In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. C.C.J.L. Huurman-Ip Vai Ching, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van de burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe. Dit besluit, genomen op 12 oktober 2018, verplichtte verzoekers om hun op een perceel in [plaats] geplaatste caravans en vouwwagens te verwijderen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester niet bevoegd was om de last onder bestuursdwang op te leggen, maar dat het college dit besluit had genomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrijheid van betoging, zoals vastgelegd in artikel 9 van de Grondwet, niet in de weg staat aan de rechtmatigheid van het besluit om handhavend op te treden tegen het gebruik van het perceel in strijd met het bestemmingsplan. Verzoekers stelden dat hun actie een betoging was, maar de voorzieningenrechter concludeerde dat het gebruik van het perceel in strijd was met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, maar de uitvoering van het besluit geschorst tot 25 oktober 2018, zodat verzoekers de kans kregen om aan de last te voldoen.