Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- [slachtoffer 1] verklaart dat hij in Zaltbommel werd vastgebonden “met van die plastic dingen”. Dit vindt ondersteuning in de verklaring van [verdachte ] dat [slachtoffer 1] met tiewraps om de polsen werd gebonden. Ook vindt dit ondersteuning in de omstandigheid dat in en buiten de woning tiewraps zijn aangetroffen.
- [slachtoffer 1] verklaart dat hij steeds vastgebonden is geweest, tot 15 minuten voordat de politie kwam. Dit vindt, wat betreft Breda, ondersteuning in de verklaring van [getuige 1] dat de handen van [slachtoffer 1] gebonden waren met tape. Ook vindt dit, wat betreft Breda, ondersteuning in de verklaring van [getuige 1] dat de handen van [slachtoffer 1] werden vastgemaakt met tape. Dat [slachtoffer 1] ook in Dordrecht nog vastgebonden was vindt voorts ondersteuning in de verklaring van [medeverdachte 1] dat hij (op
- Verdere ondersteuning voor de verklaring van [slachtoffer 1] dat hij steeds vastgebonden is geweest kan worden gevonden in een Whapp-gesprek tussen [verdachte ] en [medeverdachte 2] , in de middag van 28 februari 2015, waarin [verdachte ] tegen [medeverdachte 2] zegt: “Hij begrijpt dat hij vastgebonden moet zijn, hij maakt zijn eigen handboeien.”. Ook is er een WhatsApp-gesprek tussen [verdachte ] en [getuige 2] , in de avond van
- Dat [slachtoffer 1] niet vrij was om te gaan en staan waar hij wilde, zoals hij heeft verklaard, vindt ondersteuning in een tapgesprek tussen [verdachte ] en [slachtoffer 2] , in de middag van 1 maart 2015, waarin [verdachte ] , op de vraag van [slachtoffer 2] of hij [slachtoffer 1] kan laten gaan nu, heeft geantwoord “Dat kunnen wij niet doen. Moeten regelen.”
- [slachtoffer 1] verklaart dat er een stroomstootwapen is gebruikt in de woning in Zaltbommel, wat ondersteuning vindt in de omstandigheid dat in die woning een stroomstootwapen is aangetroffen, met daarop DNA-materiaal van [slachtoffer 1] .
- [slachtoffer 1] verklaart dat hij door [verdachte ] in zijn oor is gebeten, wat [verdachte ] heeft erkend.
- [medeverdachte 3] heeft verklaard over het gebruik van een stroomstootwapen in de woning in Zaltbommel. Dit wordt ondersteund door de omstandigheid dat in die woning een stroomstootwapen is aangetroffen.
- Ten aanzien van het toegepaste geweld heeft [medeverdachte 3] verklaard dat [verdachte ] [slachtoffer 1] in zijn oor beet. Dit heeft [verdachte ] zelf ook bekend.
: ‘Wees om 22 bij [medeverdachte 1] ’(..)[medeverdachte 3] : ‘Over 10 min ben ik bij [medeverdachte 1] ’
‘Heej’
28 februari 2015 van 02.00 uur tot 02.09 uur in de omgeving van [adres 4] was. [55]
[medeverdachte 2] : ‘Gekke nacht’[verdachte ] : ‘Jaman’
[verdachte ] : ‘Je moet eens na gaan denken over oplossingen want ik begin echt nerveus te worden.’(..)[verdachte ] : ‘Je weet waar ik het over heb als je iets steelt oke want ik weet niet dat je het gestolen hebt maar het is geen stelen maar rippen’
gebruikenvan de taser
op[slachtoffer 1] overweegt de rechtbank dat dit niet overtuigend bewezen kan worden. De letselverklaring bevestigt het gebruik van een taser niet, zodat de rechtbank verdachte vrij zal spreken van dit deel van de tenlastelegging.
3.Bewezenverklaring
1 primair en onder 2tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
of omstreeksde periode van 27 februari 2015 tot en met 1 maart 2015,
/ofte Breda en
/ofte Dordrecht
en/of (elders) in Nederland,
, althans alleen,
/ofberoofd gehouden, met het oogmerk
(een
)
(en), te weten [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ,
iets te doen en/of niet te doen, te wetenom
en/of om te
heeft/hebben verdachte en
/ofverdachte's mededader
(s
)die
althans te
/of
de dood en/ofzware mishandeling en
/of
/ofgestompt
en/of geschopt en/of getrapten
/ofin het oor
/of
/ofin een auto geduwd en
/ofgedwongen in een auto plaats te
/of
(de handen en/of voeten
)vastgebonden met tiewraps en/of tape en
/of
/ofnaar een woning/pand
(aan [adres 3]
/of
(aldaar
)tegen zijn wil vastgebonden en
/ofvastgehouden en
/of
(telkens
)die [slachtoffer 1] belemmerd om te gaan en
/ofte staan waar
/ofopzettelijk een plaats, te weten de woning aan [adres 3]
of omstreeksde periode van 27 februari 2015 tot en met 1 maart 2015,
/ofte Dordrecht, in elk geval (elders) in Nederland, ter
, althans alleen, met het oogmerk om zich
(een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/of
[slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3] en/of
en/of geld, in elk geval van enig goed,
die [slachtoffer 1] , in elk geval aaneen ander of
heeft/hebben vastgepakt
en/of geschopt en/of getrapten
/of
/ofgeslagen en
/ofmeegenomen in een auto en
/of heeft/hebben
te doden, althanszwaar te mishandelen
en/of met een
/ofde handen en/of voeten vastgebonden
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
De rechtbank kijkt, veel meer nog dan de officier van justitie, naar het forse tijdsverloop. De redelijke termijn is geschonden. Dit is in overwegende mate gelegen in het feit dat tevergeefs geprobeerd is om [slachtoffer 1] naar Nederland over te laten komen. Inmiddels is bijna 3,5 jaar verstreken. Verdachte heeft na zijn voorarrest van 255 dagen een leven opgebouwd en is sinds onderhavige zaak niet opnieuw met justitie in aanraking gekomen. Om verdachte nu, na al die tijd, voor 3,5 jaar op te sluiten, is naar het oordeel van de rechtbank niet opportuun.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
teruggavevan de eventuele in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan de rechthebbende(n).
Gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter Dordrecht van 9 december 2014 (parketnummer 10/198870-14), te weten van:
een gevangenisstraf van 14 dagen.