ECLI:NL:RBGEL:2018:3878
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechters in bestuursrechtelijke procedure
Op 31 juli 2018 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van de rechters H.P.M. Kester-Bik, A.F. Germs-de Goede en G.W.B. Heijmans door verzoekster. Dit verzoek was ingediend op 25 juli 2018 en was gebaseerd op dezelfde gronden als een eerder wrakingsverzoek tegen mr. D.J. Post, dat op 28 mei 2018 was ingediend. Verzoekster stelde dat de rechters geen uitstel hadden verleend voor de mondelinge behandeling van haar wrakingsverzoek, terwijl zij om gezondheidsredenen en vanwege de hitte niet in staat was om aanwezig te zijn. De wrakingskamer overwoog dat verzoekster haar verzoek te laat had ingediend, aangezien de gronden voor wraking al op 17 juli 2018 bekend waren. Volgens het Wrakingsprotocol van de rechtbank Gelderland kan een verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting worden afgewezen indien het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. De wrakingskamer verklaarde verzoekster dan ook kennelijk niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking van de rechters, omdat zij dezelfde feiten aanvoerde als in haar eerdere verzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.