ECLI:NL:RBGEL:2018:4677

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 november 2018
Publicatiedatum
1 november 2018
Zaaknummer
05/840932-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid bij hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit

Op 1 november 2018 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van betrokkenheid bij een hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit. De tenlastelegging omvatte onder andere het telen van hennepplanten en het illegaal afnemen van elektriciteit in de periode van 20 juni 2017 tot en met 15 augustus 2017 te Maurik. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte, onder andere door getuigenverklaringen en waarnemingen van de politie. Echter, de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de hennepkwekerij en dat zij niet betrokken was bij de diefstal van elektriciteit.

De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende direct bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de hennepkwekerij of de diefstal van elektriciteit. De verdachte had de zolder van de loods verhuurd aan een medeverdachte, die verantwoordelijk was voor de hennepkwekerij en de elektriciteitsvoorziening. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die door de officier van justitie werden aangevoerd, niet voldoende waren om te concluderen dat de verdachte medeplichtig was aan de feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat niet was bewezen dat zij opzettelijk of bewust betrokken was bij de misdrijven.

De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor een veroordeling en de noodzaak om de rol van de verdachte in het geheel zorgvuldig te overwegen. De rechtbank heeft geen uitspraak gedaan over het conservatoir beslag, aangezien zij daar geen bevoegdheid toe had.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/840932-17
Datum uitspraak : 1 november 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1949 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , [woonplaats] ,
raadsvrouw: mr. S.G.H. van de Kamp, advocaat te 's-Hertogenbosch.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 oktober 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 20 juni 2017 tot en met 15 augustus 2017, te Maurik, in de gemeente Buren, meermalen, in elk geval eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand/schuur aan de [adres] ) een hoeveelheid/hoeveelheden van (in totaal) ongeveer 839, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet terwijl dit/deze gepleegde feit(en) (mede) betrekking heeft/hebben op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten ongeveer 839 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan);
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 20 juni 2017 tot en met 15 augustus 2017, te Maurik, in de gemeente Buren, meermalen, in elk geval eenmaal (telkens) met elkaar, althans één van hen, (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf (telkens) opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad in een pand/schuur aan [adres] , een hoeveelheid/hoeveelheden van (in totaal) ongeveer 839 althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; terwijl dit/deze gepleegde feit(en) (mede) betrekking heeft/hebben op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten ongeveer 839 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan), tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 25 oktober 2016 tot en met 15 augustus 2017, te Maurik, in de gemeente Buren, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die De Weerd en/of die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
meer subsidiair
zij in of omstreeks de periode van 20 juni 2017 tot en met 15 augustus 2017, te Maurik, in de gemeente Buren, meermalen, in elk geval eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval aanwezig heeft gehad (in een pand/schuur aan de [adres] ) een hoeveelheid/hoeveelheden van (in totaal) ongeveer 839, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2.
zij in of omstreeks de periode van 25 oktober 2016 tot en met 15 augustus 2017, te Maurik, in de gemeente Buren, meermalen, in elk geval eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid/hoeveelheden electriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma [naam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededaders, waarbij verdachte en/of haar mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen electriciteit onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen, in of omstreeks de periode van 25 oktober 2016 tot en met 15 augustus 2017, te Maurik, in de gemeente Buren, meermalen, in elk geval eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid/hoeveelheden electriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma [naam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven personen en/of haar mededaders en/of aan verdachte, waarbij die [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven personen en/of haar mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 25 oktober 2016 tot en met 15 augustus 2017, te Maurik, in de gemeente Buren, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door die [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven personen toe te laten tot haar, verdachtes woning en/of de meterkast en/of de schuur bij haar woning en/of door toe te laten dat die [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven personen (een) contructie(s) aanbracht(ten)
die er voor zorgde(n) althans tot gevolg had(den) dat er electriciteit kon worden afgenomen buiten de meter om, althans dat het gebruik van electriciteit niet (volledig) werd geregisteerd.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair ten laste gelegde feit. Er is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte. Uit getuigenverklaringen blijkt dat verdachte ‘s avonds de poort opende voor auto’s die vervolgens het terrein op reden. Verdachte kwam vaak in de schuur, want daar verzorgde ze haar honden. De politieagenten hoorden in de schuur een geluid, kennelijk van de ventilatie, dat van boven kwam en ze roken een hennepgeur. Verder kwam de medeverdachte vaak in de schuur. Verdachte moet dit ook gehoord, gezien en geroken hebben, want ze was vaak thuis. Alle omstandigheden tezamen duiden er op dat verdachte wist van de hennepkwekerij.
De officier van justitie heeft gesteld dat eveneens wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 primair ten laste gelegde feit. De meterkast bevindt zich in de woonkamer en is niet direct zichtbaar. Om bij de aansluiting te komen, is enige kennis van de woning nodig. Bovendien is de jacuzzi op dezelfde manier, op illegale wijze, aangesloten als de hennepkwekerij.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot het verrichten van een werkstraf voor de duur van 180 uren en tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
Ten aanzien van het beslag vordert de officier van justitie dat het bedrag verrekend wordt met de ontnemingsvordering.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft algehele vrijspraak bepleit. Het dossier bevat onvoldoende bewijs dat verdachte betrokken is geweest bij de hennepkwekerij. De medeverdachte heeft verklaard dat hij de eigenaar was van de hennepkwekerij en dat verdachte daarbij niet betrokken is geweest. Verdachte heeft niet direct zicht op de vliering vanuit de woonkamer. De bijzondere geluiden in de schuur zijn haar niet opgevallen, onder meer door het blaffen van de honden. Haar reukvermogen is niet goed; ze heeft de henneplucht dan ook niet geroken. Tevens kwam zij niet veel in de schuur. In de periode van begin juni tot 10 juli 2017 is verdachte op vakantie geweest naar Thailand. Dat maakt een (al dan niet gedeelde) verantwoordelijkheid voor een hennepkwekerij niet aannemelijk. Er is slechts één getuigenverklaring waarin melding wordt gemaakt van vreemde voertuigen bij de woning van verdachte, maar dat betreft een rancuneuze buurman. Ten aanzien van de diefstal van elektriciteit heeft de verdediging aangevoerd dat de meterkast al jaren op dezelfde plek zit en dat deze plek bij de bouw van het huis hoort. De tussendeuren van de woning waren zelden op slot. Verdachte was er niet van op de hoogte dat de jacuzzi eveneens werd voorzien van illegale stroom, die is nog door haar laatste partner aangelegd.
Ten aanzien van het beslag op de auto, verzoekt de verdediging tot teruggave van de auto aan verdachte, dan wel de opbrengst van de verkoop aan verdachte over te maken.
Beoordeling door de rechtbank
Naar aanleiding van een MMA-melding d.d. 17 juli 2017 en vervolgens een warmtemeting, is bij de politie het vermoeden ontstaan van een hennepkwekerij op het adres [adres] te Maurik. Verdachte is de eigenaar van het pand. Op 15 augustus 2017 heeft de politie een bezoek gebracht aan voornoemd adres. In de loods naast de woning zagen de politieagenten een luik van 70 bij 110 cm in het plafond. Onder het luik roken de politieagenten een sterke henneplucht en hoorden ze het geluid van ventilatie. Na het openen van het luik kwamen de politieagenten op een vliering, waar een hennepkwekerij werd aangetroffen met in totaal 839 hennepplanten.
De verbalisanten hebben beschreven dat vanuit de woning van verdachte zicht is op de loods. Als het luik open staat en de ladder is uitgeklapt, is hier zicht op vanuit de woonkamer. Verdachte heeft een hondenkennel met een aantal hokken in de loods. Als het luik in de loods is geopend, komt een hennepgeur vrij. Ook is de afzuiging hoorbaar, die op de vliering staat.
In de woonkamer bevindt zich de meterkast, achter een spiegel. De spiegel moet door middel van scharnieren opengedraaid worden om bij de energiemeter te komen. Een fraude inspecteur van [naam] heeft geconstateerd dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Aan de onderzijde van de zekeringshouder waren twee illegale elektriciteitsaansluitingen gemaakt. Deze liepen buiten de elektriciteitsmeter om naar de jacuzzi en de hennepplantage en voorzagen die beide van stroom.
Verdachte heeft verklaard dat ze de vliering van de loods sinds half april 2017 verhuurde aan medeverdachte [medeverdachte] . Verdachte ontving hiervoor maandelijks een bedrag van € 150,-.
Verdachte ontkent dat ze wetenschap van de hennepkwekerij had, laat staan iets met de hennepkwekerij van doen heeft gehad. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat ze alleen in de schuur kwam om de honden te voeren. De getuige die heeft verklaard over de auto’s die ’s avonds het terrein op reden, heeft geen zicht op haar poort. De relatie met deze buurman is niet goed. De aansluiting voor de jacuzzi lag er al jaren.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft een bekennende verklaring afgelegd. Hij heeft de kwekerij zelf opgebouwd en vervolgens afgeschermd met hooibalen. Hij heeft verklaard dat verdachte, die vaak weg was, niet heeft gezien dat hij een kwekerij bouwde en ook niet wist van de kwekerij. De stroom werd afgetapt van een stroomkabel die daar lag. [medeverdachte] heeft hierover verklaard dat hij stroomvoorziening voor de kwekerij, zonder wetenschap van verdachte, door een ander heeft laten aanleggen.
De rechtbank overweegt dat het dossier onvoldoende direct bewijs bevat dat verdachte betrokken was bij de aangetroffen hennepkwekerij in de loods bij haar woning en evenmin bij de diefstal van elektriciteit. Verdachte heeft de zolder van de loods aan medeverdachte [medeverdachte] ter beschikking gesteld. Ze heeft van meet af aan verklaard dat ze niet wist dat de zolder werd gebruikt voor een hennepkwekerij. Medeverdachte [medeverdachte] heeft overeenkomstig verklaard. Hij huurde de zolder, droeg zorg voor de hennepkwekerij en voor het aansluiten van de elektriciteit. Verdachte zegt hier niets van te hebben geweten. Voor door de officier van justitie aangevoerde omstandigheden, zoals het zicht op de loods vanuit de woonkamer, de in de loods aanwezige henneplucht, het geluid van de ventilatie en de aangesloten jacuzzi, heeft verdachte alternatieve scenario’s naar voren gebracht, die niet zonder meer terzijde kunnen worden geschoven. Bovendien zijn die omstandigheden, ook in onderling verband en samenhang bezien, te weinig voor een bewezenverklaring van medeplegen of medeplichtigheid. Niet is bewezen dat verdachte zodanig nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachte dat sprake is van medeplegen van de ten laste gelegde feiten. Voorts is niet gebleken dat verdachte een dermate significante bijdrage heeft geleverd dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het telen, bereiden, verwerken en bewerken van en het beschikken over hennep, dan wel aan het medeplegen van diefstal van elektriciteit.
Ten aanzien van medeplichtigheid aan de hennepkwekerij en aan de diefstal van elektriciteit overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat bij verdachte dubbel opzet, namelijk op haar eigen behulpzaamheid en op het misdrijf ten aanzien waarvan zij behulpzaam zou zijn geweest, aanwezig is geweest. De enkele omstandigheid dat zij een gedeelte van haar loods aan de medeverdachte heeft verhuurd, is hiervoor onvoldoende.
Gelet op vorengaande zal de rechtbank verdachte vrij spreken van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van het conservatoir beslag, merkt de rechtbank nog op dat zij geen bevoegdheid heeft tot opheffing daarvan dan wel tot enig andere beslissing en dat zij daaromtrent dus ook geen uitspraak kan doen.

3.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Noordraven (voorzitter), mr. R.G.J. Welbergen en
mr. G.J.H. Boerhof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 november 2018.