZD04-444.
22.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] A 106 en proces-verbaal aanhouding [verdachte] PD03-28.
23.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] ZD04-589.
24.PVB gebruik telefoonnummer 1988 ZD04-414-415.
25.Overzicht gesprekken m.b.t. nummer, ON5R017051, ZD04-450.
26.Overzicht gesprekken m.b.t. nummer, ON5R017051, ZD04-456.
27.Overzicht gesprekken m.b.t. nummer, ON5R017051, ZD04-459.
28.Overzicht gesprekken m.b.t. nummer, ON5R017051, ZD04-460.
29.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] A 106.
30.Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 3] , ZD01-435.
31.Overzicht gesprekken m.b.t. nummer, ON5R017051, ZD04-477-478.
32.Proces-verbaal van bevindingen ZD04-710.
33.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] ZD04-701.
34.Proces-verbaal van bevindingen ZD04-710.
35.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] ZD04-701.
36.- Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, zaaksregistratie 2018299462 (
37.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 3] namens [slachtoffer 2] , ZD02-007.
38.Proces-verbaal van bevindingen ZD02-0011-0012.
39.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] A-107.
40.Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 4] , ZD02-0033.
41.Proces-verbaal van bevindingen ZD01-129.
42.Rapport A-110.
43.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, zaaksregistratie 2018299462, Onderzoek Goudvink ON5R017051, gesloten op 21 augustus 2018, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld. Naar dit dossier zal in het vonnis worden verwezen als
44.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 5] , ZD03-0040 en verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting 21 november 2018.
45.Proces-verbaal van bevindingen ZD03-0010.
46.Proces-verbaal van bevindingen ZD03-0021.
47.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 4] , ZD03-22.
48.Proces-verbaal van verhoor verdachte ZD03-0031.
49.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2017052807, gesloten op 7 februari 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
50.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 6] , p.3-4.
51.Schriftelijk bescheid in de vorm van een V&J Basisregistratieportaal.
52.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 6] , p.4 van het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2017052807, gesloten op 7 februari 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
53.Waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 21 november 2018.