ECLI:NL:RBGEL:2018:4578

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 oktober 2018
Publicatiedatum
25 oktober 2018
Zaaknummer
05/760013-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van een militair wegens verduistering in functie door gebrek aan bewijs

In deze zaak heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland op 22 oktober 2018 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 57-jarige militair, die werd beschuldigd van verduistering in functie. De verdachte was voorzitter en penningmeester van een buurtvereniging en werd ervan beschuldigd geldbedragen, in totaal € 7.742,86, wederrechtelijk te hebben toegeëigend. De tenlastelegging betrof de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013, waarin de verdachte geldbedragen van de rekening van de buurtvereniging had opgenomen.

Tijdens de zittingen op 2 maart 2016, 18 mei 2017, 9 april 2018 en 22 oktober 2018 heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs was voor de wederrechtelijke toe-eigening. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. T.H. ten Wolde, heeft eveneens vrijspraak bepleit en betoogd dat er geen bewijs was voor de beschuldiging.

De militaire kamer heeft geconcludeerd dat er niet bewezen kon worden dat de verdachte zich de gelden van de buurtvereniging wederrechtelijk had toegeëigend. Hoewel de verdachte niet alle opgenomen bedragen kon verantwoorden door het ontbreken van de boekhouding, was dit onvoldoende om tot een veroordeling te komen. De verdachte is vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. Tevens is gelast dat de in beslag genomen USB-stick aan de verdachte wordt teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/760013-15
Datum uitspraak : 22 oktober 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1961 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
raadsvrouw: mr. T.H. ten Wolde, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 maart 2016, 18 mei 2017 (beiden bij de militaire politierechter), 9 april 2018 en 22 oktober 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013 te Deurne, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk geldbedragen tot totaalbedrag van Euro 7742,86, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan Buurtvereniging [naam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn functie als voorzitter/penningmeester van genoemde buurtvereniging, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt vrijgesproken van het tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde. Zij heeft betoogd dat er geen bewijs voor wederrechtelijke toe-eigening is.
Beoordeling door de militaire kamer
Met de officier van justitie en de verdediging is de militaire kamer van oordeel, dat niet bewezen is dat verdachte zich gelden van buurtvereniging [naam] wederrechtelijk heeft toegeëigend. Weliswaar kan hij, bij het ontbreken van de boekhouding over de jaren 2011 tot en met 2013, niet alle door hem van de rekening van de buurtvereniging opgenomen geldbedragen verantwoorden, maar hieruit volgt niet dat hij zich deze bedragen heeft toegeëigend. Verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.

3.Het beslag

Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de in beslag genomen USB-stick aan de rechthebbende, zijnde verdachte.

4.De beslissing

De militaire kamer:
 spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde feit;
 gelast de
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven USB-stick aan de rechthebbende, te weten:
[verdachte] .
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van Linschoten (voorzitter), mr. S.C.A.M. Janssen, rechters, en kolonel mr. H.C.M. Snellen, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. A. Bril, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 oktober 2018.
Mr. S.C.A.M. Janssen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.