ECLI:NL:RBGEL:2018:4187
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de meervoudige militaire kamer in strafzaak tegen burgerambtenaar bij defensie
In deze zaak heeft de meervoudige militaire kamer van de Rechtbank Gelderland zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de strafzaak tegen de verdachte, die in de ten laste gelegde periode als burgerambtenaar bij het Ministerie van Defensie werkzaam was. De officier van justitie stelde dat de militaire kamer niet bevoegd was, aangezien de verdachte geen militair was ten tijde van de feiten. De verdediging bevestigde dit standpunt. De rechtbank oordeelde dat op basis van de artikelen 2 en 3 van de Wet militaire strafrechtspraak, de militaire kamer enkel bevoegd is voor strafbare feiten begaan door militairen. Aangezien de verdachte geen militair was, werd de militaire kamer onbevoegd verklaard en diende de zaak door de meervoudige strafkamer behandeld te worden. De uitspraak vond plaats op 24 september 2018, na onderzoek op de terechtzitting.