ECLI:NL:RBGEL:2018:4643

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 oktober 2018
Publicatiedatum
30 oktober 2018
Zaaknummer
05/740345-18 ontneming
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schatting van wederrechtelijk verkregen voordeel in drugszaken met ontnemingsvordering

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 oktober 2018 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een veroordeelde die betrokken was bij de verkoop van drugs. De rechtbank heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde geschat op € 3.262,50, gebaseerd op de door klanten afgenomen hoeveelheden drugs. De officier van justitie had aanvankelijk een bedrag van € 4.500,- gevorderd, maar dit werd aangepast naar € 2.250,- rekening houdend met de kosten die de veroordeelde had gemaakt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld en vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten van de verkoop van amfetamine in de periode van 1 december 2015 tot 4 juli 2018. De rechtbank heeft daarbij getuigenverklaringen in aanmerking genomen die bevestigden dat de veroordeelde drugs verkocht aan verschillende klanten. De rechtbank heeft de kosten die de veroordeelde heeft gemaakt in mindering gebracht op de totale opbrengst van de verkoop, wat leidde tot de uiteindelijke schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling van dit bedrag aan de Staat. Het verzoek van de verdediging om rekening te houden met de financiële situatie van de veroordeelde werd door de rechtbank afgewezen, omdat dit verzoek onvoldoende was onderbouwd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Promis II
Parketnummer : 05/740345-18
Datum zitting : 16 oktober 2018
Datum uitspraak: 30 oktober 2018
tegenspraak
Uitspraak van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie van het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[veroordeelde](hierna te noemen: veroordeelde),
geboren op : [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats] ,
adres : [adres] ,
plaats : [woonplaats] ,
thans gedetineerd in het huis van bewaring De Karelskamp in Almelo.
Raadsvrouw : mr. L.C. Faber, advocaat te Heerde.

1.De inhoud van de vordering

De officier van justitie vordert dat de rechtbank, conform artikel 36 e, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel, welk voordeel voorlopig wordt geschat op € 4.500,-.

2.De procedure

Ter terechtzitting van 16 oktober 2018 heeft de officier van justitie de ontnemingsvordering aanhangig gemaakt.

3.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 16 oktober 2018 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is veroordeelde verschenen. Veroordeelde is bijgestaan door mr. L.C. Faber, advocaat te Heerde.
De officier van justitie, mr. F.E. van der Zee, heeft ter terechtzitting de vordering aangepast en gevorderd dat verdachte een wederrechtelijk verkregen voordeel wordt ontnomen ten bedrage van € 2.250,-, zodat rekening wordt gehouden met de door veroordeelde gemaakte kosten.
Veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd. Daartoe is – kort gezegd – aangevoerd dat moet worden uitgegaan van de verklaring van verdachte. Ten aanzien van de door de afnemers gekochte drugs moet van de volgende bedragen worden uitgegaan:
  • [getuige 1] : 22 x € 5,- = € 110,-
  • [getuige 2] : 22 x € 40,- = € 880,-
  • [getuige 3] : 10 x € 25,- = € 250,-
  • [getuige 4] : 15 x € 15,- = € 225,-
  • [getuige 5] : 9 x € 20,- = € 180,-
  • [getuige 6] : 54 x € 5,- = € 1.080,-
De totale opbrengst bedraagt dan € 2.725,-. Op deze opbrengst moeten de kosten in mindering worden gebracht. Voor 1 gram betaalde veroordeelde € 1,25. Er is in totaal 608 gram door veroordeelde verkocht, zodat de kosten uitkomen op 608 x € 1,25 = € 760,-. Het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt derhalve € 1.965,-.
Gelet op de schulden van veroordeelde is verzocht de betalingsverplichting sterk te matigen.

4.De beoordeling van de vordering

Bij de beoordeling van de onderhavige vordering heeft de rechtbank kennisgenomen van het op 16 oktober 2018 tegen veroordeelde gewezen vonnis.
De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten. De beslissing dat veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. [1]
Opbrengsten
Veroordeelde is bij genoemd vonnis veroordeeld voor het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van (onder andere) amfetamine in de periode van 1 december 2015 tot 4 juli 2018. Door verschillende getuigen is verklaard dat ze drugs bij veroordeelde kochten.
[getuige 1] kocht sinds vier jaar drugs bij veroordeelde. De eerste twee jaren kwam [getuige 1] wekelijks en daarna drie keer per jaar. Hij betaalde 5 euro per gram. [2]
[getuige 2] kocht vanaf begin 2016 tot 4 juli 2018 elke week zijn speed bij veroordeelde. Hij kocht 2 tot 5 gram per week voor € 5,- per gram. [3]
[getuige 3] kocht vanaf december 2015 tot 4 juli 2018 speed bij veroordeelde, in totaal 20 tot 30 keren. Gemiddeld kocht hij 5 gram voor € 5,- per gram. [4]
[getuige 6] kocht sinds 2016 speed bij veroordeelde, in totaal 54 tot 72 keer voor € 5,- per gram. [5]
[getuige 4] kocht vanaf 30 juli 2017 meerdere keren speed bij veroordeelde, in totaal 30 keer met een gemiddelde van 3 gram per keer voor € 5,- per gram. [6]
[getuige 5] kocht vanaf begin 2017 tot juni 2018 af en toe speed bij veroordeelde, in totaal 36 keer met een gemiddelde van 5 gram per keer voor € 5,- per gram. [7]
De rechtbank gaat op basis van deze verklaringen uit van de volgende opbrengsten voor veroordeelde. De rechtbank is daarbij telkens uitgegaan van een voor veroordeelde gunstige berekening.
1. [getuige 1] : 104 weken (2 x per jaar elke week) x € 5,- (1 gram speed) = € 520,-
6 (2 jaar 3 keer per jaar) x € 5,- (1 gram speed) = € 30,-
2. [getuige 2] : 30 maanden (= 2,5 jaar) x € 40,- (8 gram speed per maand) = € 1.200,-
3. [getuige 3] : 20 (min. aantal keren gekocht) x € 25,- (voor 5 gram speed) = € 500,-
4. [getuige 6] : 54 (min. aantal keren gekocht) x € 20,- (voor 5 gram speed) = € 1.080,-
5. [getuige 4] : 30 (aantal keren gekocht) x € 15,- (voor 3 gram speed) = € 450,-
6. [getuige 5] :
18 (aantal maanden) x € 40,- (voor 10 gram speed per maand) = € 720,-
Totale opbrengst € 4.500,-
Kosten
Uit het Whats-Appgesprek tussen verdachte en [naam] en het daarover opgemaakt proces-verbaal van bevindingen [8] komt naar voren dat verdachte de drugs inkocht voor 250 euro per 200 gram. Zowel de officier van justitie als de raadsvrouw hebben verzocht rekening te houden met de kosten die veroordeelde heeft gemaakt.
De rechtbank is van oordeel dat uit voornoemde berekening naar voren komt dat verdachte in totaal 990 gram speed heeft verkocht, te weten aan [getuige 1] 110 gram, aan [getuige 2] 240 gram, aan [getuige 3] 100 gram, aan [getuige 6] 270 gram, aan [getuige 4] 90 gram en aan [getuige 5] 180 gram. De inkoopprijs bedroeg € 1,25 per gram, zodat de totale kosten € 1.237,50 bedragen en van de totale opbrengst moet worden afgetrokken.
Conclusie
Het bedrag dat veroordeelde in totaal aan wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten stelt de rechtbank vast op (€ 4.500,- minus € 1.237,50 =) € 3.262,50.
De rechtbank zal aan veroordeelde ook de betalingsverplichting tot voornoemd bedrag opleggen. Ten aanzien van het door de verdediging gedane verzoek om rekening te houden met de financiële situatie van veroordeelde overweegt de rechtbank dat dit verzoek onvoldoende is onderbouwd en zij aldus geen aanleiding ziet om het bedrag te matigen.

5.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

6.De beslissing

De rechtbank:
  • stelt vast het bedrag waarop het door veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat op een bedrag van
  • legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
Aldus gegeven door mr. M.G.E. ter Hart, (voorzitter), mr. M.F. Gielissen en mr. C.H.M. Pastoors, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P. Hoesstee, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 oktober 2018.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] , hoofdagent van de politie eenheid Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Veluwe Noord, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2018298441, gesloten op 31 juli 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , p. 29 en 30.
3.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , p. 131 en 132.
4.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] , p. 134 en 135.
5.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] , p. 138 en 139.
6.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] , p. 141 en 142.
7.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] , p. 143 en 144.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 67.