Uitspraak
beslissing
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
De rechtbank heeft vervolgens mondeling uitspraak gedaan en het wrakingsverzoek afgewezen. De overwegingen waarop deze beslissing stoelt, zijn in deze beslissing op schrift uitgewerkt.
Rechtbank Gelderland
Op 13 augustus 2018 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die meende dat de rechter, mr. R.A. Eskes, vooringenomen was in zijn zaken tegen de inspecteur van de Belastingdienst. De verzoeker stelde dat eerdere uitspraken van de rechter, waarbij andere beroepen niet-ontvankelijk waren verklaard wegens het niet betalen van het griffierecht, leidden tot een objectieve vrees voor partijdigheid. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juni 2018 werd het verzoek toegelicht door de verzoeker en de rechter. De rechtbank heeft in haar beslissing uiteengezet dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De rechtbank oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de rechter eerder beroepen niet-ontvankelijk had verklaard, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid of schijn van partijdigheid. De rechtbank benadrukte dat de verzoeker in de onderhavige zaken alle feiten en omstandigheden kan aanvoeren die relevant zijn, en dat er geen aanwijzingen waren voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd openbaar uitgesproken, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.