ECLI:NL:RBGEL:2018:4953
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek naar de vordering van de benadeelde partij in een strafzaak met betrekking tot vernielingen en mishandeling
Op 16 november 2018 heeft de Rechtbank Gelderland een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1967, die wordt beschuldigd van verschillende strafbare feiten, waaronder vernielingen, diefstal en mishandeling. De zaak is behandeld in de meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. A. Bijl. Tijdens de zitting op 2 november 2018 is gebleken dat de verdachte onder beschermingsbewind staat, wat betekent dat hij niet zelfstandig kan beschikken over zijn vermogen. Dit heeft invloed op de mogelijkheid van de raadsman om namens de verdachte op te treden in de procedure rondom de vordering van de benadeelde partij, mevrouw [slachtoffer 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de raadsman geen machtiging van de bewindvoerder heeft ontvangen om namens de verdachte te pleiten.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en de bewindvoerder op te roepen voor een nader te bepalen zitting. De rechtbank heeft de raadsman de gelegenheid gegeven om een machtiging van de bewindvoerder te verkrijgen, zodat hij het woord ter verdediging kan voeren met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank heeft het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst en gelast dat de verdachte en de benadeelde partij op de hoogte worden gesteld van de nieuwe zitting.
Dit tussenvonnis is uitgesproken door de rechters H.C. Leemreize (voorzitter), J.M. Hamaker en G.J.H. Boerhof, in aanwezigheid van griffier mr. K.M. Rokette.