ECLI:NL:RBGEL:2018:4187

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 september 2018
Publicatiedatum
2 oktober 2018
Zaaknummer
05-760121-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de meervoudige militaire kamer in strafzaak tegen burgerambtenaar bij defensie

In deze zaak heeft de meervoudige militaire kamer van de Rechtbank Gelderland zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de strafzaak tegen de verdachte, die in de ten laste gelegde periode als burgerambtenaar bij het Ministerie van Defensie werkzaam was. De officier van justitie stelde dat de militaire kamer niet bevoegd was, aangezien de verdachte geen militair was ten tijde van de feiten. De verdediging bevestigde dit standpunt. De rechtbank oordeelde dat op basis van de artikelen 2 en 3 van de Wet militaire strafrechtspraak, de militaire kamer enkel bevoegd is voor strafbare feiten begaan door militairen. Aangezien de verdachte geen militair was, werd de militaire kamer onbevoegd verklaard en diende de zaak door de meervoudige strafkamer behandeld te worden. De uitspraak vond plaats op 24 september 2018, na onderzoek op de terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/760121-16
Datum uitspraak : 24 september 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1966 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 24 september 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juni 2013
tot en met 08 december 2015 in de gemeente Ermelo opzettelijk een
monitor/beeldscherm ( [merk en type] ) , in elk geval enig
goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan het Ministerie van
Defensie, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e)
goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als
(burger)medewerker/werknemer bij het Ministerie van Defensie, in elk geval
anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend;
althans, indien vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 01 september 2012
tot en met 08 december 2015 in de gemeente Ermelo met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een monitor/beeldscherm ( [merk en type]
), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan het Ministerie van Defensie, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte;

2.De beslissing inzake de bevoegdheid van de rechtbank

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de meervoudige militaire kamer van de rechtbank Gelderland niet bevoegd is kennis te nemen van onderhavige zaak tegen verdachte. Verdachte was namelijk in de ten laste gelegde periode werkzaam als burgerambtenaar bij defensie.
Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft verklaard dat het klopt dat hij ten tijde van het ten tenlastegelegde geen militair was.
Beoordeling door de militaire kamer
Ingevolge de artikelen 2 en 3 van de Wet militaire strafrechtspraak is de meervoudige militaire kamer van de rechtbank Gelderland te Arnhem in eerste aanleg bij uitsluiting bevoegd tot kennisneming van strafbare feiten begaan door militairen.
Aangezien verdachte ten tijde van het begaan van het ten laste gelegde feit geen militair was, is in onderhavige zaak niet de meervoudige militaire kamer bevoegd, maar de meervoudige strafkamer.
Gelet op het vorenstaande zal de militaire kamer van de rechtbank Gelderland zich onbevoegd verklaren.

3.De beslissing

De meervoudige militaire kamer:
verklaart zich onbevoegd om van de onderhavige strafzaak kennis te nemen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B.J. Driessen (voorzitter), en mr. G.W.B. Heijmans, rechters, alsmede Kolonel mr. C.E.W. van de Sande, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. S. de Rooij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 september 2018.