Op 18 september 2018 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, wonende te Lexmond, had de rechters gewraakt omdat hij vermoedde dat zij vooringenomen waren. Dit vermoeden was gebaseerd op het feit dat er na een half uur nog geen beslissing was genomen op zijn aanhoudingsverzoek in een spoedwraking. De rechtbank oordeelde dat deze omstandigheid op zichzelf niet voldoende was om te concluderen dat de rechters niet onpartijdig of onafhankelijk waren. De rechtbank benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat er bijzondere omstandigheden moeten zijn om dit vermoeden te weerleggen.
Verzoeker had op 22 augustus 2018 mr. G.W. Brands-Bottema gewraakt en ontving op 23 augustus 2018 een uitnodiging voor de behandeling van zijn wrakingsverzoek. Hij was echter niet in staat om op het geplande tijdstip aanwezig te zijn en verzocht om uitstel. De rechtbank stelde vast dat verzoeker niet had gewacht op de beslissing op zijn aanhoudingsverzoek en dat hij de rechters al had gewraakt voordat zij de kans hadden om te beslissen. Dit werd gezien als een misbruik van de wrakingsmogelijkheid, aangezien verzoeker het wrakingsverzoek had ingediend met als enige grond dat er niet binnen een half uur op zijn aanhoudingsverzoek was beslist.
De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid en dat het wrakingsverzoek daarom werd afgewezen. Bovendien werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze zaak niet in behandeling zou worden genomen, gezien het misbruik van het wrakingsinstrument. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.