9.De beslissing
verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden;
beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt voor de duur van de terbeschikkingstelling de volgende
voorwaardenbetreffende het gedrag van de veroordeelde:
De rechtbank stelt de algemene voorwaarden:
- veroordeelde zal geen strafbare feiten plegen of zich in situaties begeven die voor hem risicovol zijn en zijn resocialisatie in gevaar brengen;
- veroordeelde zal zich niet buiten de Nederlandse grenzen begeven;
- veroordeelde zal voor het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking verlenen aan het nemen van één of meerdere vingerafdrukken en/of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht aanbieden;
en de bijzondere voorwaarden:
- veroordeelde zal zich houden aan de aanwijzingen en afspraken met de reclassering, in de regio waar veroordeelde zal uitstromen, zo lang en zo frequent als de reclassering dit nodig acht, ook als dit inhoud het meewerken aan huisbezoeken en urinecontroles;
- veroordeelde wordt verplicht om zich op basis van een door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling te laten opnemen in de FPK Transfore te Balkburg (terrein van Veldzicht) of een soortgelijke intramurale instelling, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen en huisregels die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
-veroordeelde gebruikt de hem door zijn behandelaar voorgeschreven medicatie en laat zich hierop controleren;
- veroordeelde is verplicht om zich, na de klinische behandeling, ambulant te laten behandelen in een forensische polikliniek of een soortgelijke instelling, als dit door de reclassering en/of behandelaars nodig wordt bevonden, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer)directeur zullen worden gegeven, teneinde zich te laten behandeling voor zijn middelenproblematiek en psychische problematiek;
-veroordeelde wordt verplicht om na de klinische behandeling te verblijven in een RIBW of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, en zich te houden aan het (dag-)programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- veroordeelde wordt verboden om verdovende middelen te gebruiken. De controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde zal worden ondersteund door middel van urinecontroles en/of blaastesten zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- veroordeelde zal zich houden aan de behandelvoorschriften van de behandelaars van de verblijvende instelling (kliniek, RIBW (beschermde woonvorm)). Dit geldt ook voor het middelengebruik, vrijheden, urinecontroles, blaastesten en medicatiebeleid;
- veroordeelde zal de reclassering op de hoogte houden van de inhoud en voortgang van de behandeling;
- veroordeelde zal zich onthouden van criminele activiteiten en/of ongeoorloofde praktijken en/of fysieke agressie;
- veroordeelde geeft inzage in zijn financiën en indien noodzakelijk werkt hij mee aan budgetbeheer of bewindvoering, zolang de reclassering het noodzakelijk acht;
- veroordeelde zal veranderingen van woonsituatie, zoals een verhuizing, overleggen met de reclassering en kunnen pas na goedkeuring plaatsvinden;
- veroordeelde zal zich constructief en open opstellen in het contact met de medewerker van de reclassering en zal inzicht geven in zijn psychsociaal functioneren;
- veroordeelde zal zorgen voor een zinvolle dagbesteding;
- veroordeelde zal aan de reclassering toestemming geven om contact op te nemen met relevante personen en/of instellingen, voor zover dit noodzakelijk is in het kader van het toezicht, door indien gewenst daarvoor een Verklaring van Geen Bezwaar te ondertekenen;
- veroordeelde werkt mee, als hij zich niet aan de voorwaarden houdt, aan een time-out-/crisisplaatsing van zeven weken in een FPA/FPK (nader te bepalen door het NIFP/IFZ-DIZ), na overleg met de officier van justitie. De time-outplaatsing kan eenmalig worden verlengd met zeven weken.
- veroordeelde zal iedere zes maanden een pasfoto, welke niet ouder is dan zes maanden, afgeven aan de reclassering welke gebruikt kan worden voor opsporingsdoeleinden in het geval hij zich aan het toezicht van de reclassering onttrekt;
- veroordeelde dient te allen tijde telefonisch bereikbaar te zijn voor de reclassering.
De rechtbank geeft Reclassering Nederland opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
- veroordeelt verdachte tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling
wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 22 maart 2018, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 6 september 2016 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 6 dagen .
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kleinrensink (voorzitter), mr. J.A.P. Bakker en mr. H.F.R. van Heemstra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 augustus 2018.