Op 17 september 2018 heeft de meervoudige raadkamer van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, het klaagschrift van Stichting Hippo Mundo Charity ongegrond verklaard. Het klaagschrift was ingediend op 20 maart 2018 en had betrekking op in beslag genomen banktegoeden en contante gelden. Klaagster stelde dat zij als cessionaris van vorderingen jegens verdachten rechthebbende was op de in beslag genomen gelden. De rechtbank oordeelde echter dat uit de overgelegde aktes van cessie niet kon worden afgeleid dat klaagster ook daadwerkelijk eigenaar was van de gelden. De raadkamer concludeerde dat er nader onderzoek nodig was om te bepalen wie de rechthebbende was, en dat de raadkamerprocedure zich daar niet voor leende.
Tijdens de openbare raadkamer op 3 september 2018 zijn zowel klaagster als de officier van justitie gehoord. De officier van justitie voerde aan dat klaagster niet ontvankelijk was, omdat zij geen rechthebbende zou zijn. De rechtbank oordeelde dat klaagster ontvankelijk was in haar klacht, maar dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de gelden toebehoorden aan klaagster. De hoofdregel is dat in beslag genomen voorwerpen teruggegeven worden aan degene onder wie ze in beslag zijn genomen, tenzij buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat ze aan iemand anders toebehoren. De rechtbank kon niet vaststellen dat dit het geval was, waardoor het klaagschrift ongegrond werd verklaard.