Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
4.De beslissing
benadeelde partij niet-ontvankelijkin haar vordering.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is verdachte [verdachte 1] vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten die verband houden met een vechtpartij op een passagiersschip van Smyrilline op 28 juli 2016. De officier van justitie stelde dat verdachte zich schuldig had gemaakt aan openlijk geweld tegen [slachtoffer], terwijl de verdediging aanvoerde dat het handelen van verdachte gericht was op het afweren van [slachtoffer] en dat er geen opzet was op geweld. Tijdens de zittingen op 31 oktober 2017 en 19 oktober 2018 zijn getuigen gehoord die de rol van verdachte in de vechtpartij hebben verklaard. Getuige [getuige 1] verklaarde dat verdachte probeerde de dames uit elkaar te halen en dat zijn handelen niet gericht was op geweld. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet op geweld van de zijde van verdachte. Daarom werden zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten niet bewezen verklaard, wat leidde tot de vrijspraak van verdachte. Tevens werd de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien verdachte werd vrijgesproken.