Op 25 oktober 2018 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die zich benadeeld voelde door de rechter, mr. P.J. Wiegman, in een civiele procedure. De verzoeker had zijn wrakingsverzoek gebaseerd op de stelling dat de rechter irrelevante feiten had toegestaan tijdens de behandeling van zijn zaak en dat hij onterecht een medische verklaring moest overleggen voor uitstel van de zitting. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechterlijke beslissingen, zoals het opvragen van een medische verklaring en het verwijzen van de zaak voor repliek, processuele beslissingen zijn en geen grond voor wraking kunnen vormen. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat er bijzondere omstandigheden moeten zijn om te concluderen dat deze onpartijdigheid in gevaar is. In dit geval was er geen bewijs van vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking dan ook afgewezen, en deze beslissing is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.