ECLI:NL:RBGEL:2018:3778
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- T.P.E.E. van Groeningen
- S.J. Peerdeman
- J.R. Veerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid
Op 27 augustus 2018 heeft de rechtbank Gelderland, in de persoon van de meervoudige wrakingskamer, een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door verzoeker, die de rechters F.M.T. Quaadvliet, G.W.B. Heijmans en M.J.C. van Leeuwen wilde wraken. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat verzoeker niet tijdig had gereageerd op de samenstelling van de wrakingskamer. Het verzoek was pas op 23 augustus 2018 ingediend, terwijl verzoeker al op 26 juli 2018 op de hoogte was gesteld van de behandeling van het wrakingsverzoek. De rechtbank stelde vast dat verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden had aangevoerd die zijn verzoek konden onderbouwen.
Daarnaast overwoog de rechtbank dat de grond voor wraking, namelijk de vrees voor partijdigheid omdat de rechters van hetzelfde gerecht afkomstig zijn als de tegenpartij, niet voldoende was. De wet en het Wrakingsprotocol staan toe dat een wrakingsverzoek door rechters van hetzelfde gerecht wordt behandeld. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid konden rechtvaardigen.
Tot slot werd vastgesteld dat verzoeker een 'gestapeld' wrakingsverzoek had ingediend, wat erop wees dat hij het wrakingsinstrument mogelijk misbruikte. De rechtbank besloot dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze zaak niet in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.