Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
[eiseres], te [woonplaats], eiseres (gemachtigde: mr. H. van Drunen),
,te Den Haag, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
“In uw besluit van
28 maart 2013 aan cliënte (referentie TRCNVWA/13/2354) maakt u gewag van een besluit van 21 februari 2013 met referentie NVWA/12/3864/Wob. Namens cliënte verzoek ik u mij een afschrift van dit besluit, de daarbij behorende bijlagen, maar ook van het initiërende verzoek, alsmede van alle stukken met betrekking tot een mogelijke bezwaar- en beroepsprocedure in deze zaak.”
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- verklaart het bezwaar tegen de brieven niet-ontvankelijk
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit
- gelast dat verweerder het voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht, groot € 167, vergoedt aan eiseres;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten die eiseres tijdens de beroepsprocedure heeft gemaakt, tot een bedrag van € 1.002;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten die de derde-partij tijdens de beroepsprocedure heeft gemaakt, tot een bedrag van € 250,50;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van schade, tot een bedrag van € 500, aan eiseres, wegens de overschrijden van de redelijke termijn voor het beslissen op bezwaar tegen de brieven;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (ministerie van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding van schade, tot een bedrag van € 1.500, aan eiseres, wegens de overschrijden van de redelijke termijn voor het beslissen op het beroep.