Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
29 november 2017, 1 februari 2018, 5 april 2018, 17 mei 2018 en 15 augustus 2018.
1.De inhoud van de tenlastelegging
Ook overigens bevat het dossier volgens de verdediging onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Uit het dossier kan namelijk niet worden afgeleid dat verdachte ter plaatse of in de buurt van de woning was op het moment dat de brand ontstond. Volgens de verdediging moet de brand om 23:53 zijn begonnen, terwijl aannemelijk is dat verdachte de [adres 1] om 23:40 had verlaten.
De rechtbank stelt echter vast dat deze aanname van de verdediging geen steun vindt in het dossier. Op de vraag of iets kan worden gezegd over het tijdstip dat de brand is ontstaan, hebben de forensische rechercheurs aangegeven dat daarop geen antwoord te geven is, omdat er zeer veel variabelen zijn die de ontwikkeling van de brand kunnen beïnvloeden. [19] De rechtbank gaat dan ook uit van de berekening die aan de hand van de tijdlijn is gemaakt. Gelet op die berekening is verdachte uit de [adres 1] vertrokken op het moment dat de brand reeds was ontstaan. Dit wordt ook ondersteund door de verklaring van de getuige.
3.Bewezenverklaring
of omstreeksde nacht van 19 augustus 2017 op 20 augustus 2017, in de gemeente Doetinchem, [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door opzettelijk brand te stichten in de woning (ter hoogte van de enige trap naar boven) waarin die [slachtoffer] zich
(boven
)bevond, welke brand zich
(razendsnel
)ontwikkelde tot een uitslaande brand, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is komen te overlijden;
of omstreeksde nacht van 19 augustus 2017 op 20 augustus 2017, in de gemeente Doetinchem, opzettelijk brand heeft gesticht in een
(rijtjes
)woning (gelegen aan de [adres 1] ), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk
(open
)vuur in aanraking
althans met een of meer brandbare stof(fen) in die woning,ten gevolge waarvan die bank en
/ofeen of meer brandbare stof
(fen
)in die woning geheel of gedeeltelijk
is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan levensgevaar voor de zich op dat moment in die woning (op de bovenverdieping/zolder) bevindende persoon ( [slachtoffer] ) en
/ofde zich in de belendende perce
(e)l
(en
)bevindende perso
(o)n
(en
),
in elk
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
€ 10.500,00 immateriële schade.
- € 123,48 aan reis- en verletkosten in verband met de door hem bij de politie afgelegde getuigenverklaringen;
- € 5.910 aan verhuiskosten.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) jaren;
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
- de witte fiets van Peugeot;
- twee stuks kleding;
- het zwarte telefoontoestel van Apple;
- twee paar sneakers;
- een zak kleding;
- zes paar schoenen;
- een shirt;
- een jurk;
- drie paar sneakers;
- een broek;
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan de rechthebbende [benadeelde 1] , te weten:
- GSM Samsung wit;
- een jas;
- een shirt;
- een broek;
- twee schoenen;
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan de rechthebbende nabestaanden van [slachtoffer] , te weten:
- een sleutelbos;
schadevergoedingaan de
navolgende benadeelde partijenvan de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil:
wettelijke rente vanaf 20 augustus 2017;
rente vanaf 15 augustus 2018;
[benadeelde 3] € 192,76, te vermeerderen met de wettelijke
benadeelde partij [benadeelde 1] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
mr. H.F.R. van Heemstra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.R. van Damme, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 augustus 2018.