Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeks15 mei 2018 te Arnhem,
in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp,in het (boven)lichaam van die [slachtoffer]
(met kracht
)heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks15 mei 2018 te Arnhem,
in elk geval in Nederland,op
of aande openbare weg, te weten
aande Johan de Wittlaan, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,openlijk geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] , welk geweld bestond uit:
-met een auto naar die [slachtoffer] toe rijden en
/of - (vervolgens
)uit de auto stappen
en/of - (vervolgens)(met een mes
, althans een scherp en/of puntig voorwerp) naar die [slachtoffer] toe rennenen
/of - (vervolgens
)die [slachtoffer] in het
(boven
)lichaam te steken met een mes,
althans
/of - (vervolgens)(in de richting van
)die [slachtoffer] een steen te
slaan en/of tegooien
;.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit en de strafbaarheid van verdachte
6.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
7. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren;
schadevergoedingaan de benadeelde partij [slachtoffer] , van een bedrag van € 5.962,78 (vijfduizend negenhonderd tweeënzestig euro en achtenzeventig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijkin zijn vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 5.962,78 (vijfduizend negenhonderd tweeënzestig euro en achtenzeventig cent)vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 64 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
benadeelde partij [getuige 1] niet-ontvankelijkin haar vordering;