ECLI:NL:RBGEL:2018:5166

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 december 2018
Publicatiedatum
4 december 2018
Zaaknummer
AWB - 18 _ 605
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging Wajong-uitkering na veroordeling tot gevangenisstraf en TBS-maatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 4 december 2018 uitspraak gedaan over de beëindiging van de Wajong-uitkering van eiser, die in een TBS-kliniek verblijft. Eiser had eerder een Wajong-uitkering ontvangen, maar deze werd door het UWV stopgezet per 1 oktober 2017, omdat hij in een TBS-kliniek verbleef na een veroordeling tot gevangenisstraf en TBS in 1998. Eiser was het niet eens met deze beslissing en heeft de rechtbank gevraagd om de zaak te herzien.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in 1998 een gevangenisstraf van drie jaar en TBS opgelegd heeft gekregen. Na zijn vrijlating in 2010 ontving hij opnieuw een Wajong-uitkering, maar na een nieuwe veroordeling in 2010 werd hij opnieuw in een TBS-kliniek opgenomen. Het UWV heeft in 2017 ontdekt dat eiser weer in een TBS-kliniek verbleef en heeft daarop zijn uitkering stopgezet, conform de wet die bepaalt dat een Wajong-uitkering stopt als iemand in een TBS-kliniek verblijft vanwege een veroordeling.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het UWV terecht de Wajong-uitkering van eiser heeft beëindigd, omdat hij in de TBS-kliniek verblijft op basis van zijn eerdere veroordeling. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de beslissing van het UWV standhoudt. Eiser kan binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Team dat oordeelt over beslissingen van de overheid
zaaknummer: 18/605

uitspraak van drie rechters samen van

in de zaak tussen

[eiser] die in [woonplaats] woont, degene die deze zaak is begonnen,

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(die de rechters hierna UWV noemen) uit Arnhem, degene die zijn beslissing in deze zaak verdedigt.

Wat is er gebeurd tussen [eiser] en het UWV voor de zitting

Op 26 september 2017 heeft het UWV besloten dat [eiser] vanaf 1 oktober 2017 geen Wajong-uitkering meer krijgt. Wajong is een afkorting voor de naam van de wet waarin de uitkering is geregeld, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
[eiser] was het niet eens met de beslissing van het UWV en heeft dit aan het UWV laten weten.
Vervolgens heeft het UWV nog een keer gekeken naar de beslissing.
Op 13 december 2017 heeft het UWV besloten dat zij hun beslissing de Wajong-uitkering van [eiser] te stoppen niet veranderen.
[eiser] heeft daarna een brief aan de rechtbank gestuurd en de rechtbank gevraagd te oordelen over de beslissing van het UWV.
Het UWV heeft ook een brief gestuurd aan de rechtbank om uit te leggen waarom ze de uitkering van [eiser] hebben gestopt.
Op 26 september 2018 hebben drie rechters deze zaak op een zitting besproken met [eiser] en met mevrouw J. Marquenie die de beslissing van het UWV kwam uitleggen.

De beoordeling

1. Achtergrond
Een Wajong-uitkering is een uitkering voor mensen die al vanaf jonge leeftijd een ziekte of een handicap hebben en daardoor niet kunnen werken.
Het UWV beoordeelt of iemand een Wajong-uitkering kan krijgen. Het UWV bekijkt dan of de persoon die de uitkering wil hebben inderdaad vanaf jonge leeftijd een ziekte of handicap heeft waardoor hij niet kan werken.
[eiser] heeft meer dan 20 jaar geleden een Wajong-uitkering aangevraagd en die ook gekregen. Het GAK (zo heette het UWV vroeger) vond dat [eiser] door zijn ziekte en handicaps niet kan werken.
In de wet staat dat een Wajong-uitkering in sommige situaties stopt. Dit gebeurt bijvoorbeeld als iemand naar het buitenland verhuist of als hij met pensioen gaat. In de wet staat ook dat de uitkering stopt als iemand in de gevangenis komt. De uitkering stopt ook als iemand in een TBS-kliniek woont nadat hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf en TBS.
2. Wat vindt het UWV
Het UWV heeft de Wajong-uitkering van [eiser] op 1 oktober 2017 gestopt, omdat [eiser] op dat moment in een TBS-kliniek woont. Het UWV zegt dat hij daar woont, omdat hij in 1998 een gevangenisstraf en TBS heeft gekregen.
3. Wat vindt [eiser]
ontkent niet dat hij in een TBS-kliniek woont. Hij zegt dat hij daar woont, omdat hij behandeld moet worden. Dit hebben rechters in 2010 besloten. Hij zit daar niet omdat hij in 1998 een gevangenisstraf en TBS heeft gekregen.
4. Wat vinden de rechters in deze zaak
[eiser] en het UWV zijn het er over eens dat [eiser] in een TBS-kliniek woont. Over de vraag waarom hij daar woont verschillen [eiser] en het UWV van mening. De rechters in deze zaak hoeven daarom alleen maar te onderzoeken waarom [eiser] in de TBS-kliniek woont. Is dat omdat hij in 1998 een gevangenisstraf en TBS heeft gekregen, zoals het UWV zegt. Of zit [eiser] in de kliniek, omdat rechters in 2010 hebben gezegd dat hij behandeld moet worden in een TBS-kliniek, zonder dat hij ook een gevangenisstraf heeft gekregen.
Uit alle stukken die de rechters van [eiser] en het UWV gekregen hebben blijkt dat het volgende is gebeurd.
1998
In 1998 hebben hogere rechters [eiser] een gevangenisstraf van drie jaar en TBS gegeven. Omdat [eiser] in de gevangenis kwam, is zijn Wajong-uitkering gestopt. Ook nadat hij zijn gevangenisstraf had uitgezeten heeft [eiser] geen Wajong-uitkering meer gekregen. Hij is namelijk in een TBS-kliniek gaan wonen als onderdeel van zijn straf.
April 2010
[eiser] heeft vele jaren TBS gehad. Hij zat al die tijd in TBS-klinieken. De situatie van [eiser] verbeterde en rechters in Utrecht hebben in 2010 beslist dat [eiser] mocht proberen buiten de TBS-kliniek te gaan wonen. Hij moest zich dan wel aan allerlei afspraken houden. Als [eiser] zich niet aan de afspraken zou houden, zou [eiser] weer terug moeten naar de TBS-kliniek en verdergaan met zijn behandeling.
Eén van de afspraken waar [eiser] zich aan moest houden was dat hij uiteraard niets mocht doen waar hij weer straf voor zou kunnen krijgen.
Het UWV heeft [eiser] op 26 april 2010 weer een Wajong-uitkering gegeven. Dat was vlak nadat hij uit de TBS-kliniek kwam. Hij kon namelijk nog steeds niet werken door zijn handicaps en hij zat niet meer in een gevangenis of TBS-kliniek.
September/ oktober 2010
Op 25 september 2010 heeft [eiser] iets gedaan waarvoor hij een straf kon krijgen. De politie heeft hem een paar dagen later opgepakt. Uiteindelijk is er weer een rechtszaak geweest en hebben de rechters in die zaak op 29 oktober 2010 besloten dat [eiser] zich niet aan de afspraken heeft gehouden die bij zijn vrijlating uit de TBS-kliniek waren gemaakt. Hij moest daarom weer terug naar een TBS-kliniek.
[eiser] heeft dit na de uitspraak van de rechters niet aan het UWV verteld. Het UWV is er toen ook zelf niet achter gekomen en [eiser] hield zijn Wajong-uitkering.
2017
In 2017 kwam het UWV er pas achter dat [eiser] in een TBS-kliniek woonde. Het UWV heeft [eiser] daarom op 26 september 2017 een brief gestuurd waarin het UWV zegt dat de Wajong-uitkering op 1 oktober 2017 stopt. Iemand die in een TBS-kliniek woont, omdat hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf en TBS, krijgt namelijk geen Wajong-uitkering.
Beslissing van de drie rechters
Uit alles wat hiervoor staat, blijkt dat [eiser] in 1998 gevangenisstraf en TBS heeft gekregen. Hij heeft eerst zijn gevangenisstraf uitgezeten en is daarna opgenomen in een TBS-kliniek. In 2010 is hij een tijdje vrij geweest. De opname in de TBS-kliniek is als het ware gepauzeerd. Nadat hij toch de fout in is gegaan, is de verplichte opname in de TBS-kliniek weer gaan lopen. [eiser] woonde op 1 oktober 2017 dus in de TBS-kliniek, omdat hogere rechters in 1998 hebben besloten dat hij gevangenisstraf en TBS moest krijgen. [eiser] woont dus niet in de kliniek, omdat rechters in 2010 hebben besloten dat hij alleen behandeld moet worden in een TBS-kliniek.
Aan het begin van deze uitspraak is gezegd dat een Wajong-uitkering volgens de wet stopt als iemand in een TBS-kliniek zit, omdat hij is veroordeeld tot gevangenisstraf en TBS. Dat is bij [eiser] het geval. Het UWV heeft daarom terecht de uitkering van [eiser] gestopt.
Dat betekent dat [eiser] geen gelijk krijgt. In juridische taal wordt dan gezegd dat het beroep van [eiser] ongegrond wordt verklaard.

De beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr.dr.drs. E.L. de Jongh, voorzitter, mr. H.J. Klein Egelink en mr. S.S. van Nijen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Reinders, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 4 december 2018
griffier
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.