Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
of’. De rechtbank volgt het betoog van de raadsman voorzover dit ziet op het tussen de beschrijving van de verschillende ten laste gelegde feiten opgenomen woord
‘en’.Dit woord impliceert, zoals door de raadsman betoogd, inderdaad een cumulatie. Deze cumulatie is innerlijk tegenstrijdig en leidt derhalve tot nietigheid van de dagvaarding ten aanzien van het woord ‘
en’.
3.Bewezenverklaring
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 28 januari
21 maart 201716 augustus 2014 te Elst, gemeente Overbetuwe,
althans in Nederland, (telkens)
in elk geval enig geldbedrag, dat/die
of ten deletoebehoorde(n) aan [slachtoffer ] ,
in elk geval aan een ander
zijn persoonlijkedienstbetrekking en/of
vanzijn beroep van
/als
in elk geval anders dan door misdrijfonder zich had,
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
werkstrafgedurende
100 (honderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 (vijftig) dagen;
1 (één) maand;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
ontzetverdachte van het recht
het beroepvan adviseur in de financiële sector uit te oefenen voor de duur van
5 (vijf) jaren;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer ] ,van een bedrag van
€8.312 (drieëntachtighonderdtwaalf euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag dat de uitbetaling door de Belastingdienst van de verschillende bedragen op de rekening met het nummer [rekeningnummer] heeft plaatsgevonden tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [slachtoffer ] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer ] , een bedrag
te betalen van € 8.312(drieëntachtighonderdtwaalf euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag dat de uitbetaling door de Belastingdienst van de verschillende bedragen op de rekening met het nummer [rekeningnummer] heeft plaatsgevonden, tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 2 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;