Op 1 oktober 2018 heeft de wrakingskamer van de rechtbank Gelderland een verzoek tot wraking van de rechter, mr. M.C.J. Heessels, kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster, die betrokken was bij een civiele procedure tegen TvH Notarissen B.V., was het niet eens met een eerdere beslissing van de wrakingskamer van 20 september 2018, waarin haar wrakingsverzoek ook al niet-ontvankelijk was verklaard. De wrakingskamer oordeelde dat verzoekster in feite in hoger beroep ging tegen de eerdere beslissing, wat niet mogelijk is. Bovendien had verzoekster de gronden voor haar wrakingsverzoek eerder moeten inbrengen in de procedure.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoekster eerder een wrakingsverzoek had ingediend dat niet was gehonoreerd, en dat zij het middel van wraking nu lijkt te gebruiken om de voortgang van de procedure te frustreren. Dit werd gezien als misbruik van het wrakingsmiddel. De wrakingskamer heeft daarom besloten dat toekomstige wrakingsverzoeken van verzoekster in deze zaak niet meer in behandeling zullen worden genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.