In deze zaak vordert eiser, eigenaar van een pand waarin een brand heeft gewoed, schadevergoeding van Achmea Schadeverzekeringen N.V. onder de verzekering die hij had afgesloten voor het pand. De brand, die op 13 september 2016 uitbrak, resulteerde in totale verwoesting van het pand, met uitzondering van het appartement van eiser. Eiser stelt dat de elektrische installatie van de appartementen voldeed aan de NEN 1010-norm, zoals vereist in de garantieclausules van de verzekering. Achmea heeft echter geweigerd om schadevergoeding te betalen, omdat zij van mening is dat de elektrische installatie niet voldeed aan de geldende normen en dat eiser zijn verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst niet is nagekomen.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig onderzocht, inclusief de verklaringen van de betrokken partijen en deskundigen. Eiser heeft gesteld dat de brand is ontstaan in een van de appartementen en dat de elektrische installatie daar volgens de eisen was aangepast. Achmea heeft echter betoogd dat de installatie niet voldeed aan de normen en dat er geen causaal verband is tussen de staat van de installatie en de brand. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn stelling te onderbouwen en dat de elektrische installatie niet voldeed aan de NEN 1010-norm. Daarom heeft de rechtbank de vorderingen van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de garantieclausules in verzekeringspolissen en de noodzaak voor verzekerden om aan te tonen dat zij aan de vereisten hebben voldaan om aanspraak te kunnen maken op schadevergoeding. De rechtbank heeft de kosten van de procedure aan eiser opgelegd, inclusief de nakosten, en de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.