ECLI:NL:RBGEL:2018:5027

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 november 2018
Publicatiedatum
23 november 2018
Zaaknummer
05/740533-17, 05/740342-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor ontucht met minderjarigen in Kootwijkerbroek

Op 23 november 2018 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 43-jarige man uit Kootwijkerbroek, die werd beschuldigd van ontucht met minderjarigen. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De zaak kwam aan het licht na meerdere aangiften van slachtoffers die verklaarden dat de verdachte hen had benaderd en ontuchtige handelingen had gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tonen van zijn geslachtsdeel aan de slachtoffers en hen heeft aangezet tot ontuchtige handelingen. De feiten vonden plaats in de periode van 2004 tot 2018, waarbij de slachtoffers minderjarig waren op het moment van de feiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de impact op de slachtoffers en de schending van hun lichamelijke integriteit. De verdachte heeft geen rekening gehouden met de gevolgen van zijn daden, wat de rechtbank zwaar heeft aangerekend. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank heeft, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de reclassering, de straf gematigd. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die zich in het strafproces hebben gevoegd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/740533-17, 05/740342-18
Datum uitspraak : 23 november 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , te [woonplaats] ,
raadsman: mr. W. Vahl, advocaat te Barneveld.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 november 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
05/740533-17
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 april 2004
tot 16 april 2008 te Kootwijkerbroek, met [slachtoffer 1] ( [slachtoffer 1] ), geboren op [geboortedatum 1] , die toen de
leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten door één
of meermalen; - zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 1] te tonen en/of - voornoemde [slachtoffer 1] diens penis aan verdachte te laten tonen en/of - ten overstaande van die [slachtoffer 1] zichzelf af te trekken en/of - voornoemde [slachtoffer 1] zichzelf te laten aftrekken ten overstaande van hem, verdachte en/of - de penis van voornoemde [slachtoffer 1] vast te pakken en/of af te trekken en/of - zijn, verdachtes, penis te laten vastpakken door voornoemde [slachtoffer 1]
en/of (daarbij) zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en/of - de penis van voornoemde [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond te nemen
en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] te pijpen; en hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005
tot 16 april 2008 te Kootwijkerbroek door giften en/of beloften van geld en/of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te
weten door:
- het aanbieden/geven/beloven van één of meer geldbedrage(en), althans enig geld en/of
- het geven van één of meer (bromfiets) onderde(el(en),
- het beschikbaar stellen van zijn, verdachtes, tijd en/of expertise en/of gereedschap en/of bedrijfsruimte,
[slachtoffer 1] ( [slachtoffer 1] ), geboren op [geboortedatum 1] , van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (telkens) opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen, te weten:
- zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 1] te tonen en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] diens penis aan verdachte te laten tonen en/of
- ten overstaande van die [slachtoffer 1] zichzelf af te trekken en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] zichzelf te laten aftrekken ten overstaande van
hem, verdachte en/of - de penis van voornoemde [slachtoffer 1] vast te pakken en/of af te trekken en/of
- zijn, verdachtes, penis te laten vastpakken door voornoemde [slachtoffer 1]
en/of (daarbij) zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond te nemen
en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] te pijpen, te plegen en/of van verdachte te dulden;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 februari 2009
tot 20 februari 2010 te Kootwijkerbroek, met [slachtoffer 2] ( [slachtoffer 2] ), geboren op [geboortedatum 2] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten door één of meermalen:
- zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 2] te tonen en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] diens penis aan verdachte te laten tonen en/of - ten overstaande van die [slachtoffer 2] zichzelf af te trekken en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] zichzelf te laten aftrekken ten overstaande van
hem, verdachte en/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 2] vast te pakken en/of af te trekken
en/of
- zijn, verdachtes, penis te laten vastpakken door voornoemde [slachtoffer 2]
en/of (daarbij) zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 2] en/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, mond te nemen
en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] te pijpen; en hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 februari 2009 tot 20 februari 2012 te Kootwijkerbroek door giften en/of beloften van geld en/of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te weten door:
- het aanbieden/geven/beloven van één of meer geldbedrag(en), althans enig geld en/of
-het geven van één of meer (bromfiets) onderde(el(en) en/of
-het beschikbaar stellen van zijn, verdachtes, tijd en/of expertise en/of gereedschap en/of bedrijfsruimte, [slachtoffer 2] ( [slachtoffer 2] ), geboren op [geboortedatum 2] , van wie hij, verdachte,
wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren
nog niet had bereikt, (telkens) opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen, te
weten:
- zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 2] te tonen en/of - voornoemde [slachtoffer 2] diens penis aan verdachte te laten tonen en/of
- ten overstaande van die [slachtoffer 2] zichzelf af te trekken en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] zichzelf te laten aftrekken ten overstaande van
hem, verdachte en/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 2] vast te pakken en/of af te trekken
en/of
- zijn, verdachtes, penis te laten vastpakken door voornoemde [slachtoffer 2]
en/of (daarbij) zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 2] en/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, mond te nemen
en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] te pijpen, te plegen en/of van verdachte te dulden;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 oktober 2013
tot 29 oktober 2014 te Kootwijkerbroek door giften en/of beloften van geld en/of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te
weten door:
- het aanbieden/geven/beloven van één of meer geldbedrag(en), althans enig geld en/of
- het geven van één of meer (bromfiets) onderde(el(en) en/of -het beschikbaar stellen van zijn, verdachtes, tijd en/of expertise en/of gereedschap en/of bedrijfsruimte, [slachtoffer 3] ( [slachtoffer 3] ), geboren [geboortedatum 3] , van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (telkens) opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen, te weten:
- zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 3] te tonen en/of
- voornoemde [slachtoffer 3] diens penis aan verdachte te laten tonen en/of
- ten overstaande van die [slachtoffer 3] zichzelf af te trekken en/of
- voornoemde [slachtoffer 3] zichzelf te laten aftrekken ten overstaande van
hem, verdachte en/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] vast te pakken en/of af te trekken
en/of
- zijn, verdachtes, penis te laten vastpakken door voornoemde [slachtoffer 3]
en/of (daarbij) zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 3] en/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] in zijn, verdachtes, mond te nemen
en/of (vervolgens) die [slachtoffer 3] te pijpen, te plegen en/of van verdachte te dulden;
05/740342-18
hij op één of meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van
16 juli 2015 tot en met 21 april 2018 te Kootwijkerbroek, gemeente Barneveld,
(telkens) door giften en/of beloften van geld en/of goed en/of misbruik van
uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te
weten door het aanbieden/geven/beloven van één of meer geldbedrag(en), althans enig
- geld/goed en/of
- het beschikbaar stellen van zijn, verdachtes, tijd en/of expertise en/of
gereedschap,
[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] , van wie hij, verdachte, wist
of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog
niet had bereikt,
(telkens) opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen te
plegen en/of van verdachte te dulden, te weten
- voornoemde [slachtoffer 4] diens penis aan verdachte te laten tonen en/of
- voornoemde [slachtoffer 4] diens penis, in verdachtes bijzijn, te laten opmeten
en/of
- zijn, verdachtes, penis aan die voornoemde [slachtoffer 4] te tonen;
en/of
hij op één of meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van
16 juli 2015 tot en met 15 juli 2017 te Kootwijkerbroek, gemeente Barneveld,
met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] ,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
(telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten door één
of meermalen;
- voornoemde [slachtoffer 4] diens penis aan verdachte te laten tonen en/of
- zijn, verdachtes, penis aan voornoemde [slachtoffer 4] te tonen;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
Ten aanzien van parketnummer 05/740533-17
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 24-28 (feit 1);
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 33-38 (feit 2);
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 12-18 (feit 3);
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting (alle feiten).
Ten aanzien van parketnummer 05/740342-18
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] namens [slachtoffer 4] , p. 12-17;
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 4] , p. 38-44;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
05/740533-1
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 16 april 2004
tot 16 april 2008 te Kootwijkerbroek, met [slachtoffer 1] ( [slachtoffer 1] ), geboren op [geboortedatum 1] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten door
één ofmeermalen;
- zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 1] te tonen en
/of
- voornoemde [slachtoffer 1] diens penis aan verdachte te laten tonen en
/of
- ten overstaande van die [slachtoffer 1] zichzelf af te trekken en
/of
- voornoemde [slachtoffer 1] zichzelf te laten aftrekken ten overstaande van hem, verdachte en
/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 1] vast te pakken en/of af te trekken en
/of
- zijn, verdachtes, penis te laten vastpakken door voornoemde [slachtoffer 1] en/of (daarbij) zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en
/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond te nemen
en
/of(vervolgens) die [slachtoffer 1] te pijpen;
en hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005
tot 16 april 2008 te Kootwijkerbroek door giften en
/ofbeloften van geld en
/ofgoed en
/ofmisbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misleiding, te
weten door:
- het aanbieden/geven/beloven van
één of meergeldbedrage
(en
), althans enig gelden
/of
- het geven van
één of meer (bromfiets
)onderde
(el
(en
),
- het beschikbaar stellen van zijn, verdachtes, tijd en/of expertise en/of gereedschap en/of bedrijfsruimte,
[slachtoffer 1] ( [slachtoffer 1] ), geboren op [geboortedatum 1] , van wie hij, verdachte, wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (telkens) opzettelijk heeft bewogen
een of meerontuchtige handelingen, te weten:
- zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 1] te tonen en
/of
- voornoemde [slachtoffer 1] diens penis aan verdachte te laten tonen en
/of
- ten overstaande van die [slachtoffer 1] zichzelf af te trekken en
/of
- voornoemde [slachtoffer 1] zichzelf te laten aftrekken ten overstaande van
hem, verdachte en
/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 1] vast te pakken en
/ofaf te trekken en
/of
- zijn, verdachtes, penis te laten vastpakken door voornoemde [slachtoffer 1]
en
/of(daarbij) zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en/
of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond te nemen
en
/of(vervolgens) die [slachtoffer 1] te pijpen, te plegen en/of van verdachte te dulden;
2.
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 20 februari 2009
tot 20 februari 2010 te Kootwijkerbroek, met [slachtoffer 2] ( [slachtoffer 2] ), geboren op [geboortedatum 2] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens)
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten door
één of meermalen:
- zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 2] te tonen en
/of
- voornoemde [slachtoffer 2] diens penis aan verdachte te laten tonen en
/of
- ten overstaande van die [slachtoffer 2] zichzelf af te trekken en
/of
- voornoemde [slachtoffer 2] zichzelf te laten aftrekken ten overstaande van
hem, verdachte en
/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 2] vast te pakken en
/ofaf te trekken
en
/of
- zijn, verdachtes, penis te laten vastpakken door voornoemde [slachtoffer 2]
en
/of(daarbij) zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 2] en
/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, mond te nemen
en
/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] te pijpen;
en hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 20 februari 2009 tot 20 februari 2012 te Kootwijkerbroek door giften en
/ofbeloften van geld en
/ofgoed en
/ofmisbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misleiding, te weten door:
- het aanbieden/geven/beloven van
één of meergeldbedrage
(en
), althans enig gelden
/of
- het geven van
één of meer (bromfiets
)onderde
(el
(en
), en
/of
- het beschikbaar stellen van zijn, verdachtes, tijd en/of expertise en/of gereedschap en/of bedrijfsruimte, [slachtoffer 2] ( [slachtoffer 2] ), geboren op [geboortedatum 2] , van wie hij, verdachte,
wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze de leeftijd van achttien jaren
nog niet had bereikt, (telkens) opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen, te
weten:
- zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 2] te tonen en
/of
- voornoemde [slachtoffer 2] diens penis aan verdachte te laten tonen en
/of
- ten overstaande van die [slachtoffer 2] zichzelf af te trekken en
/of
- voornoemde [slachtoffer 2] zichzelf te laten aftrekken ten overstaande van
hem, verdachte en
/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 2] vast te pakken en
/ofaf te trekken
en
/of
- zijn, verdachtes, penis te laten vastpakken door voornoemde [slachtoffer 2]
en
/of(daarbij) zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 2] en
/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, mond te nemen
en
/of(vervolgens) die [slachtoffer 2] te pijpen, te plegen en/of van verdachte te dulden;
3.
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 29 oktober 2013
tot 29 oktober 2014 te Kootwijkerbroek door giften en
/ofbeloften van geld en
/ofgoed en
/ofmisbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misleiding, te weten door:
- het aanbieden/geven/beloven van
één of meergeldbedrage
(en
), althans enig gelden
/of
- het geven van
één of meer (bromfiets
)onderde
(el
(en
), en
/of
- het beschikbaar stellen van zijn, verdachtes, tijd en/of expertise en/of gereedschap en/of bedrijfsruimte, [slachtoffer 3] ( [slachtoffer 3] ), geboren [geboortedatum 3] , van wie hij, verdachte, wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (telkens) opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen, te weten:
- zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer 3] te tonen en
/of
- voornoemde [slachtoffer 3] diens penis aan verdachte te laten tonen en
/of
- ten overstaande van die [slachtoffer 3] zichzelf af te trekken en
/of
- voornoemde [slachtoffer 3] zichzelf te laten aftrekken ten overstaande van
hem, verdachte en
/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] vast te pakken en
/ofaf te trekken
en
/of
- zijn, verdachtes, penis te laten vastpakken door voornoemde [slachtoffer 3]
en
/of(daarbij) zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 3] en
/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] in zijn, verdachtes, mond te nemen
en
/of(vervolgens) die [slachtoffer 3] te pijpen, te plegen en/of van verdachte te dulden;
05/740342-18
hij
op één of meerdere tijdstippen gelegenin
of omstreeksde periode van
16 juli 2015 tot en met 21 april 2018 te Kootwijkerbroek, gemeente Barneveld,
(telkens) door giften en
/ofbeloften van geld en
/ofgoed en
/ofmisbruik van
uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misleiding, te
weten door het aanbieden/geven/beloven van één of meer geldbedrag(en),
althans enig
- geld/goeden
/of
- het beschikbaar stellen van zijn, verdachtes, tijd en/of expertise en/of
gereedschap,
[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] , van wie hij, verdachte, wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze de leeftijd van achttien jaren nog
niet had bereikt,
(telkens) opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen te
plegen en/of van verdachte te dulden, te weten
- voornoemde [slachtoffer 4] diens penis aan verdachte te laten tonen en
/of
- voornoemde [slachtoffer 4] diens penis, in verdachtes bijzijn, te laten opmeten
en
/of
- zijn, verdachtes, penis aan die voornoemde [slachtoffer 4] te tonen;
en
/of
hij
op één of meerdere tijdstippen gelegenin
of omstreeksde periode van
16 juli 2015 tot en met 15 juli 2017 te Kootwijkerbroek, gemeente Barneveld,
met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens)
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten door één of meermalen;
- voornoemde [slachtoffer 4] diens penis aan verdachte te laten tonen en/of
- zijn, verdachtes, penis aan voornoemde [slachtoffer 4] te tonen;

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05/740533-17
Ten aanzien van feit 1 en 2 telkens:
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen
Ten aanzien van feit 3:
Verleiding van een minderjarige tot ontucht
Ten aanzien van parketnummer 05/740342-18
Verleiding van een minderjarige tot ontucht
en
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden reclasseringscontact met meldplicht, ambulante behandeling bij [naam 2] of een soortgelijke instelling en geen minderjarigen meer in zijn bedrijf laten werken, met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar een voorwaardelijke gevangenisstraf met eventueel een werkstraf. Ten aanzien van de door de reclassering geformuleerde voorwaarden heeft de verdediging aangegeven deze als gepast te beschouwen. Verdachte heeft deze besproken met [naam 2] en stemt ermee in.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 28 september 2013 en
- een voorlichtingsrapportage Reclassering Nederland, ongedateerd, gezien de inhoud van na 12 oktober 2018.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ontucht met en verleiding tot ontucht van vier minderjarigen. Dit zijn ernstige feiten die de rechtbank verdachte zwaar aanrekent. Verdachte heeft hierdoor een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de seksuele ontwikkeling van een aantal puberjongens, waaronder drie jongens uit één gezin. Uit de slachtofferverklaringen blijkt de grote impact die zijn handelen op de slachtoffers heeft gehad. Verdachte heeft hier geen rekening mee gehouden, zelfs niet nadat hij op zijn gedrag was aangesproken. Hij was slechts uit op zijn eigen seksueel genot en bevrediging.
De reclassering heeft in voornoemd rapport gezegd dat haar voorkeur uitgaat naar een forse voorwaardelijke gevangenisstraf, nu het volgens haar onverstandig is om de thans lopende behandeling bij [naam 2] te onderbreken.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de feiten echter te ernstig om af te doen met een andere straf dan een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Wel zal zij de gevangenisstraf, gelet op het advies van de reclassering, matigen ten opzichte van de eis van de officier van justitie. Verdachte kan dan na het uitzitten van zijn straf de behandeling hervatten. Ter compensatie van deze matiging zal de rechtbank naast de deels voorwaardelijke straf aan verdachte ook een forse werkstraf opleggen.
De rechtbank ziet, gelet op verdachtes persoonlijke omstandigheden, aanleiding aan het voorwaardelijk gedeelte de bijzondere voorwaarden te verbinden zoals door de reclassering geadviseerd en door de officier van justitie geëist.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding. [slachtoffer 1] vordert een bedrag van € 4.466,89 waarvan € 3.500,- immateriële schade. [slachtoffer 2] vordert een bedrag van € 3.028,16 waarvan € 2.500,- immateriële schade.
[slachtoffer 3] vordert een bedrag van € 2.573,16 waarvan € 2.500,- immateriële schade.
[slachtoffer 4] vordert een bedrag van € 2.000,- aan immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht alle vorderingen toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat niet goed is vast te stellen wat de immateriële schade is. Geen van de benadeelden is thans in behandeling. Daarnaast dienen volgens de verdediging de telefoonkosten niet forfaitair te worden afgedaan. Ten aanzien van de reiskosten wijst de verdediging erop dat het bij [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dezelfde dag betreft.
Ten aanzien van de kosten voor gederfde inkomsten van [slachtoffer 2] stelt de verdediging dat deze onvoldoende zijn onderbouwd.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van de vordering van
[slachtoffer 1]:
De rechtbank acht de forfaitaire bedragen voor telefoonkosten voldoende onderbouwd en zal deze toewijzen.
Ten aanzien van de reis- en parkeerkosten: deze zijn exact gelijk voor [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Het is dan ook aannemelijk dat zij samen hebben gereisd zodat de rechtbank dit bedrag telkens voor eenderde zal toewijzen (€ 16,05).
Ten aanzien van de inkomstenderving: de rechtbank acht de bedragen die zien op de data 9 maart 2017 en 13 april 2017 voldoende onderbouwd en zal ze dan ook toewijzen.
De bedragen met betrekking tot de data 13 juni 2018 en 18 juni 2018 acht de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Voor dat deel van de vordering zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard.
Aan de benadeelde partij is door het bewezen verklaarde handelen tevens rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. De rechtbank zal de hoogte van de immateriële schade naar billijkheid begroten op € 2500,-.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu de behandeling van dat deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 16 april 2008 (zijnde de laatste dag van de bewezenverklaarde delictsperiode).
Ten aanzien van de vordering van
[slachtoffer 2]:
De rechtbank acht de forfaitaire bedragen voor telefoonkosten voldoende onderbouwd en zal deze toewijzen.
Ten aanzien van de reis- en parkeerkosten: deze zijn exact gelijk voor [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Het is dan ook aannemelijk dat zij samen hebben gereisd zodat de rechtbank dit bedrag telkens voor eenderde zal toewijzen (€ 16,05).
Ten aanzien van de inkomstenderving: de benadeelde is ZZP-er en heeft ter onderbouwing een (fictieve) factuur aan verdachte overgelegd. De rechtbank kan uit die factuur niet opmaken in hoeverre de benadeelde partij daadwerkelijk inkomsten heeft gederfd. De benadeelde partij zal voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Aan de benadeelde partij is door het bewezen verklaarde handelen tevens rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. De rechtbank zal de hoogte van de immateriële schade naar billijkheid begroten op € 2000,-.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu de behandeling van dat deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 20 februari 2012 (zijnde de laatste dag van de bewezenverklaarde delictsperiode).
Ten aanzien van de vordering van
[slachtoffer 3]:
De rechtbank acht de forfaitaire bedragen voor telefoonkosten voldoende onderbouwd en zal deze toewijzen.
Ten aanzien van de reis- en parkeerkosten: deze zijn exact gelijk voor [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Het is dan ook aannemelijk dat zij samen hebben gereisd zodat de rechtbank dit bedrag telkens voor eenderde zal toewijzen (€ 16,05).
Aan de benadeelde partij is door het bewezen verklaarde handelen tevens rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. De rechtbank zal de hoogte van de immateriële schade naar billijkheid begroten op € 2000,-.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu de behandeling van dat deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 29 oktober 2014 (zijnde de laatste dag van de bewezenverklaarde delictsperiode).
Ten aanzien van de vordering van
[slachtoffer 4]:
Aan de benadeelde partij is door het bewezen verklaarde handelen rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. De rechtbank zal de hoogte van de immateriële schade naar billijkheid begroten op € 1000,-.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu de behandeling van dat deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 21 april 2018 (zijnde de laatste dag van de bewezenverklaarde delictsperiode).
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 63, 247, 248a van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van
de proeftijddie op
drie jarenwordt bepaald;
 de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
 de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich uiterlijk binnen 5 dagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij Reclassering Nederland, [adres 2] , en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden op afspraken bij de reclassering, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht.
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van [naam 2] of een soortgelijke forensische zorgverlener, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich daarbij aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan een onderdeel zijn van de behandeling.
- gedurende de proeftijd in zijn bedrijf niet met minderjarigen werkt;
- Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
 een
werkstrafgedurende
240 (tweehonderd-en-veertig uren), met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (een-honderd-en-twintig) dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht
.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen:
veroordeelt verdachte ten aanzien van 05/740533-17 feit 1 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van
€ 3.297,52 (drieduizend-tweehonderd-en-zevenennegentig euro en tweeënvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2008 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
veroordeelt verdachte ten aanzien van 05/740533-17 feit 2 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 2], van een bedrag van
€ 2.041,05 (tweeduizend-eenenveertig euro en vijf cent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
veroordeelt verdachte ten aanzien van 05/740533-17 feit 3 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 3], van een bedrag van
€ 2.041,05 (tweeduizend-eenenveertig euro en vijf cent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
veroordeelt verdachte ten aanzien van 05/740342-18 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 4], van een bedrag van
€ 1.000 (duizend euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Hamaker (voorzitter), mr. R.S. Croll en mr. B.F. Schuver, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen en N. Koopmans, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 november 2018.

Voetnoten

1.Het bewijs met betrekking tot parketnummer 05/740533-17 is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, Team Zeden opgemaakte proces-verbaal, onderzoek ONRBC17704 GLM APPEL, gesloten op 23 oktober 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld.