In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 10 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een kapvergunning voor 62 Italiaanse populieren. Eiser, die op ongeveer 200 meter afstand van de bomen woont, heeft zich als belanghebbende aangemerkt, ondanks het feit dat zijn perceel niet direct grenst aan het perceel waar de bomen staan. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser voldoende onderbouwing heeft geleverd voor zijn stelling dat de kap van de bomen gevolgen van enige betekenis voor hem met zich meebrengt, onder andere door te verwijzen naar rapportages van deskundigen over de filterende werking van bomen op fijnstof.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, de bezwaren van eiser niet-ontvankelijk had verklaard op basis van het argument dat eiser geen belanghebbende zou zijn in de zin van artikel 1:2, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de gevolgen van de kap voor de woon- en leefomgeving van eiser niet verwaarloosbaar zijn en dat hij derhalve als belanghebbende moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft de beslissing op bezwaar vernietigd en verweerder opgedragen om binnen twaalf weken opnieuw op het bezwaar van eiser te beslissen.
De uitspraak benadrukt het belang van de filterende werking van bomen en de impact die de kap van bomen kan hebben op de leefomgeving van omwonenden. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de verweerder onvoldoende objectieve gegevens heeft gepresenteerd om de stellingen van eiser te weerleggen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.