ECLI:NL:RBGEL:2018:4945
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor het kappen van een beuk op basis van de Bomenverordening gemeente Renkum
In deze zaak hebben eisers, voorafgaand aan de aankoop van hun woning, geïnformeerd bij de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) of voor het kappen van een beuk op hun erf een vergunning nodig was. Aanvankelijk werd hen meegedeeld dat dit niet het geval was, maar later bleek dat een vergunning wel vereist was. De aanvraag voor de vergunning werd echter geweigerd op basis van artikel 5 van de Bomenverordening gemeente Renkum 2009, dat de voorwaarden voor het verlenen van een vergunning voor het kappen van bomen regelt. De rechtbank moest beoordelen of er sprake was van 'aantoonbaar onevenredige overlast', een criterium dat verweerder beoordelingsruimte biedt. Verweerder erkende dat er gerechtvaardigd vertrouwen was gewekt bij eisers, maar stelde dat het algemeen belang van het behoud van de boom zwaarder woog dan de belangen van eisers. De rechtbank oordeelde dat het vertrouwensbeginsel niet zo ver strekt dat gerechtvaardigde verwachtingen altijd moeten worden nagekomen, maar dat de belangen van eisers in deze situatie wel degelijk meegewogen moesten worden. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eisers gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank ook de proceskosten en het griffierecht aan eisers toekende.