In deze zaak heeft eiser, die zorgtoeslagen heeft aangevraagd over de jaren 2008 tot en met 2012, een verzoek om schadevergoeding ingediend bij de Belastingdienst/Toeslagen. Dit verzoek werd afgewezen, waarop eiser bezwaar maakte. Het bezwaar werd ongegrond verklaard, waarna eiser beroep instelde bij de rechtbank. De rechtbank Gelderland heeft op 12 november 2018 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst/Toeslagen terecht het verzoek om schadevergoeding had afgewezen, omdat er geen sprake was van onrechtmatig handelen. De rechtbank overwoog dat de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen besluiten inzake schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten was vervallen en dat de wetgeving omtrent schadevergoeding van toepassing was. Eiser stelde dat de terugvordering van de toeslag onterecht was verrekend met de lopende zorgtoeslag, wat volgens hem schade had veroorzaakt. De rechtbank concludeerde echter dat de verrekening niet onrechtmatig was en dat er geen aanleiding was voor schadevergoeding. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.