In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 3 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Bureau Tjeenk Willink B.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werkneemstersverzekeringen. De zaak betreft een loonsanctie die aan de werkgever was opgelegd omdat de re-integratie-inspanningen van de werkgever niet voldoende zouden zijn geweest. De werkgever, Bureau Tjeenk Willink B.V., had een ex-werkneemster die zich op 1 september 2014 ziek had gemeld en die een aanvraag voor een WIA-uitkering had ingediend. De rechtbank oordeelde dat de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen had verricht, maar dat er geen bevredigend resultaat was bereikt door factoren buiten de invloedssfeer van de werkgever, zoals het gebrek aan beschikbare functies. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de verweerder en herstelde het primaire besluit, waarbij de loonsanctie werd verkort tot 7 juli 2017. Tevens werd de verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan de eiseres.